Madrigalia
(1960)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 124]
| |
XXII. / Prima parte1.[regelnummer]
Giunto a la tomba, ove al suo spirto vivo
Dolorosa prigione il Ciel prescrisse,
Di color, di calor, di moto privo
Già freddo marmo al marmo il volto affisse.
5.[regelnummer]
Al fin sgorgando un lagrimoso rivo,
In un languido oimè proruppe, e disse:
O sasso amato tanto, amaro tanto,
Che dentro hai le mie fiamme, e fuori il pianto;
Luca Marenzio, 4de boek a 5 (uitg. Einstein dl. II, blz. 1). De tekst van XXII is van Torquato Tasso: La Gerusalemme Liberata XII, 96, 97, 98 en 99 (Tancredi bezoekt Clorinda's graf).
Eerste deel 1.[regelnummer]
Gekomen bij de tombe, waar de hemel zijn levende geest
In droeve gevangenschap gebood te verkeren,
Drukte hij, van smart, van warmte, van beweging beroofd,
Zelf al koud marmer, zijn gelaat tegen de marmersteen;
5.[regelnummer]
Terwijl ten laatste een vloed van tranen stroomde,
Barstte hij in een kwijnend ‘o wee’ uit, en sprak hij:
‘O steen, zo bemind, zo bitter ook,
Die binnen in u hebt mijn vlammen, en buiten mijn tranen;’
| |
[pagina 125]
| |
Giunto a la tomba. 21.1.[regelnummer]
Voor 't graf des Heren 's avonds versch begraven /
Magdalena, jalours van sulcken have /Ga naar voetnoot2.
Lag gestreckt als voor dood / end' onbewogenGa naar voetnoot3.
Aen 't koude marmer besturven: maer uyt haer oogenGa naar voetnoot4.
5.[regelnummer]
Een bloed gebobbelt quam / terwijl sy schreyde /Ga naar voetnoot5.
En met een trage stem: Oy me! uytberste en seyde.Ga naar voetnoot6.
O marmer lief! men vont noyt delicater /
Die binnen hebt mijn vlammen / en buyten 't water.Ga naar voetnoot8.
|
|