Madrigalia
(1960)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 118]
| |
XX. / Seconda parte1.[regelnummer]
Frenò Tirsi il desio
C'havea di pur sua vita all' hor finire
E sentia morte e non potea morire;
E mentre fisso il guardo pur tenea
5.[regelnummer]
Ne' begli occhi divini
E nettare amoroso indi bevea
La bella Ninfa sua che già vicini
Sentia i messi d'Amore
Disse con occhi languidi et tremanti:
10.[regelnummer]
Mori cor mio ch'io moro -
Le rispose il Pastore:
Ed io mia vita moro.
Luca Marenzio, 1ste boek a 5 (uitg. Einstein dl. I, blz. 13)
Tweede deel 1.[regelnummer]
Tirsis beteugelde het verlangen
Dat hij had om toch zijn leven op dat ogenblik te beëindigen,
En voelde de dood en kon toch niet sterven;
En terwijl hij zijn blik gevestigd hield
5.[regelnummer]
In haar schone, goddelijke ogen,
En liefdesnectar daaruit dronk,
Zei de schone nimf - die reeds nabij
Voelde de boden van Amor -
Met kwijnende en trillende ogen:
10.[regelnummer]
‘Sterf maar, mijn lieve, want ik sterf;’
Haar antwoordde de herder:
‘Ook ik beëindig mijn leven.’
| |
[pagina 119]
| |
Freno.1.[regelnummer]
Toomt / toomt uw' quade tochten /Ga naar voetnoot1.
Zondaer / die my tot dees' ellende brochten.
Had ghy uw' weelden end' opgeblasen' staten /Ga naar voetnoot3.
Uw' onversade kist / en buyck gelaten.Ga naar voetnoot4.
5.[regelnummer]
Ach! 'k waer noyt gekomen
In 't diep van dese rood-bloedige stromen.
Maer siende den sondaer dat nu eer lange
Den Heer sijn geest sou geven /Ga naar margenoot+
Zey met beschaemde / en nat betraende wangen /
10.[regelnummer]
Sterft ghy dan Heer?
Ja'k sterve.
En dat voor dijn quaed leven?Ga naar voetnoot12.
Laet dit dan met sneven.Ga naar voetnoot13.
|
|