Madrigalia

[p. 86]

VI.

Occhi lucenti e belli,
Com' esser può ch'in un medesmo istante
Nascan da voi sì nove forme e tante?

Lieti, vaghi, superbi, humili, altieri

Vi mostrate in un punto, onde di speme
E di timor n'empiete
E tanti effetti dolci, acerbi e fieri
Nel cor arso per voi vengono ensieme

Ad ogn' hor che volete!

Hor poi che voi mia vita e morte sete,
Occhi felici, occhi beati e cari,
Siate sempre sereni, allegri e chiari.

Luca Marenzio, 3de boek a 5 (uitg. Einstein dl. I, blz. 122). Tekst, volgens Einstein, van Veronica Gambara.

Schitterende en schone ogen,
Hoe kan het zijn, dat in eenzelfde ogenblik
Uit u voortkomen zo vele en telkens zo nieuwe gesteltenissen?
Vrolijk, lieflijk, trots, nederig, hooghartig
Toont gij u tezelfdertijd, waardoor gij met hoop
En met vrees ons vervult,
En zovele zoete, bittere en heftige gevoelens
In het voor u ontvlamde hart tegelijk ontstaan,
Op elk ogenblik dat gij wilt.
Daar gij dan mijn leven en dood zijt,
Gelukkige, zalige en lieve ogen:
Wees steeds helder, vrolijk en lichtend.

[p. 87]

Occhi lucenti. Vers. 6.

Betraende Iesus Oogen!^1.
Hoe kan 't geschien dat uyt u t'eender tijden
Komt in mijn ziel soo veelderhande lijden?^3.
Angst / rou / blyschap / haet / liefde / hoop en tooren^4.
Voel ick tot eender stonde /
(Als ick u sie) dat in my werdt ghevonden /^6.
Want als ghy schreydt / wie sou d'ondeugd niet haten!
Ramp de sonde! ramp de sonde!^8.
En wie sou konnen laten
Met uw' oogen te meedooghen?^10.
Ter wijl dan uw' twee lichten
Mijn ziel soo stichten /
Doet my de gunst
Dat ick met al mijn sinnen^14.
't Quaedt altijdt magh verfoeyen /
En 't goed beminnen.

1. Iesus: Iesus'

3. lijden: gevoelens

4. rou: smart

6. werdt: wordt

8. Ramp: vervloekt

10. te meedooghen: medelijden te hebben (woordspeling met: Met uw' oogen)

14. met al mijn sinnen: ‘uit geheel mijn hart’