Madrigalia
(1960)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 78]
| |
III. / Terza ed ultima parte1.[regelnummer]
Ma voi caro ben mio,
Caso che'l corpo poca terra chiuda,
Sarete mai si cruda,
Di non darmi un sospir cortese e pio;
5.[regelnummer]
Fate che la mercede
Sia quella almen della mia pura fede.
Luca Marenzio, 2de boek a 5 (uitg. Einstein dl. I, blz. 46)
Derde en laatste deel 1.[regelnummer]
Maar gij, mijn dierbare geliefde, zult,
Als een weinig aarde mijn lichaam bedekt,
Nooit zo wreed zijn
Om mij zelfs geen hoofse zucht van mededogen te wijden.
5.[regelnummer]
Maak dat mijn beloning
Tenminste dàt weze, wat mijn smetteloze trouw toekomt.
| |
[pagina 79]
| |
Ma voi. 4.1.[regelnummer]
Maer Heer! of ick uw' paden /Ga naar voetnoot1.
Door 't helsch bedrogh / of 't krancke vleesch bestreden /Ga naar voetnoot2.
Eens quame t'overtreden /Ga naar voetnoot3.
En mijn quaed weer om
5.[regelnummer]
Versucht / soo toent genade.Ga naar voetnoot5.Ga naar voetnoot5
Gh'en woudt toch t'geender stonde /
Dat daer een SielGa naar voetnoot7.
Te quist gingh door de sonde.Ga naar voetnoot8.
|
|