Gulde-Jaer Ons Heeren Jesu Christi
(1968)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 268]
| |
Ga naar margenoot+ Io trivmphe!
| |
2O rijcke wagen,
Die hem heeft gedragen;
Thien-duysent geesten
Vande aldermeestenGa naar voetnoot2,4
Bogen haer schoeren⋆
Om den grooten Koningh
Opwaerts te voeren
Na⋆ sijns Vaders beste wooningh.
| |
3Knarst op uw' tanden,
Acheronsche⋆ Nacy.Ga naar voetnoot3,2
Siet, t'uwer schande,
Hier ons' obligacy;Ga naar voetnoot4
| |
[pagina 269]
| |
Maer uyt-gewreven;Ga naar voetnoot5
En met stale bouten
Wel vast gedreven
Aen twee rood-bebloede houten.
| |
4Ga naar margenoot+Verdwijnt van schaemte;
Ghy met eenen mede
Bloedigh gheraemte,Ga naar voetnoot4,3
Die des Koninghs leden⋆
Dorst over-gapen.Ga naar voetnoot5
Gaet nu met de sonde
En d'helsche knapen
T'samen voor sijn kar gebonden.
| |
5Io Triumphe!
Heer ghy vocht victorij.
Io Triumphe!
U zy d'hooghste glorij.
Klimt op met vrede.
Maer wilt toch gedenckenGa naar voetnoot5,6
Ons hier beneden
Van uw' gaven iet⋆ te schencken.
| |
6Wilt tusschen beyden,Ga naar voetnoot6,1
Heer dit 's ons verlangen,Ga naar voetnoot2
Ons met u leyden
Salighlijck gevangen.
| |
[pagina 270]
| |
Siet hier, wy geven
Ons in uwe handen;
Om hier te leven
Aen uw' aldersoetste banden.
|
|