Gulde-Jaer Ons Heeren Jesu Christi

[p. 247]

't Niev verresen leven.⁺
Sevende Paesch-lied.⁺

Scacciam l'antico sonno

E con soavi accenti
Facciam l'aria gioir, gioir, i venti.
Ridan novell'al Canto nostr'i fiori,⁴
E torni prima vera,⁵
Della gioia Paschal gran Messagera.
Miracoli d'amore,
Ch'il Redemtore
Hoggin'ha mostrato
Vincend'inferno, morte e peccato.

Het nieuw verresen leven

Ons Heeren komt ons geven
Een over-rijcke stof van nieuwe vreughden.
Flora doet met gebloemt den aerdbo'em jeugden;
En d'ongetongde dieren
't Blijde Paesschen haers Scheppers blijd'lijck vyeren.
Verheughd dan Christen menschen
Met meerder reden;
Maer besteed uw' wenschen
Aen hem, die voor u lijf en ziel bestede.

+ 94

+ Voor een nadere beschouwing van de Italiaanse tekst en voor de vertaling hiervan verwijzen we naar Van der Heijden, Madrigalia blz. 281-2. Bij de Nederlandse tekst zal men aldaar de onregelmatigheid bespeuren. In de 1^e druk wordt op blz. 〈95〉 onder de 2^e cantuspartij van dit achtstemmige lied de dubbele tekst nogmaals afgedrukt. Op blz. 〈94〉 ontbreekt steeds vs. 4; we hebben hem aangevuld uit blz. 〈95〉, waar op zijn beurt vs. 9 afwezig is. Men zie ook blz. 283. In de 1e druk consuavi (vs. 2), iventi (vs. 3) en nostri (vs. 4), door ons gescheiden. Hoggin' = Hoggid'?

4 Flora, eigenl. Sabijnse godin van bloemen en lente, hier een personificatie van de lente. Men proeft de renaissanceinvloed, te meer daar het Italiaans deze term mist; jeugden: jeugdig zijn, vrolijk zijn.

5 ongetongde: zonder taal, niet kunnende spreken, redeloze.