Gulde-Jaer Ons Heeren Jesu Christi
(1968)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermdDe verwonne dood.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 226]
| |
Heeft uyt het graf genomen;
S' ontsluyt uw' schootGa naar voetnoot1,7
Tot lof van Christus glorij.
En seght: O dood! waer is nu uw' victorij?
| |
2Ach! om dat ghy
Uw' heerschappy
Had al te wijd ghetrocken,
Wanneer ghy 't hoofd,Ga naar voetnoot2,4
Van d'aem⋆ berooft,
Des Heeren ne'er deed bocken;
Was 't meer als re'en⋆,
Dat ghy voor 't slim verkiesenGa naar voetnoot8
Uw' macht vertre'en, end' angel soudt verliesen.Ga naar voetnoot9
| |
3Al u verdrietGa naar voetnoot3,1
Is nu te niet,
Uw' stekel uyt-ghetoghen
Uw' naeckten beck
Was al⋆ te wreck,Ga naar voetnoot5
Den brock heeft u bedroghen.Ga naar voetnoot6
Hy was te hard,
G'en kost hem niet verteeren.
Des⋆ g'hem met smart we'er uyt hebt moeten keeren.Ga naar voetnoot9
| |
[pagina 227]
| |
Men sal u meerGa naar voetnoot4-6
Alsulcken Heer
Soo leeren in te schrocken.
Neen, g'had geen kans.
Al kon de menscheydt sterven,
G'en kost nochtans de Godheydt niet bederven.Ga naar voetnoot9
| |
5't Is dese die
U voor de knieGa naar voetnoot5,2
Huyden⋆ soo heeft verwonnen.Ga naar voetnoot3
Dat menigh mensch
Geen blijder wensch
Heeft, als te zijn ontbonnen.Ga naar voetnoot6
Want rechtevoortGa naar voetnoot7
Bistu voor 't oude bevenGa naar voetnoot8
Niet dan een poort van 't alder blijdste leven.Ga naar voetnoot9
| |
[pagina 228]
| |
Ga naar margenoot+ 7Hal-le-luy-a,
Hal-le-luy-a,
Wie soude sich bedwinghen
Hal-le-luy-a,
Hal-le-luy-a,
Halleluya te singhen.
Halle-luya,
Wel aen! wilt vrolijck wesen.
Halleluya Heer Iesvs is verresen.
| |
8Om dat hy eens
Voor des gemeensGa naar voetnoot8,2-3
Welvaren heeft gheleden
En evenwelGa naar voetnoot4
Dood, sond' en hel
Onder de voet ghetreden,
Soo is hem weer⋆Ga naar voetnoot7-9
Ter hooghster hand ghegevenGa naar voetnoot8
De hooghste eer om eeuwigh in te leven.
| |
9Maer zijn wy oockGa naar voetnoot9,1-9
Van 't rotte spoockGa naar voetnoot2
Met onsen Heer verresen,
Soo laet ons dan,
't Zy wijf, 't zy man,
Trachten oock om na desenGa naar voetnoot6
By hem te zijn
En om daer toe te raken.
zsmaken.Ga naar voetnoot9
|
|