Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend (1844)

Informatie terzijde

Titelpagina van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend
Afbeelding van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleendToon afbeelding van titelpagina van Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.44 MB)

Scans (23.91 MB)

XML (1.45 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

verzameld werk
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk en het landleven ontleend

(1844)–J.P. Sprenger van Eijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina I]
[p. I]

Naschrift. spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, naar wier oorsprong en zin wordt gevraagd.

Kom je van Lillo, dat je mandje zoo druipt?
Het is maar een wissewasje.
Alle dingen hebben twee handvatten.
Alle gekken op een stokje.
Daar is een Bagijn te geesselen.
Daar is geen spit meê te wenden.
Daar is klei aan de kloet.
Daar is wind in de Moezel.
Waar niet is, verliest de Keizer zijn regt.
De bommel is uitgebarsten.
Dat was, is altijd beter, al regende het honing.
De levendige doode is een schoone doode.
Die aan een witte roos riekt, krijgt de roos aan den neus.
[pagina II]
[p. II]
Hij heeft een pik op iemand.
Hij doet een torn op hem.
Elk regeert in zijne maand.
Hij hakt met een groote bijl.
Gedreigde lieden leven 't langst.
Goed rond, goed Zeeuwsch.
Het bloed kruipt daar 't niet gaan kan.
Men legt hem het vuur aan de scheenen.
Heusje komt om zijn beusje.
Hij smeert hem honing om den mond.
Hij domineert als Bouwens geest.
Hij draait het spel op den duim.
Hij haalt het hembd over den rok.
Hij heeft dat op zijn lappen gekregen.
Hij heeft de grendels door gegeten.
Hij heeft de hoogte.
Hij heeft den duim in de hand.
Hij heeft de oudste brieven.
Hij heeft een slipper gekregen.
Zij heeft hem onder de sim.
Hij heeft het graauw op zijn hand.
[pagina III]
[p. III]
Hij heeft van de gerstenbrooden niet gegeten.
Ik laat mij geen ooren aannaaijen.
Is de brug weg, zoo gaat er over.
Hij maakt er korte metten mede.
Loop aan de pomp en haal de klap naar u toe.
Maak u niet te gemeenzaam met de edellieden van den Prins.
Men behoeft dat niemand aan den neus te hangen.
Men komt met geen kousen en schoenen in den hemel.
Hij mag geen vinger in de asch steken.
Zij gaat met de blaauwe huik uit.
Hij zit met een anders slippen in de asch.
Neem de oogen in de hand en zie door de gaten.
Hij geesselt hem met een vossenstaart.
Men speelt een stomme bedevaart.
't Is een heet ijzer om aan te tasten.
't Is Klaas, Klaas.
't Is volkje van deux aas.
Zij schreit tranen met tuiten.
't Valt moeijelijk veel hoofden onder één kaproen te brengen.
Wenschers en wouders zijn arme huishouders
[pagina IV]
[p. IV]
Wie sterft eer hij sterft, sterft niet als hij sterft.
Wijs mij een hoer, ik wijze u een dief.
Zij is uit den stam LEVI.
Zij trekken ééne lijn, maar ieder aan een einde.
Neem, dat ST. PAULUS van de Grieken nam.
Het is over stier of stuur.
Zij is getrouwd onder de huik.
Zij kan over een gekloofd rietje gaan.
Zij kooijen bij elkander.
Zijn hersens zijn vlot.
Zij vochten om den rozenkrans.
Zij werpen de spillen bij een.
Onbeschaamde menschen hebben het derde deel van de wereld.
Niets is zoo kwaad of het is ergens goed toe.
Men zal hem van dat zelfde laken een rok en broek maken.
Hij houdt hem het ijzer in den buik.
Het is als of hij een hond had zien geeselen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken