|
Bladz. |
Die het breed heeft, laat het breed hangen |
22 |
[Die] zich dood werkt, wordt onder de galg begraven |
8 |
[Die] zijn huishuur ontziet, ontziet zijn welvaren |
9 |
Een jaar is aan geen staak gebonden |
21 |
[Een] rentenier, is een arm dier |
10 |
Goeden dag, Hofstede! |
30 |
Haal in Klaas Louw |
[30] |
Hansje in den kelder |
7 |
Het is een duifje zonder gal, (of ook wel) eene onnoozele duif |
26 |
[Het is een] mensch met twee regterhanden |
24 |
[Het is] jonker JAN in 't oog |
33 |
[Het is] uit Paters vaatje getapt |
28 |
[Het] scheelt veel, een voet, op een neus na |
24 |
[Het] zou boter aan de galg gesmeerd zijn |
9 |
Heusden mijn, Mechelen dijn |
6 |
Hoe digter bij Rome (ook wel den Paus) hoe slechter Christen |
23 |
[Hoe] nader bij den avond, hoe verder van huis |
33 |
Hij blijft aan de pan hangen |
10 |
[Hij] brengt er de klad in |
25 |
[Hij] geeft hem een graauw |
30 |
[Hij] had een akkevietje |
26 |
[Hij] heeft al wel geturfd |
7 |
Hij heeft de kap op den tuin gehangen |
14 |
[Hij heeft] een Christoffel die hem draagt |
11 |
[Hij heeft] kappe en keuvel verteerd |
30 |
[Hij heeft] kleine Apostelen (voor kinderen) |
21 |
[Hij] is Duitschen en Walen schuldig |
15 |