Dat zal niet zonder haverij afloopen |
36 |
De Admiraal heeft geschoten |
20 |
[De] Bakens zijn verzet |
26 |
[De] beurs is lens |
42 |
Dat wil niet vlotten of drijven |
54 |
Driemaal is scheepsregt |
48 |
Dure schepen blijven aan wal |
49 |
Geen baar (ook wel golf of zee) komt hem te hoog of te na |
25 |
Goede ankergrond is de beste grond |
35 |
Het is een bram of regte bram |
32 |
[Het is een] ongemakkelijk zeeschip |
55 |
[Het is een] regte dwarsdrijver |
34 |
[Het is] zoo als het rijlt en zeilt |
48 |
[Het] moet er onder of over |
45 |
[Het] schip moet op de helling |
49 |
[Het] zal zulk een vaart niet loopen |
53 |
[Het] zeil scheurt |
56 |
Houd uw roer regt |
46 |
Hij begint wat aftetakelen |
52 |
[Hij begint wat afte]houden |
21 |
[Hij] bewimpelt het en - hij spreekt onbewimpeld |
27 |
[Hij] doet af en aan |
20 |
[Hij] drijft op zijn last |
34 |
[Hij] heeft het land |
42 |
[Hij heeft] klaar anker |
25 |
[Hij heeft] het anker achter de kat gezet |
22 |
[Hij heeft] zijn grond gepeild |
45 |
[Hij heeft] op zijn baaitje gehad |
25 |
[Hij heeft] te zwaar geballast |
26 |
[Hij heeft] er den bras van |
34 |
[Hij heeft] al den bras tegen |
[34] |