Leerzaame zinnebeelden
(1714)–Adriaan Spinniker– Auteursrechtvrij
[pagina 84]
| |
Vergeefse pooging.Myne oogen zullen zyn op de getrouwen in het land, dat zy by my zitten: die in den oprechten weg wandelt, zal my dienen. Die bedrog pleegt, zal binnen myn huis niet blyven; die leugenen spreekt, zal voor myne oogen niet bevestigd worden. Psal.ci.7. De goede mens brengt goede dingen voort uit den goeden schat des herten, en de booze mens brengt booze dingen voort uit den boozen schat. Matth.xii.35. | |
[pagina 85]
| |
Op het XXste zinnebeeld.De bykorf doet de tong den malsen honig smaaken;
De olyfboom druipt van vet en geurig oli-zweet:
En die voor deeze met vereisten iver waaken,
Zien met gewenste vrucht hun tyd en zorg besteed.
Maar wat heeft deezen man verrukt en ingenomen,
Dat hy, tot zweetens toe, gaat persen eenen steen,
Op hoope, dat daar eens de honig uit zal stroomen,
Of milde olyvendauw afzypen naar beneên?
Wanneer men eenig mens dien arbeid zag beginnen,
't Verstandig oordeel zoude als opgetoogen staan,
En denken, dat hy wis beroofd was van zyn' zinnen,
Wyl 't best den dwaazen voegt zulk werken te ondergaan.
Gy, die u niet ontziet, tot nadeel van de vroomen,
Aan mensen, boos van zeên, geduurig gunst te biên,
Op hoop van door dien weg tot eer en staat te komen,
Ei laat uw oog en geest op deezen handel zien.
Gy waant, dat 's boozen hert u dankbaarheid zal toonen
Voor 't goed, dat uwe hand hem menigmaalen doet:
Gy waant, dat hy uw' gunst met wedermin zal loonen,
En trouw bewys van dienst is voor- en tegenspoed:
Gy want, dat hy alom tot uwen lof zal spreeken,
En roemen onvermoeid uw' heusheid en beleid:
Gy waant, dat hy elks hert in zucht zal doen ontsteeken,
En voeren uwen naam in top van achtbaarheid:
Gy waant, dat hy altyd zyn' zorgen en zyn' krachten
Te kost zal leggen tot verhoeding van uw' druk:
Gy waant, dat hy gestaâg met wakk're vlyt zal trachten
Te vord'ren, wat hy kan, uw' blydschap en geluk:
Gy waant, dat dus uw staat naar uwen wens zal bloeijen
In ongestoorde vrede, en veiligheid, en rust:
Gy waant, dat dag op dag uw welvaart aan zal groeijen
| |
[pagina 86]
| |
In aangenaam genot van alle zoet en lust.
Maar ach! uw waan is waan: en die op waan durft bouwen,
Ziet, dat hy deerlyk zich in 't eind bedroogen vind.
Of zoude oprechte zucht tot and'ren zich onthouwen
In 't hert des zondaars, die zich zelven niet bemint?
Verwacht gy dankbaarheid van die in al zyn leven
Geen' dank bewyst aan God, zyn' Schepper, en zyn' Heer?
Zou een rampzalig mens u heil en welvaart geeven?
En, die oneerlyk is, bevorderen uwe eer?
Gaa, haal dan druiven in van scherpe doornehaagen,
Pluk vygen, zoet van smaak, van distelstuiken af,
En laat u 't persen van een' harden steen behaagen,
Of die eens oli stortte, of lekk'ren honig gaf.
Die in uw byzyn u zal vleijen, streelen, looven,
En schynen tot uw' dienst op uwen wenk gereed,
Zal in uw afzyn licht uw' goeden naam berooven,
En brouwen heimelyk uw ongeval en leed.
Als schynt de booze met uw' welstand ingenomen,
't Word niet om u, maar om zyn eigen nut, gedaan:
Hy dient zich van uw' gunst, om tot het wit te komen,
Daar steeds zyne oogen en gedachten heenen gaan.
Maar laat hem eens dien staat bereiken naar begeeren,
Dat hem uw' liefde en hulp niet langer voordeel doet;
Of laat het los geval u eens den rugge keeren,
Zo ondervind gy haast, wat hy in 't herte voed.
Straks is de dankbaarheid voor alle uw' gunst verdweenen:
En die voorheen zo mild u zyne diensten bood,
Zyn' trouwe liefde zwoer, zal mond en handen leenen,
Om u te dompelen in ramp en droeven nood.
Zo vind het snoode veil voor zyne teêre loten
Een steunsel aan den muur in allerhande weêr;
Maar als het tot een' boom allengs is opgeschooten,
Verdringt het zynen stut, en werpt hem gants ter neêr.
Loop de oude boeken door, gy vind 'er duizend blyken,
| |
[pagina 87]
| |
Hoe allen, die hun gunst aan snoode zielen boôn,
Niet anders viel te beurt, dan 's waerelds loon te stryken,
Voor liefde en weldoen, haat; voor eere, smaad en hoon.
Zo hield het hoogste recht de hand in 's waerelds zaaken.
Zo wierd het ongelyk, gedaan aan 't vroom geslacht,
Wanneer men hen verstiet, om boozen groot te maaken,
Naar maat van billykheid vergelding toegebragt.
En lust het u noch meer dat dorre strand te ploegen?
Noch langer op dien weg van onrecht voort te gaan?
Neen, laat zich uwe ziel tot beter handel voegen:
Doe gunst aan die 't verdient door deugdelyke daân.
Zoek eer by die haar zelf bezitten als hun eigen:
Zoek liefde by het zaad, dat waare liefde kent:
Zoek hulp en dienst by hen, wier trouwe van geen neigen
Of wank'len immer weet, 't zy hoe 't geval zich wend.
Laat dus Gods vrienden u tot vrienden ook verstrekken.
Zo komt uw' wyze keur u t'allen tyd te staâ;
Zo zult gy tevens ook Gods zegen tot u trekken,
En bouwen uw geluk, eerst hier, en dan hierna.
|
|