Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 283]
| |
Naschrift | |
[pagina 285]
| |
[Lieve jongens]□ DagbladkritiekElke recensent die gedoemd is de actualiteit op de voet te volgen, is een sukkel. Als hij (wat niet steeds het geval is) het werk van een auteur kent, bezit hij wél de nodige recul om zijn bespreking eventueel te integreren in het geheel. Helaas, hij bezit niet de nodige tijd en beschikt niet over de nodige ruimte om de verrijkende en/of verarmende aspecten van het recentste boek te verantwoorden. De lezer moet het met zijn globaalindruk stellen. Zo maakt van meetaf Smaakmaker Fens twee kapitale fouten als hij beweert dat Lieve Jongens ‘een vervolg is op het vorig jaar verschenen De Taal Der Liefde’ (in zijn stukje vallen de kapitalen in de titel weg) en Reve ‘zich zozeer (herhaalt), (...) hij zo sterk de schrijver van zijn eigen proza geworden (is), dat de verleiding tot persiflage groot wordt.’Ga naar eindnoot(351) Ik neem slechts dit éne voorbeeld, als startblok. De boude affirmaties van Fens zijn gemakkelijk te weerleggen, en zijn in mijn Reve Boek zonder dat ik er nog één woord aan toevoeg, reeds weerlegd. In mijn typoscript vind ik iets méér dan dertig plaatsen die naar een of ander aspect van Lieve Jongens verwijzen. Lieve Jongens is geen vervolg op De Taal Der Liefde, maar een nadere uitwerking van de drie slothoofdstukken waarin de homoseksuele mythe van de ontijdelijkheid Woord werd. Als G.K. van het Reve zich herhaalt, dan kan dit slechts de herhaling zijn van wat hij in deze drie slothoofdstukken heeft uitgetest. | |
[pagina 286]
| |
Lieve Jongens is geen herhaling, maar de consequente voltooiing van een lange reis op het irrationele, donkere, bochtige bergpad dat onze Schrijver koos tijdens de grote mystieke (schrijf)belevenis die ik de Donkere Nacht heette. Op Weg Naar Het Einde en Lieve Jongens ontmoeten, in deelaspecten althans, elkaar in deze Nederlandse schrijver van Europees formaat. De totale vergoddelijking van de schriftuur is voltooid. Het onbehagen groeit vooral doordat je de schrijver in een uitzichtloos perspectief ziet evolueren. |
|