Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 280]
| |
□ SyntheseZo gezien is De Taal Der Liefde niet slechts een climax in, maar een synthese van zijn werk. Vorm en inhoud zijn één geworden. Dit komt daarop neer dat Schrijven en Leven nooit als nu een grotere eenheid vertoonden. Schriftuur en levensdrift vallen samen. De doodsdrift is gegroeid uit de angst dat de schrijfdrift zal tanen: ‘Ik ben vaak panies bevreesd, dat ik nooit meer zal kunnen schrijven.’Ga naar eindnoot(347) Als hij schrijft: ‘De Kunst, die geeft houvast, door hare volstrekte nutteloosheid’Ga naar eindnoot(348) dan kan dit, in de lijn van de homoseksuele vervalsing, schijnbaar leugenachtig klinken. Maar de esthetische ironie zorgt ervoor dat je met dergelijke bestaanslogans alle wegen op kunt. In feite bouwt Van het Reve in De Taal Der Liefde reeds langs de weg van de selfdefense, het kader op van zijn volgende boek Lieve Jongens. Langzamerhand immers droogt de bron van het verleden op. Door het afwijzen van de vermenselijking der homoseksualiteit in deze ‘roman’, kan hij de weg openen naar een strict gesloten, volkomen narcistische en honderd percent gehomoseksualiseerde tekst als Lieve Jongens. In geen geval kan je beweren dat Van het Reve onbeslagen ten ijs komt. Integendeel. Ongeacht hoe, schrijven moet hij. De drank heeft die angst versterkt of omgekeerd, door de angst is de drank in zijn leven gekomen. Als hij schrijft: ‘Seks, drank en Dood, deze drie; maar de meeste van deze is de Dood’Ga naar eindnoot(349) dan begrijp ik deze beroemde reviaanse | |
[pagina 281]
| |
slogan verdomd goed. Deze woorden zijn de samenvatting van een leven. Ik zie er signalen in. Een wrede & eindeloze eenzaamheid, en daarvan is het gehele reviaanse werk een symbool. Wat in De Avonden en vooral in Werther Nieland latent geformuleerd werd vond, na een pijnlijke schrijfstilte en een depressieve periode van teksttekort, gaandeweg een bredere bedding in zijn beide brievenbundels. Onmiddellijk al is er, zoals ik heb aangetoond, naast het bekenteniskarakter een romaneske lijn aanwezig. Wat latent in het werk vóór 1963 opborrelde, kwam in het epistolaire genre tot het kookpunt. Het kookpunt echter bereikte hij eerst in De Taal Der Liefde. Daarom moest hij terug tot de ‘roman’. Dat kon niet vooraleer hij zich eerst tot ‘romanpersonage’ had gemaakt. Alles vloeit tezamen in dit Grote Boek dat ook weer, net als het Grote Boek uit de eerste creatieve periode, vervelende passages bevat.Ga naar eindnoot(350) Daarmee val ik op mijn uitgangspunt terug. Wel te rusten. |
|