Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd□ Statische structuurDe titel De Taal Der Liefde bevat zoals alles wat met onze homoseksuele schrijver te maken heeft, een dualistische betekenis. Als het revisme of de revistische seks de parel op de homoseksuele liefdeskroon is, dan beschrijft Van het Reve in feite de mislukking ervan. Ik toonde al aan dat dit revisme een zwak bouwsel van de verbeelding was. Deze seksuele voorstelling vertoont alle kenmerken van de vervalsing. Het groot echec van het revisme was de donkere draad uit de eerste twee hoofdstukken. Van het Reve trekt deze donkere draad thans door in zijn drie laatste hoofdstukken. Ook het revisme wordt als een structuurlijn, als een hulpmiddel tot het opbouwen van een roman, handig in het geheel van de andere structuurelementen aangewend. Inderdaad, de parallellen zijn helder afgetekend: neem het liefdespel met Tijger. Het wordt een gebeuren met afwezigheid van de ‘derde’, wat een revistische voorwaar- | |
[pagina 267]
| |
de is. Ook hier grijpt de ‘ontbranding’Ga naar eindnoot(306) (één orgasme) tussen Woelrat en Van het Reve plaats, zonder de reële ‘derde’. Die bestaat slechts in de verbeelding én als romanvoer! Formeel nu ontstaat er een nieuw specifiek element, in de slothoofdstukken. Waar het gedeelte vóór de brieven een dinamisch tijdsverloop kende en hoofdzakelijk op de actualiteit (1969, Frankrijk) of op de geactualiseerde verleden tijd (1968, Amsterdam) is afgestemd, stolt onze schrijver in zijn slothoofdstukken alle actie en wordt de klemtoon van beweging naar verbeelding verplaatst. Zo ontstaat met de epistolaire draaischijf in het midden, een spanning tussen het dinamische verhaalgebeuren en de statische verbeeldingsubstantie. |
|