Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 211]
| |
□ MarcusianismeHet katholicisme is een must voor G.K. van het Reve. Impliciet werkt het irrationele ervan in dit proza door. De Dood als hoofdthema brengt Van het Reve dichter bij de katholieke interpretatie ervan als eindbestemming. Het schrijven zelf, dat Leven is, is het op gang blijven tussen geboorte en dood. Het schrijven is de brug en de verzoening tussen beide uitersten. Hoogtepunt in dit tweede brievenboek wordt de toast op de Dood naar aanleiding van een ‘dodenfeest’Ga naar eindnoot(192): ‘Ik stond op, en hief het glas voor een toost. “Op de dood”’Ga naar eindnoot(193) en drie bladzijden verder wordt dit nogmaals herhaald, maar nu door de majuskel geaccentueerd: ‘Nadat ik het kippengaas van die mij altijd weer zonderling aandoende, pornografiese kurk had gehaald en we tezamen geduldig op de knal hadden zitten wachten, had ik weer de gewone toost uitgebracht: “Op de Dood”.’Ga naar eindnoot(194) Misschien ligt in deze fragmenten een interpretatie vervat voor een zo ambivalente uitspraak als ‘Ik mag nooit meer iets anders schrijven dan wat ik zie, en wie ik ben.’ Van het Reve ziet de Dood en is homoseksueel. Dit voert mij naar een andere interpretatie: hoezeer viert de doodsdrift, in Freudiaanse zin, haar (voorlopige) triomf: ‘Hoezeer ik wel naar de dood verlangde, en dat ik alleen nog maar leefde om zoveel mogelijk geld te verdienen dat ik aan Teigetje zou kunnen nalaten.’Ga naar eindnoot(195) Herbert MarcuseGa naar eindnoot(196), op Freud doordenkend, toont aan hoe | |
[pagina 212]
| |
in onze maatschappij de seksualiteit georganiseerd wordt en door het realiteitsprincipe beheerst. Daarom verzet de fantasie zich vooral tegen de normale seksualiteit. De vraag is hier in hoeverre men het revisme als een ludiek aspect van de homoseksualiteit kan en mag interpreteren. Ik geloof wel dat het revisme een poging is om aan het realiteitsprincipe en uit het labyrint van dit consumptief landschap te ontsnappen. Daarmee tilt men het realiteitsprincipe uit zijn hengsels en ligt de weg open waar levensdrift en doodsdrift elkaar kunnen vernietigen. Opvallend in Nader Tot U zijn enkele uitspraken die naar de Grote Weigering verwijzen en het technocratische bestel afwijzen: ‘Ik schrijf voor Geld, zoals ik al enige malen eerder te kennen heb gegeven, want er moet van alles worden betaald en voor niks gaat de zon op, en niet tot het heil der mensheid, wat weer niet wil zeggen, dat ik geen maatstaven van kwaliteit een eerlijk vakmanschap aanleg, en evenmin, dat ik de mensen met alle geweld met mijn teksten narigheid en verdriet wil bezorgen, allerminst: als ik met een boek hier en daar een lichtstraaltje kan brengen in deze als een filosofies heelal uitdijende woestijn van glas en beton, dan doet mij dat deugd en stemt mij dat dankbaar.’Ga naar eindnoot(197) Complex is deze volzin wél en alweer, niet te begrijpen zonder voorkennis van de esthetische ironie. Compleet marcusiaans kan je dergelijke uitspraken allerminst noemen, tenzij met enige ironie. Fundamenteler klinkt het wel, even verder: ‘(...) maar een moeilijk vraagstuk blijft het: ons bestaan blijft een nooit aflatend | |
[pagina 213]
| |
pogen, we zijn op weg, op reis als het ware, en de mensen hebben veel te veel televisietoestellen en bromfietsen, waardoor de stem van het waarachtige zelf wordt verstikt, zodat ze niet meer beseffen dat God een boodschap aan ze heeft - dat schrijven de koeranten trouwens ook.’Ga naar eindnoot(198) Ik cursiveer maar nogmaals, maar opnieuw klinkt alles tweeslachtig. Feit is in elk geval dat Van het Reve, alhoewel hij een bepaalde voorliefde voor het technische bezit (de motor, de auto ondermeer) het technologische, dat wat het zelf verstikt, afwijst. ‘Ik ben geen nihilist, magies realist, neo-realist of naturalist,’ schrijft hij, alweer met de kroontjespen, in facsimile afgedrukt op de flap van zijn boek, ‘maar sta, met reeds een duidelijk mistieke inslag, ongeveer op de grens tussen de Romantiek en de Decadentie.’ Het Geld als doel wijst hij dan ook af, en alhoewel ik hier nog nergens dieper ben ingegaan op de typisch reviaanse schraapzucht, een soort gierigheid jawel, duikt de soberheid overal in zijn werk op. Zijn hekel tegen de verspilzucht sluit dan ook wel erg goed aan bij de mystieke inslag van onze schrijver. Ligt de ascese immers niet ten grondslag van de mystiek? Verwijzend naar de ‘Van het Reve hoogmoed, die zich vooral uit door de neiging, paradoksale en aanstootgevende uitspraken te doen’Ga naar eindnoot(199) kan je de reviaanse paradox zelfs uit de conceptie van Nader Tot U aflezen: in tegenstelling tot Op Weg Naar Het Einde werden alle brieven geschreven vanuit een vaste standplaats, namelijk Greonterp, Huize ‘Algra’. Naar het einde toe van dit tweede brievenboek heeft hij | |
[pagina 214]
| |
Huize ‘Algra’ in katholiek perspectief, omgedoopt tot Het Huis genaamd ‘Het Gras’. Of dit paradoxale nu opgelost wordt in het ironisch esthetisme of in de relativerende humor, het blijft constant aanwezig. Tijdens het getuigenverhoor op het Ezelproces verklaarde Mevr. Droogleever Fortuyn (de dichteres Vasalis): ‘Maar omdat zijn humor niet wordt verstaan, ontstaat er bij sommige lezers kortsluiting.’Ga naar eindnoot(200) Eerder al had zij voortreffelijk het paradoxale van Van het Reve's psyche geformuleerd. In haar rapport schreef ze: ‘G.K. van het Reve is een persoonlijkheid samengesteld uit vele paren tegenstrijdige tendenzen, die elkaar in een (uiterst précair) evenwicht houden...’Ga naar eindnoot(201) Het mechanisme van de esthetische ironie kennend, en op de hoogte van het feit dat het angelistisch kenmerk van de homoseksuele psyche uitgerekend het dualisme is, kan elk misverstand omtrent G.K. van het Reve's geschriften alleen maar een moedwillig misverstand zijn. Binnen de ‘vele paren tegenstrijdige tendenzen’ is voor Van het Reve het communistisch milieu ‘een perverse tak van het christendom’ en kan hij, met dezelfde adem waarmee hij de uitvoerige, hier besproken homoseksuele scène in Nader Tot U uitschrijft, aan zijn rechters verklaren: ‘Mijn werk is buitengewoon kuis en puriteins.’Ga naar eindnoot(202) |
|