Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd□ Luchtheld, Luchtengel, luchtprinsGa naar eindnoot(179)Het lijkt wel of het zo typische reviaanse aspect: de esthetische ironie hier met de humor een zusje krijgt, die alle te scherpe tegenstellingen wat afrondt. Nou ja, Van het Reve wordt wel een dagje ouder, dat moet gezegd. Veertiger is hij wanneer hij Nader Tot U schrijft. In het uitgesponnen verhaal omtrent Gerard N., of L., of S.Ga naar eindnoot(180), een handelsreiziger uit Den Haag, knutselt Van het Reve aan een definitieve vorm van het revisme. Trouwens, al van bij de aanvang van Brief uit het Huis genaamd ‘Het Gras’ staat in visionaire raccourci's dit revisme uitgetekend. Vijf jaar geleden immers ‘verliet ik mijn woning voor een wandeling langs de haven, in de huichelachtige stemming waarin men denkt zichzelf wijs | |
[pagina 209]
| |
te kunnen maken dat men zich slechts voor wat frisse lucht gaat vertreden, terwijl het doel in werkelijkheid geen ander is, dan weer eens flink rond te hoereren.’Ga naar eindnoot(181) In een paar prachtige bladzijden beeldt hij de matrozen van een opleidingsschip van de koopvaardij uit; ‘de geur (...) van goedkope zeep, leder en jongenszweet, waarin heel mijn sterfelijk verlangen wordt belichaamd’Ga naar eindnoot(182) maken ons hoofdpersonage krolser dan ooit en met de kroontjespen tovert hij dan ook, met het bijbelse getal zeven als uitgangspunt, mooie jongens die de titel Jongensprins der Zeeën en Jongenskoning aller OceanenGa naar eindnoot(183) zullen dragen. Als de verbeelding is uitgeput, ontmoet hij wat verder de reeds genoemde handelsreiziger uit Den Haag die hij naar zijn huis meetroont. Deze Hagenaar blijkt zo'n cleane vent te zijn dat hij geur- en kleurloos is: ‘Nog steeds kon ik geen geur aan hem ontdekken, en zelfs in zijn kruis zweette hij niet.’Ga naar eindnoot(184) In deze passage die 10 bladzijden beslaatGa naar eindnoot(185) lees je een echo op de drie slothoofdstukken uit De Taal Der Liefde en het tijdeloos gebeuren uit Lieve Jongens: er gebeurt letterlijk niets, er wordt wat gepraat, betast en wolken van verbeelding schuiven aan deze prozahemel voorbij, eindeloos. Hier bouwt Van het Reve, bewust en knap uitgekiend, een geseksualiseerde climax op, maar binnen de esthetische ironie slaagt hij er in het orgastische orgelpunt te vernietigen. De bedscène met Gerard N., of L., of S. sluit dus met een anticlimax af: ‘N. moest nu weg, en dat kwam eigenlijk ook wel goed uit, want over niet al te lange tijd zou Wimie thuiskomen | |
[pagina 210]
| |
uit zijn kantoor, en al te grif zijn jaloerse scene opvoeren, al had ik niets anders gedaan dan het verstrekken van seksuologisch advies.’Ga naar eindnoot(186) En het jonge vriendje van Gerard N., ‘nog pas negentien, en dat straaljagerpiloot was’Ga naar eindnoot(187), elders ook Luchtheld, Luchtengel, luchtprins en tenslotte SekspilootGa naar eindnoot(188) genoemd, dat met Van het Reve als getuige en voyeur aan Wimie zou overgeleverd worden, is inmiddels in Drente te pletter gevallen.Ga naar eindnoot(189) Schitterend voorbeeld van esthetische ironie, in narratief verband uitgewerkt en door de schrijver bij wijze van conclusie scherp geformuleerd: ‘Het revisme zou eindelijk tot ontplooiing komen en, vanuit een nederig krothuis in Amsterdam, zijn heilbrengende zegetocht over de wereld aanvangen.’ Na het bericht van het ongeval: ‘Het revisme had weer een gevoelige klap gekregen: ook hij was mij ontsnapt, voorgoed, die zeer ondeugende, gevleugelde lieveling en stouterd (Icare.Icare.), zoals na hem nog wel deze en gene zouden volgen, al wist nog niemand wie het zouden zijn.’Ga naar eindnoot(190) Aangekondigd in de slotbrief van Op Weg Naar Het EindeGa naar eindnoot(191), uitgewerkt in Nader Tot U in de net beschreven passage, wordt het revisme gedeeltelijk in De Taal Der Liefde en volledig in Lieve Jongens een typisch sado-masochistisch en bijgevolg volledig homoseksueel gekleurd structuurelement. Ook hier weer is de lezer(es) getuige van een schrijfproces. |
|