□ Humor
Helemaal gespeend van de zo typisch esthetische ironie is Nader Tot U toch ook niet. In Van het Reve's (misschien) droevigste boek komt een heel groot aantal humoristische passages voor. Op het einde ervan, waar hij de ondergang van het revisme beschrijft, lezen we een esthetisch ironisch vuurwerk. Nu mogen we de esthetische ironie helemaal niet verwarren met humor; de esthetische ironie vernietigt de opgeroepen tegenstellingen, de humor relativeert ze. ‘Ik zou wel willen, dat U om dit boek erg moet lachen, en niet meteen begon te tobben: het is maar literatuur, moet U bedenken’, schrijft, met zijn kroontjespen, G.K. van het Reve op de achterflap van zijn tweede brievenboek. Gek misschien, maar hier doet men er best aan voor één keer Van het Reve letterlijk op zijn woord te nemen.
Doordat de humor zich eerst naar de tweede helft van de brievenbundel toe expliciet begint te manifesteren, is het moeilijk om aan dit reviaanse aspect een structurele band toe te schrijven. Gaandeweg, in de voorlaatste brief (en eerst de helft van deze brief voorbij) bij Bullie van der K. knetteren de lachertjes los. Dat Van het Reve zolang met zijn lachsalvo's uitblijft is, dunkt me toe te