Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd□ Brief uit AmsterdamDoor een geraffineerde stielbeheersing, verdomd Van het Reve ként zijn ambacht! slaagt Kunstbroeder Nummer Eén er in een rijke variatie in zijn briefgenre te brengen. Zijn tweede reisbrief vertoont aldus, ondanks en dank zij het desultorische, een hechte structuur. Nà het problematisch gestelde schrijverschap wat de inhoud van de eerste brief is, komen in zijn tweede de religie, de dood en de homoseksuele liefde aan bod. De dood is een constant thema, ook in zijn fictieve werk. De homoseksualiteit is slechts in zoverre nieuw, dat ze hier een manifest uitgesproken karakter bezit. Maar de feitelijke verrijking komt ditmaal van het katholicisme. De katholieke en de literair creatieve wedergeboorte zijn één. Ervaringen en gebeurtenissen worden hier in de winter gesitueerd. Mijn lezer(es) zal zich nog mijn winterkapitteltje herinneren!Ga naar eindnoot(55) Dit is dan meteen ook een continuïteitsfactor in Van het Reve's oeuvre. Bewuste structuur? Misschien wel. Het kan toch ook geen toeval zijn dat Van het Reve van zijn tweede brief een wintertekst maakt, gezien het trieste gebeuren dat er aan ten grondslag ligt: de hoofdlijn wordt hier getekend door een afgewezen liefde. Wimie heeft zijn vriend Gerard verlaten. Hij heeft ‘zich van 26 oktober af, zogenaamd voorgoed, | |
[pagina 159]
| |
in het Verenigd Koninkrijk (...) gevestigd om aldaar, met de verblindend aantrekkelijke en inderdaad aanbiddelijk lieve, 23-jarige loodgieter M. uit de Engelse stad I., in Londen een Nieuw Leven te beginnen.’Ga naar eindnoot(56) Zo kan je het feest bij mevrouw Oofi als een vluchtpoging interpreteren. Ten allen prijze wil onze bedroefde schrijver het verdriet vergeten. Deze Courtsmahlerige, kitscherige vertellijn wordt door de reviaanse ironie echter op een sublieme schrijfhoogte gebracht. Deze tweede brief is een document waarin de peilloze afgrond van de menselijke psyche gestalte krijgt. |
|