Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd□ MarionettenG.K. van het Reve bevindt zich, zelf schrijver, tijdens de International Writers Conference in een literair decor. Hij wordt omringd door zijn ‘kunstbroeders’Ga naar eindnoot(45) en | |
[pagina 152]
| |
tijdens zijn heenreis is ondermeer de Engelse auteur Angus Wilson zijn metgezel. Een schrijffestival zoals dit PEN-gebeuren te Edinburgh is een schrijversonderwerp par éminence. Kortom, het is ál schrijven dat de klok slaat! Meteen voor Van het Reve een unieke kans om direct en indirect, positief en negatief langs de andere om, het schrijverschap te bepalen. Twee slachtoffers zijn Alain Robbe-GrilletGa naar eindnoot(46) en Henry MillerGa naar eindnoot(47). Is het binnen het reviaanse dualisme toeval dat de Fransman om zijn formele en de Amerikaan om zijn thematische image zal toegetakeld worden? Ik denk het niet. Knap is de keuze in elk geval, maar allerminst rechtvaardig is de agressieve uitval. Laten we even van dichtbij kijken. Robbe-Grillet wordt, langs enkele waanideeën van kunstbroeder Wilson, voorgesteld als de dictator die schoonschip zal maken met de traditionele prozavorm. Van het Reve is Troost in Schrijfnood: ‘Ten eerste is Robbe-Grillet een warhoofd. Ten tweede: men zou over wat hij en zijn volgelingen maken, een artistiek oordeel kunnen vormen, indien men in staat zou zijn het uit te lezen, maar we weten allemaal dat hun boeken even onleesbaar zijn als de nieuwe kleren van de keizer onzichtbaar.’ Let op de techniek: via zijn kunstbroeder Angus Wilson, komt Van het Reve tot zijn persoonlijke vernietiging die hij uiteindelijk, langs het pronomen ‘wij’ - de pluralis majestatis, niet een reviaanse gewoonte nochtans - generaliseert. | |
[pagina 153]
| |
Bij Henry Miller gaat het vooral om de inhoud. ‘Hoe ooit iemand de geschriften van deze zwetsende zelfverheerlijker ernstig heeft kunnen nemen is mij een raadsel, gezien de vervelende opendeurintrapperij en het losgeslagen kleinburgerdom, die er de grondslagen van vormen, alles vermengd met theosofie uit Westfriesland van 1910, en dan nog onverteerbaar slecht geschreven; zo zou ik het overjarig vitalisme van deze oude bosneuker willen omschrijven, die, in zijn kruistocht tegen de bekrompenheid, zelve de vlees geworden geborneerdheid is.’ Verder gooit hij er de predikaten ‘eeuwige jongeling’, ‘de profeet’ en ‘deze oude phallus (...) uit Californië’ tegenaan. Hier, alweer, loopt het mechanisme van de selfdefense gesmeerd. Formeel heeft G.K. Van het Reve met Alain Robbe-Grillet de maniakale schrijfgewoonte gemeen interieurs, omgevingen en objecten met exquise precisie te beschrijven. Met Henry Miller heeft hij het irrationalisme - die bonte, wondere, esoterische samensmelting van sex en religie - en het desultorische gemeen. Het desultorische bij Henry Miller is eerder geaard in de associatieve en onderbewuste schriftuur uit de westerse traditie van het surrealisme, waar het bij Van het Reve eerder een gevolg is van homoseksuele en dus psychische achtergronden.Ga naar eindnoot(48) Met een soort van intuïtief-essayistische gooi met de pet, zou ik durven stellen dat Van het Reve beide buitenlandse auteurs wil vernietigen om des te beter zijn eigen identiteit te kunnen vastleggen. De Nieuwe, de Verrezen Schrijver wenst en wil aan niemand schatplich- | |
[pagina 154]
| |
tig zijn. O Paradox! Met de christelijke nederigheid zoals die zo mooi van op de katholieke preekstoelen wordt afgekondigd, heeft hij de katholieke hoogmoed der zelf-affirmatie gemeen. Zoals er maar één katholieke kerk is met inbegrip van de Waarheid, de Weg en het Leven, zo is er maar één Schrijver: G.K. van het Reve. Zoals er maar één paus is, is er maar één markies: G.K. van het Reve... Mét de manifeste belijdenis van de homoseksualiteit groeit de manifeste belijdenis van het schrijverschap. |
|