Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd□ Werther Nieland & het IrrationeleMet dit boek, naar reviaanse maatstaven een ‘roman’ te noemen, zijn we al een stap dichter bij de authentieke Van het Reve. Terwijl De Avonden in (een vaak als eerste persoon aangevoelde) derde persoon vertrekt, mét omschakelingen op de eerste, kondigt zich in Werther Nieland van meetaf aan - in de eerste zin al - een eerste persoon aan. Al blijkt de ‘ik’ zes bladzijden verder een ‘hij’, met name ElmerGa naar eindnoot(107), te zijn, toch is dit alhoewel nog steeds binnen het fictieve kader geprangd, een stap dichter bij het irrationele Ik Van het Reve. Zes bladzijden lang trouwens houdt de schrijver de schijn op dat hij, vanuit zijn herinneringen, een autobiografisch verhaal zal schrijven. Ook hier is volkomen identificatie uitgesloten. Door de fictie wordt ze trouwens onmogelijk gemaakt. Generaliserend kunnen we stellen dat compleet identieke elementen uit De Avonden hier nog eens worden overgedaan. Er is opnieuw de dierenmishandeling. Er is opnieuw de broederhaat. Er is opnieuw het sadisme (veelal in de verbeeldingswereld van de personages). Er is opnieuw het pijnigen van planten. Er is opnieuw de droomsubstantie, als je wil. Hier echter lezen we niet meer zoals in zijn vorige roman, de uitvoerige droom- | |
[pagina 96]
| |
beschrijvingen. In de uiterste ogenblikken van eenzaamheid en alleenzijn tekent Elmer zijn gedachten op en verbergt dan ‘dit velletje onder een kist bij de andere beschreven papieren’Ga naar eindnoot(108). Het irrationele dat ontstaat uit de botsing tussen de beleefde en de verbeelde werkelijkheid, tilt deze geschreven gedachten op het droomniveau. Uitgerekend de hier opgesomde elementen pigmenteren het irrationele. Met een zin als: ‘Ik kreeg het verlangen hem op een of andere wijze te kwellen of geniepig te bezeren’ wordtGa naar eindnoot(109) een authentieke trek van het revisme, vele jaren voor het revisme een slogan wordt in het werk van Van het Reve, expliciet aangekondigd. De masochist G.K. van het Reve krijgt hier, langs de explicieter irrationele vormgeving die Werther Nieland tenslotte is, voor de eerste maal duidelijke contouren. Masochisme is immers de verbinding van het idee van kastijding met seksueel genot wat een zich verlustigen in lijden meebrengtGa naar eindnoot(110). Alleen moeten we nog tot 1963 wachten op een duidelijke formulering van de (homo) seksualiteit. Andersom is het ook zo dat deze irrationele momenten, en het zijn er vele in deze tweede korte roman, ons onwillekeurig drijven in de octopusarmen van de dieptepsychologie. Is zij immers niet dé Filosofie van het Irrationele?! Zelfs binnen het fictieve kader van een roman slaagt Van het Reve er in de homoseksualiteit als perversie in een van haar criteria (die het mogelijk maken van ont- | |
[pagina 97]
| |
aarding met perversiteit te spreken), de vernietiging, romanesk te formuleren. De geperverteerde is negatief, hij vernietigt, hij vervalst, hij ontvlucht het werkelijkheidsprincipe en hij leeft zijn doodsinstincten ten koste van de levensinstincten uit.Ga naar eindnoot(111) |
|