Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd□ Luctor et emergoAl wordt Andreas Burniers fijne Van het Reve-studietje het enige wat ik voor mijn Reve-boek gebruik, mijn tijd is daar om onder haar gedachtengang uit te komen. Zij spreekt van een grotere ‘literair-technische kwaliteit’ (dan de betogende bundels waarmee ze het werk sinds 1963 omschrijft). Stijl kan ze hier zeker niet bedoelen, want de mooischrijverij is eerst echt begonnen in 1963. Ik vermoed dat zij de verhaalstructuur bedoelt. Welnu, als je De ondergang van de familie Boslowits met de structuurreüssite van De Avonden vergelijkt is er wel enige onevenwichtigheid te ontdekken. De structuur van dit Joodse verhaal wordt voornamelijk bepaald door de toevoer van herinneringen. Binnen nauwelijks dertig bladzijden lezen wij een raccourci van ongeveer twaalf jaar. In de tweede alinea van het verhaal vernemen we dat Van het Reve zeven jaar was. Geboren in 1923, brengt dit de aanvang van het verhaalgebeuren op 1930. In de eerste oorlogsjaren wordt de familie gedeporteerd. Dan is Van het Reve tussen de zeven- en achttien jaar. Feit is dat binnen dit tijdgebeuren de verste herinneringen het kleinst, de recentste het grootst in aantal zullen zijn, rekening houdend met de geheugenfactor. Dat is dan ook zo. Zo ontstaat wel enige disproportie niet in | |
[pagina 66]
| |
de hoeveelheid, maar wel in de waarde van de herinneringen die hier worden opgeroepen. Ik bedoel daarmee alleen dit: de eerste herinneringen die contactbeschrijvingen zijn met de familie Boslowits kennen een vlug, een geaccelereerd, en geaccentueerd verloop. De latere herinneringen worden breder opgengesmeerd en zijn soms minder relevant. Dit wordt, en dat pleit voor de Geboren Schrijver, ruimschoots vergoed door het scheppen van een niet nader genoemde spanning: de Joodse familie als voorwerp van de Duitse mensenjacht. Muggeziftend kan je wel zeggen dat er in en door deze accumulatieve vertelmethode een zekere discrepantie aanwezig is tussen de eerste groep en de tweede groep herinneringsflarden. Straks vindt G.K. van het Reve, als bij wonder en zichzelf niet bewust van de gelukslag in De Avonden een ordenend principe. Hij zal dit slechts eenmaal en voor zijn enige roman, vinden. Normaliter is de redelijke opbouw niet zijn sterkste zijde. En het vele onredelijke (irrationele) in zijn fictieve werk bleek op den duur wél te werken binnen kortere verteleenheden. Na Werther Nieland waarover straks (wat het structuuraspect betreft) méér, valt het reviaanse werk in verhalen uit elkaar. Verhalen waarin de ironie het narratief onvermogen van de Maker moet verdoezelen. Maar ik loop vooruit als een ongeduldig kind dat de echtheid van Sinterklaas aan het trekken aan diens baard wil toetsen. Terug tot het goede debuutverhaal, wat De ondergang van de familie Boslowits tenslotte is. | |
[pagina 67]
| |
Ongeacht de structurele schoonheidsvlekjes, is voldoende materiaal voor handen dat het verhaal voedt en stuwt naar een nieuwe dimensie, deze van de tragiek. Als tante Jaanne en haar zoon Hans worden opgehaald, dan komt het verrassingsmoment door de zelfmoord van de oude Boslowits. Natuurlijk in die indirecte stijl geschreven, zodat de lezer zelf moet aanvullen wat het koud om het hart maakt. Nadat een vriend van ten huize met de hulp van een man het lijk in de grachten heeft gegooid, krijgen we in hun beschouwingen voor het eerst ook de typisch reviaanse emfatische stijl die een blijvend kenmerk wordt. Het epifanisch karakter ervan ontstaat uit de spanning tussen de daagse werkelijkheid en de verheven beschouwing: ‘Tot die tijd besprak men alle dingen: de afstanden der planeten, de vermoedelijke duur van de oorlog en het al dan niet bestaan van een god.’Ga naar eindnoot(64) Een zin als een reviaans signaal, zeg wel, die meteen wijst op de mogelijkheden van een soms kosmisch taalgebruik. Mogelijkheden die G.K. van het Reve eerst zal aanboren, als het Hollands realisme (de in de traditie gevatte & gevangen vertelkunst, die nog steeds zo'n succes kent in het Noorden) in hem is uitgebloeid en uitgebloed. Een handvol schrijfmogelijkheden biedt hem (later) de katholieke mystiek. |
|