Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd□ KitschZe defileren, de bizarre objecten. Kitscherige bizarrerieen, van nu af aan krijgen ze een vaste plaats binnen de bladzijden. Ik denk hier aan ‘een klein beeldje’ in de kamer van de jonge Hans Boslowits dat ‘een hondje van zeep bleek te zijn’Ga naar eindnoot(61) Er is de met extreme precisie beschreven schrijfdoos, die het bezit is van Hans. Bezie dan de zonderlinge armstoel ‘twee meter lang, bekleed met leer en rustend op een ronde, metalen voet.’ Er zit een rad aan vast ‘welks stand de helling van de zetel bepaalde.’Ga naar eindnoot(62) Er zijn de ‘antieke, koperen emmertjes’ die als cache-pots dienen. Er is de Loriton-plaat ‘bruin, dun en naar het scheen, van karton of papier vervaardigd. Eén zijde slechts was bespeelbaar.’Ga naar eindnoot(63) Toch is de speelduur dezelfde als van een normale fonoplaat. Vanzelfsprekend creëert de schrijver met het oproepen van deze vreemde objecten een vreemde, en zelfs vervreemdende sfeer die het Joodse milieu mee helpt kleuren. Maar elders, en heviger nog, zal het blijvende reviaanse schrijfgewoonte worden. Lees, zeventien jaar later de beschrijving van scheeps- en hotellounges in de Brief uit Edinburgh. De klimaatscheppende kitschopsommin- | |
[pagina 65]
| |
gen en -beschrijvingen zullen dan schering en inslag worden. |
|