Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |
□ Het TaalhuisHet zij zo: alles wat ik vertel, zal eenzaam moeten zijn. Ik zal deze dingen moeten schrijven, of ik zal niet schrijven, en indien het mij, ‘kleine slaaf van poëzie en taal’, eens zou mogen gelukken Het Boek Van Het Violet En De Dood te schrijven en te voltooien...Ga naar eindnoot(17) ...en de tekst zou moeten beginnen met een regel zoals tevoren niet door enig mensenkind geschreven, en zoals nadien nooit meer door iemand zou worden neergezet.Ga naar eindnoot(18) Ik begon na te denken over de zin van mijn bestaan en, vooral, over de geldigheid van mijn schrijverschap.Ga naar eindnoot(19) Als er zo een stilte geweest is, moet ik er over schrijven, altijd weer, tot aan de Dood toe, dat weet ik nu, want het is niet anders.Ga naar eindnoot(20) Als je het opschrijft, staat het meteen op papier ook.Ga naar eindnoot(21) Hij sprak netjes, met een min of meer Haags aksent, maar in slechte woordkeus, en zijn clichés, die ik soms al een halve zin van tevoren kon aankondigen, deden mij soms bijna kreunen.Ga naar eindnoot(22) Maar er waren, dat moest ik eerlijk toegeven, ook wel mooie dingen bij geweest, die verdienden opgeschreven te worden, want wat had de reeds zo beproefde mensheid aan geschriften die uitsluitend ‘een sombere levensvisie ademden’?Ga naar eindnoot(23) |
|