ren vermeerderd, in het vervolg wel afzonderlijk uit.
Schoon ik het dichtstuk op het Onderwijs van Doof-stommen behouden heb, kwam het mij evenwel niet gepast voor het afbeeldsel van onzen verdienstelijken guyot er weder bijtevoegen: dewijl hetzelve niet slechts in mijne Gedichten en Redevoeringen gevonden wordt en in den boekhandel afzonderlijk verkrijgbaar is, maar bovendien reeds in het 24ste Deel van het Vervolg op wagenaars Vaderl. Historie voorkomt.
Voorts heb ik eenige verzen, in de eerste uitgave geplaatst, achter gelaten; anderen omgewerkt, de meesten veranderd en allen met naauwkeurigheid nagezien en, naar mijn vermogen, beschaafd. Ik heb er, overigens, eenige verspreide en een aantal nieuwe gedichten bijgevoegd, en heb