Dichtkundige ziele-zangen
(ca. 1720)–Philippus van Sorgen– AuteursrechtvrijOp de Wijse: Nadien de Godlykheid.1. Hoe word mijn herte Heer
Van alle kant soo zeer
Door soo veel list besprongen?
Hoe komt die Helsche Slang
Op my aangedrongen,
En maakt mijn Ziel soo bang?
2. En mijn gantsch snoode hert,
Hoe maakt het my verwert,
Dat ik niet door kan breken
Waar dat ik sit of sta,
Ach! hoe veel gebreken
Sleepen my achter na?
3. Ook bid de Wereld my,
Dat ik dog hares zy,
Dan komt dien Ziel verleider
Met listen op my aan,
| |
[pagina 132]
| |
Op dat hy my weder
Mogt in zijn net doen gaan.
4. Ach Jesu! ô mijn Heer,
Moet ik dan nog soo seer
Van u zijn afgedreven?
Sal in die wreede magt
Mijn Ziele langer leven,
Die nu is sonder kragt.
5. U bid ik, ô mijn Heer,
Laat my dog nimmermeer
Van uwe wegen wijken,
Blijf my dog altijd by:
Want ik moet bezwijken
Als ik niet by u zy.
6. Komt woond dog in mijn hert,
Eer dat het sterft van smert;
U met u Geest alleene
Soekt het; ja is u deel,
U deel, anders geene,
Neemt gy het dog geheel!
7. O Jesu, kom dog aan,
Doe gy het tot u gaan,
Jaagd gy die vreemde Heeren
Met al haar magt daar uit,
Doet het tot u keeren,
Dit is dog u besluit!
8. O wereld, snoode vlees,
Waar toe dog al u vrees,
Dat ik u sal begeven?
Hebt gy dan niet beschoud
Wat Jesus moest geven
Eer hy my heeft getroud?
9. Heeft het u wel een traan
Doen uit u oogen gaan?
| |
[pagina 133]
| |
Kostend' u zoo veel sugten,
(Op dat ik wederom
Soo den dood ontvlugten)
Als mijnen Bruidegom?
10. Wat wilje my geheel
Nog hebben tot u deel?
Zijt gy soo rijk als Jesus?
Gy bent een bedelaar,
Als gy staat by Jesus,
Weg dan met u gebaar!
11. Of denkje datje hier
Door al u loos getier,
En door u slimme treken,
My zult bewegen nog,
En tot u dienst preken
Door al u slim bedrog?
12. Denkje dat ik niet ken
En soo vergetig ben
Hoeje my had gebonden?
Dat heeft hem veel gekost
Eer ik van mijn sonden
Ben door veel bloed verlost.
13. Jesu u Heilig Hert
Heeft het u te seer gesmert,
En 't heeft u boven maten
In uwe Ziel geraakt,
God moest u verlaten
Eer ik wierd vry gemaakt.
14. Meend gy ô Wereld nu,
Dat'er nog iet voor u
Overig is gebleven?
Neen, die voor my geheel
Sig ging overgeven,
Die kies ik tot mijn deel!
| |
[pagina 134]
| |
15. Weest my dog niet meer aan
Om u ten dienst te staan,
Want dag: wat sal 't u baten,
Soo ik een kleinen tijd,
Die u moet verlaten,
Was tot u dienst bereid?
16. Hebt gy dan dienst van doen,
Laat het u and're doen,
Die hier u vreugd genieten:
Gy zijt haar Hooft gestelt,
't Kan haar niet verdrieten,
Hoe gyse bind en quelt.
17. Ik heb een ander God
Verkregen tot mijn lot,
Die kan ik niet verlaten,
Die wil voor u niet meer
Over in my laten,
Alles is voor dien Heer.
18. U Jesu kleef ik aan,
Laat my niet van u gaan:
U Dienst is regte vryheid:
Wat slaafschen dienst ooit gaf,
Acht ik by u blyheid
Niet meer als enkel draf.
19. O Koning, gy alleen,
Gy Jesu anders geen,
Gy zijt al mijn begeeren:
Als ik u maar erlang,
Sal het my niet deeren,
Of het my valt wat bang.
20. Als ik u Geestes gloed
Nog soo wat missen moet,
En in mijn Ziel niet smaken,
U, Jesus blijf ik by:
| |
[pagina 135]
| |
Wild gy my los maken:
Ey weest versoend met my.
21. Agt gy my dan niet weerd,
Dat gy mijn zaak aanveerd,
Doet het dan om die liefde
Die uwe teere Ziel
Soo kragtig doorgriefde,
Om uit dien tuimel-wiel,
22. Waar in ik soo vermoord
Lag door mijn bloed gesmoord,
My weder op te heffen
(O liefde overgroot!
Wie kan u bezeffen!)
Door sulken bitt'ren dood.
23. O mijnen Bruidegom
Siet gy doch na mijn om,
O mijnen lieven Koning,
Hoe kan ik van u gaan?
Mijn Hert is u wooning,
't Moet voor u open staan.
24. Vaar wel ô snoode vlees,
Gy oorsaak van mijn vrees,
Dat's voor u wreed verkrachten;
Siet niet meer na my om:
Wat ik ga betrachten
Is voor mijn Bruidegom.
25. Daar Jesu, daar 's mijn hert,
Dat soo geheelijk werd
Om u, tot u gedreven,
O Jesu, daar is 't geheel,
Gy deed 't weder leven,
U kiest het tot zijn deel.
26. Daar is 't heel end' al,
Nu het u dienen sal,
| |
[pagina 136]
| |
Laat het geen vreemde Heeren:
Gy hebt het dier gekogt:
Laat 't nooit van u keeren,
't Is in u magt gebrogt!
A.V.V. In Deventer, den 18. Febr. 1676. |
|