Dicht-kundige ziele-zangen, op-gesongen door verscheyde zangh-lievers
(1681)–Philippus van Sorgen– AuteursrechtvrijStem: Psalm 5.
I.
‘k Gelijck u mijn vrindin by Paerden,
In wagenen van Pharao,
| |
[pagina 121]
| |
U wangen in de spangen fijn,
Lieff lief-lijck uwen hals in peerle,
In peerle snoeren,
II.
Wy sullen goude, goude spangen
Met silver stipkens maken U,
De Bruyt spreeckt.
Terwijle dat de Coninck aen
Sijn ronde Tafel sit, mijn Nardus
Geeft, geeft sijn reucke.
III.
Mijn Liefste een bundelken Myrre,
Een Myrrhe Bundelken my is,
Dat tusschen mijn borsten vernacht,
Mijn Liefste is een Cypres tros in
Engedys Wijngaert.
IV.
Christus spreeck.
Siet gy sijt schoone mijn Vriendinne,
Siet gy sijt schoon, U oogen sijn,
U oogen Duyven oogen sijn,
De Bruyt.
Siet gy sijt schoon, gy syt mijn Liefste,
Ia lieflijck, lieflijck,
V.
Oock groent, oock groent onse Bedt-stede,
De Balcken onser Huysen fijn,
De Balcken onser Huysen sijn,
Sijn Cedren, onse Galeryen
Die sijn Cypressen.
|
|