Aanhangsel, of tweede deel, van de dicht-kundige ziele-zangen, op-gesongen door Philippus van Sorgen en verscheide andere zangh-lievers(1688)–Philippus van Sorgen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio 145] [fol. 145] De Volmaakte Iesus, In zijne Lievelingen volmakende, ‘t gunt in haar ontbreekt. Stemme: Psal. 146. Of, Philis quam Philander tegen, &c. 1. Zoete Iesu zuiv’re zoetheid, Deel my van uw zoetheud meê; Mengt een dropje, door uw goetheid, In mijn bitt’re ziele wee; Zalf daar meed’ haar doode wond’, My gegeven door de zond’. 2. Heil’ge Iesu, enkel Heilig, Heil’gt my door uw Geest en Woord, Op dat ik mijn leven veilig, En gerust, voltrek nu voort? Dek met uwe Heyligheyd Mijne naakt’ elendigheyd. 3. Ach beminnelijke Iesu, Wisse Liefde, Liefde-bron, O dat ik dog eens in dees uw Well’, mijn ziel-dorst lesschen kon? En dat eens haar vloejing viel In mijn’ uitgedroogde ziel. 4. Waarde Iesu, dierbaar’ Heiland, Die ik hoger houd’ en schatt’ Dan al ’s Aardrijks Bouw- en Weyland, En al ’s Wereldsch Gout en Schat; [Folio 146] [fol. 146] Ey bekroon mijn nietigheid Met uw dier’bre waardigheid. 5. O Volmaakte Iesus! gunt my, Die gebrekkig en mismaakt Ben, te worden (want dat kunt gy) Daag’lix meer en meer volmaakt; Tot ik ben gestegen op Der volmaaktheid hoogste top. 6. Sterke Iesu, Held in ‘t strijden, Iudaas Leeuw, die overwint Alle die u tegenstrijden, Ik ben teerder als een kind; Maak my met uw Sterkte sterk, Dat ‘k mijn geest’lijk werk vol werk. 7. Rijke Iesu slae uw’ oogen Op my arme Bedelaar, Wiens gebrek en onvermogen, U bekent en openbaar Zuhb; werpt my dog ietwat toe In mijn geestlijck arremoê. 8. Goede Iesu goetheid zelve, Laat uw Goetheid in mijn hert Dien verdorven grond doordelven, Die vol quaad bevonden wert: En verdelg dat dood’lijk quaad, ‘t Welk u Goetheid tegen staat. 9. Vriendelijke Iesu Christe, Die de Zondaars vriend’lijk noodt, Trek my (die my vaak vergiste In ‘t bedrijf van sonden snood) Door uw zoete vriend’lijkheid, Uit der zonden dienstbaarheid. A.G. Uit. Vorige Volgende