Aanhangsel, of tweede deel, van de dicht-kundige ziele-zangen, op-gesongen door Philippus van Sorgen en verscheide andere zangh-lievers(1688)–Philippus van Sorgen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Over de Woorden, als Ezech. 16: 5, 6. Op de wijse: O Kersnacht. 1. Hoe wonderbaar zijn u genaden! Hoe onbegrijplijk u weldaden, Die gy bewijst u kind’ren, Heer! Wiens mond of tong sal ooit uytspreken U Liefde groot sonder gebreken? Niemands voorwaar sal immermeer. 2. Op dat ik nog maar stille swijge Van ‘t goed’(soud ik na u niet hijgen) Dat gy my na ‘t lighaam bewijst? G’hebt my gekleet, en kost gegeven, En in u goetheyt laten leven; Mijn Ziel den Heer dog looft en prijst. 3. Ik lag seer jammerlijk vertreden, In mijnen bloede daer beneden, Niemand en sag ik doe ô Heer, Waar ik my keerd’ of henen wenden, Die my kond’ hulp of heyl toesenden, O dit bedroefde my nog meer. 4. ‘t Was al vol ramp en vol ellende, Waerheen dat sig mijn oogen wenden, Als ik doe soo lag in mijn bloet, Seyd’ gy: leeft, leeft, gy sult niet sterven, [Folio 128] [fol. 128] Maer weder heyl en vreugd verwerven; Voelt Ziele wat de Heere u doet. 5. Ik sta versteld, ô groote wonder, Dat my de Heere soo besonder, Door sijnen Geest getrokken heeft: My, my een nietog stof en aarde, Ia minder, nog soo houdt in waarde, Dat hy my sijnen Iesu geeft. 6. Wat heeft, ô Koning, u bewogen, Dat gy met my had mededogen, Soud’ zijn om dat ik beter dogt Als anderen? of om het goede Dat g’in my saagt, Heer, wil verhoeden, Dat ik dog sulcks niet denken mogt. 7. ‘t Is maar alleen u welbehagen En goetheyt, die my heeft ontslagen, En van dien vreemden dienst verlost, Die ik niet sonder groote schaden, Van mijne Ziele seer beladen Ooit dienen sou, of dienen kost! 8. Wonderlijk is u lankmoedigheyt, Seer onnaspeurlijk u goedigheyt: Voorwaer een kostelijke saak: Gy had, ô Heer, in mijne sonden, My smoren konnen als de Honden; Dog hier in had gy geen vermaak. 9. Wilt my, ô Heer nog meer verligten, Op dat ik ook mag and’ren stigten, En dat alsoo u lof, en eer Mijn mond en tonge mag verkonden: Want ick ben steeds aan u verbonden: Hier toe geef dog u Geest, ô Heer! A.V.V. In ’s Hertogenbosch, den 27. Aug. 1675. Vorige Volgende