Aanhangsel, of tweede deel, van de dicht-kundige ziele-zangen, op-gesongen door Philippus van Sorgen en verscheide andere zangh-lievers(1688)–Philippus van Sorgen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio 41] [fol. 41] Op de Verjaer-dagh, Van mijn Oudste Broeder, Tredende op 5/15 February 1676. in sijn 25. Iaer. Eer wy dencken om de tijd, Zijn wy onse Iaren quijt, En wy klimmen op en of, Tot wy dalen in het stof, Elcke telg uyt Adams stam, En wat oyt ter werelt quam, Moeten luyst’ren na die Wet, Eenmael na den Vloeck geset, Datse moeten in de schoot, Eynd’lijck rusten van de dood. Die dan met voorsichtigheyd, Al sijn saecken overleyd, En sijn dingen effen maeckt, Eer den quaden dagh genaeckt, Vind sig nimmermeer verrast, Van dien ysselijcken Gast, Want hy had al over lang, Met dien Macker ommegang, Lieve Broeder, siet ick weet, Dat gy al uw’ Dagen meet, Dat gy al uw’ stonden telt, Die niet zijn te koop om gelt, Want op heden, als het waer, Zijt ghy Vier-en-twintig Iaer, Leeft mijn Broeder, leeft voortaen, [Folio 42] [fol. 42] Blyder, langer, beter Als gy hebt gedaen, Wast in Goddelijcke deugt, In uw’ droefheyd denckt om Vreugt. Wagt wat God uw geven sal, Set hem mate nog getal, Leeft ten vollen vergenoeght Met het geen hy u toevoeght, Laet u sinnen en gemoed, Zijn een huys voor ‘t hoogste goed, Leeft en lieft en looft nu God, Staet met kracht na sijn genot, Tot gy hebt in uw’ besit ‘t Goet waerom gy nu nog bid. P.V. Sorgen. Vorige Volgende