| |
| |
| |
Hoofdstuk X.
Het duurde nog wel zes weken; maar wat waren zes weken?.... Op den 15en van de volgende maand zouden Papa en Mama den dag herdenken, waarop zij vóór veertig jaren in den echt waren verbonden; en was dit heuglijk feit al maanden en maanden te voren besproken, nu, zes weken vóór dien dag, meende Amy van Arichem dat het toch tijd werd om eens ernstig te gaan nadenken wat zij doen zou om dit feest luister bij te zetten. Zij trok zich in haar fraai boudoir terug, zat daar eerst langen tijd in gepeins, nam een sierlijk leitje met een in goud gevat potlood in de hand, en riep toen alle goede geesten op om haar bij te staan.
De hoofdzaak staat daar reeds op het leitje: officieel diner met soirée, en bal ten besluite. Die soirée echter had haar eenig hoofdbreken gekost. Die moest immers iets bijzonders, iets karakteristieks bevatten, iets wat iedereen maar zoo niet bedenken kon! Zij had al vaak een gewichtig gezichtje gezet, zij had het aardige kopje al dikwijls bedenkelijk geschud, zij had al gedacht: zou er niemand zijn die mij in deze netelige quaestie helpen kan? - maar zie, nu had zij het gevonden! Er zou komedie gespeeld worden, en.... wat
| |
| |
er gespeeld zou worden?.... Een speciaal voor die gelegenheid onder hare leiding vervaardigd stukje; neen, twee stukjes!.... en zij klapt in de mooie handjes van pleizier. - Schielijk wordt haar toilet nog met een paar kleinigheden voltooid, en reeds is zij op weg naar hare vriendin Marguérite van Duin.
Het was bij Marguérite dien morgen een tafereeltje, nu wel geen Jan Steen, maar toch iemand in zijn genre, die zijn modellen echter meer in de deftige wereld zoekt, waardig. - Marguérite was nog bezig de restes van het ontbijt weg te ruimen, een dor ‘lievelingen’ zat op den grond met allerhande speelgoed om zich heen, de andere lag 't uit te kraaien, en Marguérite zelve stond daar met een kopje in de hand, dat zij afdroogde, en dat ontevreden trekje op het mooie gezicht, waar haar man zoo bang voor was. - Hij was ‘natuurlijk’ weer naar de Griffie. - De stoelen, die her- en derwaarts verspreid stonden, nog eenige voorwerpen op den grond die nu juist geen speelgoed waren maar als zoodanig dienst hadden moeten doen, iets, verder, dat aantoonde dat ordelijkheid Marguérites hoofddeugd niet was, gaven dat eigenaardige, dat wij zooeven opmerkten. - Marguérites hoofd liep van morgen dan ook om, want het was verschrikkelijk zoo lastig als die oudste weer was! Van alles had zij al geprobeerd, zij had al met hem gespeeld en rondgeloopen, zij had hem weer in zijn stoel gezet on wat in de handjes gegeven, zij had hem laton drinken on luide voor hom gezongen, - maar niets hoegenaamd had gebaat. - Zóó, het kind met de beide armen dragend, on dan maar weer zingen, eindeloos zingen, altijd dat vervelende, eentonige wijsje - om draaierig van te worden - was het nog het beste geweest. - Wat of dat kind toch scheelde? - Zeker tanden krijgen.... Dat was oen ramp, dat tanden krijgen!.... En hoe lang of dat wel duurde?.... Dat was kort en goed niet om uit te houden!... En wat nu nog het
| |
| |
ergste was?.... Zoodra de oudste goed begon, werd de tweede warempel óók wakker, en ging meedoen zoodat men niet wist wie het hardst schreeuwde. Nu, 't was leven genoeg om een slapend kind wakker te maken!.... 't Was maar goed dat zij van Duin eer hij naar de Griffie ging eens even bij den doctor aangestuurd had: die zou misschien wel weten wat dat kind mankeerde.... dat had ze eigenlijk al veel eerder moeten doen, maar van Duin zei altijd dat een doctor over den vloer zoo kostbaar was. Als ze nu een raad kreeg die hielp, zou ze hem dat toch eens goed zeggen. - Dat van Duin ook altijd naar die zitting moest!.... Was het dan alle dagen zitting?.... En als er zitting was, was er werk, werk aan huis.... enfin, dan kon van Duin ten minste en passant op de kinderen passen als zij uitging. - 't Was er dan ook naar: werk dat betaald werd: te min om van te leven, en juist even te ruim om te sterven, als ze 't goed overlegden, en de Mama's er haar penningske bij gaven. 't Was ten minste in elk geval te weinig om fatsoenlijk te wonen. Foei! 't was hier niet om uit te houden in dat bovenhuis.... gloeiend en gloeiend en geen lapje tuin, en geen kinderkamer en geen behoorlijke suite zelfs! En een meid, een halve ja! en geen geld om aan twee te denken! Dáár had Mama ten minste wel eens in kunnen voorzien. Zij had haar een brief geschreven, een dringenden brief: het antwoord was gekomen dat zij zich dàt nu uit het hoofd moest zetten, en nu tevreden moest zijn. Alsof zij dat kon.... tevreden!.... En haar schoonmoeder had óók al geschreven dat het onmogelijk was.... aan haar man. - Lieve Nol, was de brief begonnen.... ajakkes hoe burgerlijk: - lieve Nol!
Hoe groot Marguérites dagelijksch verdriet op dit stuk ook ware, deze dag zou ten minste een lichtpunt aangeven zooals er toch wel eens een enkele maal een gezien werd, en dat dan al de bezwaren weder deed vergeten. - De doctor was
| |
| |
gekomen en had een kalmeerend drankje voorgeschreven; de kleinste werd nu ook niet meer in den slaap gestoord, en het was ten minste rustig in het bovenhuis toen het uur van het eenvoudige dejeuner naderde, en de substituutgriffier spoediger nog dan Marguérite hem verwacht had, bij zijn vrouwtje terugkeerde. Hij scheen opgewekt. Hij had onderweg een idee gekregen - onze Doctor in de beide Rechten toch, wij hadden 't voornaamste haast vergeten, was.... auteur! Vellen en vellen lagen daar volgeschreven naast stukken die behoorden bij de Griffie, vellen inhoudend fragmenten van romans, ja van tooneelstukken; en al was geen een van die werken àf - want dat was 't euvel waar onze auteur aan mank ging - ze waren ten minste op het getouw gezet en ze konden af gemaakt worden. - Welnu, onze Doctor-auteur had weer een idee gekregen, een splinternieuw idee, ditmaal voor een roman in drie deelen, en hij spoedde zich om dit gauw aan het papier toe te vertrouwen, eer hij naar zijn vrouwtje ging. Daarna trad hij de suite binnen, en hij wreef zich de handen, en hij noemde Marguérite zijn snoeperig vrouwtje, uit pure dankbaarheid voor dat idee. Hij had haar zelfs een kus gegeven als hij dat gedurfd had! Want hij had op haar bevallig gelaat nog altijd de onmiskenbaarste sporen ontdekt van het doorgestane aan het ontbijt reeds en tijdens zijn afwezigheid, en daarom ontbrak hem de moed. Toch was zij zoo opgewekt dat ze begon te praten. Ze vroeg hem of hij dien middag ook werk had: dan ging zij een paar bezoeken afleggen. - Neen maar.... dat trof uitstekend! dan ging hij om te werken bij de kinderen zitten en zij kon gerust uitgaan: hij beefde reeds in zijn verbeelding bij de gedachte dat een der lievelingen eens niet rustig zou zijn. - Marguérite ging na 't dejeuner schielijk naar boven: aan haar toilet; hij installeerde zich in de achterkamer, midden tusschen de twee gracieus gegarneerde wiegjes in. De spiegel boven weerkaatste bij
herhaling het
| |
| |
mooie kopje van Marguérite: de vraag wat zij aan zou trekken woog zwaar in dezen overgang van het seizoen; zij had nauwelijks een kwartier vóór den spiegel doorgebracht of zij hoorde de logge schreden van de meid, haar gezichtje betrok toen er aan de deur werd getikt, maar 't verhelderde weer toen de gedienstige riep door het sleutelgat heen: - freule van Arichem, Mevrouw! - Alle goede geesten: dat was een verrassing! - Zeg aan de freule dat ik dadelijk komen zal.
Een laatste blik werd nu nog in den spiegel geworpen, en Marguérite monsterde haar toilet in der haast. - Je moet niet rondkijken, klonk het na een oogenblik tot Amy terwijl een lichte blos Marguérites gelaat bedekte, want mooi waren de meubels niet meer: het viel haar nu op eens op; en ook haar eigen toilet kon geen vergelijking doorstaan met dat van Amy - enfin, diè had ook altijd het mooiste en het beste! Maar Amy kéék niet eens rond: - zie je, klonk het haastig, terwijl haar gezichtje zich in een allergewichtigste plooi zette, - ik ben maar wat vroeg gekomen om je t'huis te vinden: ik heb een allerbelangrijkste zaak op 't hart.... ik heb mij nauwelijks den tijd gegund om behoorlijk te dejeuneeren!....
Marguérite vroeg dadelijk of zij haar nog met 't een of ander dienen kon, vreezend tegelijk dat zij niets behoorlijks had om zulk een gast aan te bieden, doch Amy praatte er Goddank over heen. - Neen, merci, luister liever. - Marguérite zet er zich toe, met een even gewichtig gezicht, en Amy begint:
- De feestelijkheden voor Papa's en Mama's bruiloft, lieve Marguérite, zijn in hoofdzaak vastgesteld.
Marguérites gelaat krijgt een vroolijkere plooi terwijl zij al dadelijk bedenkt welk toilet zij kiezen zal, al neemt dit niet weg dat zij het gewicht van de conferentie ten volle toont te beseften. - Welzoo? - Dat doet haar pleizier!
| |
| |
- Ja.... Maar nu!
- Maar nu? herhaalt Marguérite.
- Nù moet je me eens goed verstaan, zegt Amy.
Marguérite verklaart dat zij hiertoe bereid is, - niemand meer dan zij.
- Best dan. Officieel diner, soirée, bal.
- Heerlijk! roept Marguérite uit.
- Ja, - maar luister! Die soirée, daar zit de moeielijkheid, vat je? Die soireé.... wat moet het met die soirée? heb ik mij afgevraagd.... Maar dat vraag ik nu niet meer als jij me helpen wilt.
- Als ik je hel....?
- Ja! valt Amy in. - Die soirée, zie je, moet artistiek zijn.... een intermezzo, een künstlerisches intermezzo!....
- Prachtig! roept Marguérite uit.
- En daartoe moeten er gemaakt worden, gaat Amy voort, - twee tooneelstukjes. En dat moet je man doen! Zie je, het moeten gelegenheidsstukjes zijn: ik zal de onderwerpen opgeven. Ze moeten zóó mooi zijn, zie je, zóó fijn, dat Dumas er een kind bij is. Och, dat kan je man best!...
Marguérite wil antwoorden, maar zwijgt nog op een wenk van Amy. - Verder, gaat Amy voort. - De tooneelstukjes moeten zijn: beiden in één bedrijf, want in meer bedrijven dat zou te lang duren voor het dansen; ten tweede: vroolijk en opgewekt; en ten derde moeten er twee mooie rollen voor mij in zijn. Wat zou ik willen spelen?.... laat eens zien! Ja, eigenlijk al wat maar mooi is... maar dat moet je man maar weten!
Een oogenblik schept Amy adem, en Marguérites gezicht schijnt duidelijk te zeggen: - en met twee héél mooie rollen voor mij: dat zal ik hem wel aan het verstand brengen!
En in 't Fransch! herneemt Amy nog. - Hollandsch, zie je, Hollandsch is zoo.... hoe zal ik het zeggen? - Jij moet 't hem maar eens heel lief vragen, zul je? - En dan,
| |
| |
zie je, nòg twee mooie rollen, één voor van Witsenburg, en één voor van Meerwijk. De rest kan me niet schelen.
- Wel zoo?... Komedie, partij, bruiloft!... Daar krijgt Marguérite op eens een verstandigen inval. Zij zal haar nichtje Anna Blaak een brief schrijven. - Die zal haar onbezoldigde kindermeid wel weer willen zijn zooals verleden jaar.... Foei, wat 'n idee!.... die zal blij zijn ja, als ze dien brief krijgt, want ze heeft immers eigenlijk geen t'huiskomen?.... Dan zal ze van alles kunnen profiteeren.... hè, hoe dom dat ze daar van morgen in al die narigheid niet eens om heeft gedacht! - Ik beloof je, zegt zij tot Amy, - ik zal van Duin alles getrouw overbrengen, en hem aan 't werk zetten.... Hè.... maar doe 't zelve!.... En tegelijk trekt zij, zonder eenig medelijden met den toch al ongelukkigen auteur in de aangrenzende kamer, de porte brisée open, en stelt Amy vóór haren nu wanhopenden echtgenoot, die woord voor woord van haar gesprek heeft verstaan. - Maar da's niets, al doet Arnold ook aan dien boer met kiespijn denken bij Amy's vriendelijk: wij storen u toch niet?.... - O neen, volstrekt niet, zegt MargueÅ•ite, - vertel hem nu alles maar, en zeg hoe je 't hebben wilt! - En de arme auteur moèt alles aanhooren. - Zie je, man, gaat Marguérite voort, - als je dááraan bezig bent stoor ik je den heelen dag niet, en dan zal ik zelfs stil zijn als een muisje.... als Anna Blaak er maar eerst is, denkt zij er bij. - En ze vergezelt Amy de trap af, Amy die nog heel veel te doen heeft: de bemoeiingen voor het groenmaken, de invitaties, het groote cadeau voor Papa en Mama!.... en intusschen onder het naar beneden gaan nog zoo luide babbelt dat de beide kinderen aan van Duins zijden er tegelijk door wakker worden, juist als hij weer goed beginnen wil. - Lieve hemel!.... en vóór alle dingen bedenkt Amy nog op de stoep dat ze ook een brief aan Frank moet schrijven, die nog altijd te Parijs is; en een brief aan Oom, want die moet natuurlijk mee- | |
| |
komen! - 't Is
zóó druk dien ganschen dag voor Amy; even druk bijna als 't bij Marguérite aan huis nu plotseling geworden is, want na Amy's vertrek is Marguérite weer naar boven gevlogen, en ze heeft van Duin midden onder zijn vaderlijke plichten verrast. - Kom man, 't is nu toch te laat voor visites; ga nu maar eens mee wandelen! Op de wandeling zal ik je het idee van Amy nog eens nader uit elkaar zetten. Honderd geschikte onderwerpen heb ik in mijn hoofd; en dan moeten we en passant eens naar een hoed kijken.... heb je op dien van Amy gelet?.... dat was een snoepje!.... Zoo een moet ik er ook hebben!.... Duur, zul je misschien zeggen?.... Maar als je de tooneelstukjes, die Amy besteld heeft, uitgeeft, verdien je zóóveel dat je wel tien hoeden voor me betalen kunt!
|
|