Afgezette rijweg
TON was nog pas drie jaar en ging nog niet
school. Elken dag als het mooi weer was, zat
hij in het tuintje voor de deur te spelen. Zijn
zusje Greta en zijn twee broertjes, Frans en
Evert, waren dan naar school. - Op een middag kwamen
er werklieden, die aan den ingang van de straat een bord
plaatsten, waarop stond: AFGEZETTE RIJWEG. De
straat moest worden opgebroken en verhoogd. Daarvoor
was een heeleboel zand noodig en dat werd juist bij Ton
voor het tuintje neergelegd.
Dat was een buitenkansje voor de kinderen, die in
de straat woonden.
Ton haalde wat zand in een emmertje en ging met
een kopje van zusjes serviesje zandtaartjes maken. Eerst
vulde hij het kopje met zand. Dan keerde hij het snel om en lichtte het voorzichtig
omhoog. Meestal kwamen de aartjes er prachtig uit, want het zand was gelukkig
een beetje vochtig.
Er stonden al een heele rij zandtaartjes naast elkaar, toen Frans en Evert uit
school kwamen. Die vonden wel aardig, wat Ton had gedaan, maar zij gingen liever
een tunnel graven.
Toen Ton dat merkte, riep hij: ‘Mee doen, mee doen!’
Frans zei: ‘Nee Ton, daar ben je te klein voor!’
‘Nietes’, riep Ton, en hij begon haast te huilen.
Toen lieten de broers Ton maar mee doen.
Al gauw hadden ze een berg van zand gemaakt, die goed vastgeslagen en daarna
begonnen ze met hun handen als mollen te graven, ieder aan een tegenovergestelden
kant. Frans en Evert voelden spoedig elkaars hand. Ze staken toen een stok door de
opening om het gat voorzichtig af te ronden en..... de tunnel was klaar.
Ton mocht er ook eens door kijken en kraaide van
plezier, toen hij aan het andere einde het gezicht van
zijn broers zag.
Had hij het daarbij nu maar gelaten. Maar hij wilde
ook zijn arm door het gat steken. Hij deed het zoo ver
mogelijk, maar ging wat scheef en..... daar stortte de heele
tunnel in elkaar.
Ton kreeg den halven zandberg of zijn hoofd. Zijn
oogen, neus en mond zaten vol met zand.
Toen was het huilen geen gebrek.
Moeder moest er aan te pas komen om hem schoon
te maken en van tunnels graven had onze Ton voorloopig
genoeg.