| |
| |
| |
III Leven in de universiteit
| |
| |
Toespraken bij promoties van afgestudeerden
| |
I - Promotie Rechten, 1971
Waarde Collega's, Dames en Heren, Beste oud-studenten,
Het is mij een groot genoegen in naam van de universiteit op de eerste plaats U, ouders, verloofden en echtgenoten van de jong-gepromoveerden geluk te wensen met het einddiploma dat vandaag door uw zoon, dochter, verloofde of echtgenoot behaald werd. Hun succes is immers ook voor een deel aan U te danken. Gij leefde de kommer en spanning mee gedurende de vele examenperiodes, gij waart in veel gevallen de nodige rem voor al het aangename en verstrooiende dat een universiteitsstad aan jonge mensen biedt. Gij bracht opbeuring in periodes van ontmoediging en waart soms het onbewuste doel dat aanspoorde om de saaie, cerebrale materie, waarmee de hersenen van de doctors in de Rechten worden volgestoken beter te verwerken. Jonge doctors in de Rechten, U wens ik geluk met de mutatie die plaats greep in uw sociale status sinds wij deze zaal binnenkwamen. U veranderde van student tot doctor en werd hierdoor opgenomen in het rijk van wat men zo smalend het ‘establishment’ noemt. Na deze laatste formaliteit wordt U de mogelijkheid geboden uw beroep zelfstandig uit te oefenen, zelf het pedagogisch systeem te kiezen dat U best oordeelt voor uw verdere vorming en alleen die materie te bestuderen, die U nuttig oordeelt voor uw verdere toekomst.
U verlaat nu onze en uwe universiteit, waarop U zo dikwijls kritiek uitgebracht hebt, waarvoor U in de straten betoogd hebt en misschien enkele ruiten stuk gegooid. Het zal voor U een blijvende herinnering zijn behoord te hebben tot de studentengeneratie die de weeën en pijnen meeleefde, die de geboorte van onze autonome universiteit voorafgingen, die mee aan de verlostang trokken om het kind ter wereld te brengen en die vooral zorgden voor een zeer lastige en strenge opvoeding van het kind gedurende zijn 3 eerste levensjaren. U behoorde niet tot een gemakkelijke studentengeneratie, U waart kritisch ingesteld tegen alles, bezeten met een passie naar onafhankelijkheid, U kritiseerde onze en uw universiteit, uw faculteit, uw professoren, het pedagogisch systeem, de onderwezen stof en ook de maatschappij voor dewelke U hier
| |
| |
voorbereid werd. U maakte deel uit van de nieuwe generatie, die elkeen met interesse volgt en bestudeert, maar waarvan nog niemand en waarschijnlijk U zelf niet, duidelijk omschreven heeft door welke nieuwe krachten ze gemotiveerd is en waar ze naar toe wil. Het is wel zeker dat onder uw druk aan de universiteit reeds veel veranderd is. Herstructurering, participatie, democratische besluitvorming en andere slogans werden reeds gedeeltelijke werkelijkheid.
Ik ben er evenals U van overtuigd dat deze universiteit U niet altijd bezorgde wat U normaal van haar kon verwachten. Het is nu eenmaal het lot van een universiteit achteruit te blijven op de explosieve stijging van het aantal studenten en vooral op de snelle vooruitgang van de wetenschap. Uw lokalen waren niet altijd ruim genoeg - gelukkig hebt U zelf dit nijpend probleem mee helpen oplossen door uw allergie voor de katheder en uw zin voor eigen studie en voor andere even interessante extraprofessionele activiteiten. Wij hadden het beter gewild en beter gekund, indien men ons in plaats van hysterische beschouwingen over de belangrijke rol van het wetenschappelijk onderzoek en van universitair onderwijs meer financiële middelen had bezorgd. Gebouwen en budgetten lossen meer universitaire problemen op dan eindeloze palabers over de sociale rol van de universiteit en over haar structuren.
Elkeen heeft nu ontdekt hoe een universiteit eigenlijk moet zijn, alleen de Academische Overheid blijft van deze wetenschap verstoken. Journalisten en politici, rectoren, professoren, wetenschappelijk personeel, studenten, het verbond van de Belgische Industrieën, vertegenwoordigers van het technisch onderwijs, syndicale leiders buigen zich in verticale en horizontale commissies sinds een jaar over de hervorming van universiteiten en leerprogramma's, criteria voor objectieve financiering, universitaire expansie, enzomeer. Ondertussen werd na jaren voorbereiding in allerhande commissies, door een regering en een parlement waarin verschillende professoren zetelen, de zeer belangrijke beslissing genomen van de verdeling van 35 miljard voor de universitaire expansie gedurende de volgende 10 jaar.
Hieruit blijkt dat het aantal studenten, professoren, researchcentra en andere universitaire normen, niet als basis kunnen dienen voor de subsidiëring. Als verdeelsleutel verkiest men de machtsverhouding tussen politieke partijen, de verhouding tussen katholieke en niet katholieke kiezers en gedeeltelijk het aantal frans- en nederlandssprekenden.
Dit probleem heb ik hier alleen willen aanraken om U te tonen dat ook de verantwoordelijken voor universitair beleid, de meest gecontesteerde
| |
| |
groep in onze moderne samenleving, ook redenen hebben tot contestatie en dat ze niet gelukkig zijn met de manier waarop het ‘establishment’ zijn universitaire problemen aanpakt.
Vandaag verlaat U Leuven; meer wegen staan voor U open dan voor andere afgestudeerden; overal vindt men de doctors in de rechten terug, maar vooral aan de top, in de balie, de handel, de industrie, de politiek. Volgens Erasmus in zijn ‘Lof der Zotheid’ zijt U de meest ijdelen van de wijzen. U vervult een uitputtend, steriel en nooit geëindigd werk door wetteksten op te maken in betrekking met onderwerpen die er niets mee te maken hebben. U stapelt opinies op om de indruk te geven dat uw wetenschap de moeilijkste is. U beeldt U in dat alles wat lastig is, ook verdienstelijk is.
De korte geschiedenis van de K.U. Leuven heeft me geleerd hoe uw wetenschap in staat is het tegenovergestelde te bewijzen van wat voor elkeen evident is. De K.U. Leuven bestaat sinds 3 jaar, maar juridisch bestaat ze niet. Ze wordt beschouwd als een individu zonder burgerrechten, een natuurlijk kind geboren uit de passie van de Vlaamse romantiek. Wij wachten op uw collega's om onze geboorte-akte te schrijven en een attest af te leveren dat wij een werkelijkheid zijn, een juridisch rechtspersoon.
Beste oud-studenten, U staat nu op de drempel van uw beroepsleven: de faculteit heeft U gewapend, van nu af zijt ge op Uzelf aangewezen. Blijf trouw aan de geest van uw faculteit en van de K.U. Leuven en tracht iets over te houden van hetgeen U hier te Leuven waart, iets van de student: kritisch tegenover de maatschappij, tegenover het gekende, maar vooral tegenover Uzelf. Wat U hier leerde is minder belangrijk dan de drang om nieuwe kennis te verwerven; behandelt uw persoonlijkheid als tandwiel in het raderwerk van de samenleving. Ik vrees er niet voor dat U te veel opstandigheid zult tonen - veeleer ben ik ongerust dat er in U niet voldoende zal overblijven van de mentaliteit van contestatie, het altijd in vraag stellen van het gebeurde en bestaande, dat toch eigen is aan een universitaire vorming. Teer niet verder op de kennis die U aan de universiteit werd meegegeven, vervang uw cursussen zo snel mogelijk door vakliteratuur. Met andere woorden, blijf student, trouw aan onze en uwe universiteit, kom er terug, U zijt er welkom. Ik wens U allen veel succes in uw beroeps- en familieleven.
| |
| |
| |
II - Promotie Ingenieurs, 1971
...[De gelukwensen en inleidende beschouwingen gelijken sterk op die van de voorgaande promotie van de studenten in de Rechten.] Daarna gaat de Rector verder als volgt:
Intussen worden in uw faculteit grondige veranderingen doorgevoerd om ze aan te passen aan nieuwe noden. Programma's, didactiek en evolutie werden aan een kritisch onderzoek onderworpen en interessante hernieuwingen ingevoerd, vooral in verband met het leerprogramma in de kandidaturen. De lijst van de in 1968-1969 voltooide doctoraten, van de gastvoordrachten, de tientallen publikaties van leden van de faculteit wijzen op een renovatie en een evolutie naar een faculteit meer gericht op het wetenschappelijk onderzoek. De departementele indeling van de faculteit met als objectief de rationalisering en versterking van de middelpunt-zoekende krachten werd op pragmatische en empirische basis ingevoerd. Voor het eerst werd een delegatie van vijf studenten uitgenodigd op de faculteitsraden - men zegt dat hun tussenkomsten steeds constructief en waardig waren. De studenten namen tevens actief deel aan de werkzaamheden van de commissie Programma- en Examenregeling.
Ik wil alleen deze enkele punten citeren om U er op te wijzen hoe uw faculteit in volle evolutie is om hervormingen die nog tot voor kort ‘slogans’ waren, tot een concrete werkelijkheid te brengen. Zij die na U komen zullen in betere voorwaarden gevormd worden en tenvolle genieten van hetgeen gedurende uw aanwezigheid en dikwijls onder uw druk tot stand kwam.
Beste oudstudenten, U staat nu op de drempel van uw beroepsleven. Ondanks alle tekortkomingen ben ik ervan overtuigd dat uw passage te Leuven U technisch en menselijk goed gewapend heeft voor uw beroep, U hebt hier een reserve opgestapeld van wetenschap en kennis, die U in staat moet stellen onafhankelijk te realiseren. Blijf trouw aan de geest van uw faculteit en van Leuven en tracht iets over te houden van hetgeen U hier te Leuven waart als student, kritisch tegenover de maatschappij, tegenover de gemeenschap waarin U zult werken, maar vooral kritisch tegenover Uzelf en tegenover uw kennis. Wat U hier aan feiten bijgebracht werd is minder belangrijk dan de drang om nieuwe kennis te verwerven. Op Uzelf zijt U nu aangewezen om de rol van uw faculteit voort te zetten, en dit zonder de heilzame druk op het studentengeweten: het jaarlijks examen.
| |
| |
U zijt de bouwers en ontwerpers van de nieuwe wereld, die meer en meer het strakke beeld aanneemt van de plannen die ontworpen worden in de hersenen van de ingenieurs. Ik wens U veel succes voor uw toekomst in de welvaartmaatschappij.
| |
III - Promotie Geneeskunde, 1983
In naam van de Universiteit wens ik U vooreerst geluk, U allen, ouders, verloofden, echtgenoten en familieleden van de jong gepromoveerde doctors in de geneeskunde, de enigen van onze afgestudeerden die, zonder proefschrift, de eretitel van doctor mogen dragen, een laatste bewijs van de eerbied die nog overblijft voor hen die zich zullen bezig houden met de verzorging van het lichaam van de mens. Het wordt aan licentiaten overgelaten te zorgen voor zijn materiële belangen, voor zijn rechten en voor zijn ziel. Dit is in zekere mate een erkenning dat de eerste bekommernis van de mens zijn gezondheid is en gelijktijdig een blijk van maatschappelijke waardering voor hen die hiervoor de verantwoordelijkheid dragen.
Ik wil zeer speciaal de ouders bedanken omdat ze zonder of met de toestemming van hun dochters of zonen onze universiteit hebben gekozen, alhoewel andere universiteiten in veel gevallen dichter lagen, minder streng in hun eisen, goedkoper om er te verblijven en het voedsel er van betere kwaliteit was dan in onze Alma's. Onze reputatie was niet altijd de beste.
Op de K.U. Leuven wordt veel kritiek uitgeoefend: de studenten zouden er te vrij zijn, de geslachten niet voldoende gescheiden, de gedachten te links en de gelegenheden tot ontspanning te talrijk in de ontelbare bars, pubs, clubs, cafés, de Vismarkt en de Oude Markt te aantrekkelijk. Ondanks alles hebt U geoordeeld dat een vorming te Leuven het risico en de financiële inspanning waard was, omdat Leuven iets anders en iets meer biedt dan de andere universiteiten, iets meer dan juist onderwijs en wetenschap, iets moeilijk te vatten dat leeft buiten de cursussen en cursuslokalen, iets dat groeit uit het contact van jonge mensen uit verschillende disciplines, vanuit alle sociale klassen en Vlaamse provincies en van meer dan zestig verschillende nationaliteiten. Er werken, spelen en denken hier meer dan 20.000 studenten en 2.400 professoren en navorsers, de hoogste concentratie aan intellect en originaliteit per m2 in ons land. Onze universiteit ligt niet ergens verloren en vergeten in een grote stad, veeleer ligt de stad verloren in een grote
| |
| |
universiteit. Men komt hier niet alleen buiten als vakmens, maar als universitair, die in zich een stuk meedraagt van de gehele universiteit. Het ezelsvel van deze leerschool is even belangrijk als het einddiploma dat hier uitgereikt werd, omdat in deze school werd aangeleerd hoe men een diploma kan gebruiken en eventueel misbruiken.
Beste oud-studenten, collega's dokters, gij hebt zojuist de eindmeet overschreden, onder de toejuichingen van velen die U dierbaar zijn. U zijt de laatste controle-post voorbij van de universitaire rally. Professoren zullen U niet meer lastig vallen met hun jaarlijks quiz-programma, dat men aan de universiteit examen noemt. Het is voorgoed geëindigd met hun onbescheiden doorsnuffelen van uw wetenschappelijke bagage, die zij er hadden ingestoken en die gij voor hen verborgen hieldt. Ge stapt nu over van de theorie naar de praktijk, van de boeken naar de mensen, van de ziekten naar de zieken.
Nu begint voor U het echte examen. Professoren hadden misschien veel gebreken, gij kent ze, maar ze behandelden U meestal correct en objectief, zij waren alleen geïnteresseerd voor wat U kende of niet kende van hun vak. Uw zieken daarbuiten zullen U veel grondiger examineren op uw toewijding, uw ernst, uw interesse voor hun persoon, uw menselijk contact, uw levensgedrag, uw vakkennis. Zij zullen, zoals een jury, uitmaken of gij hun vertrouwen waard zijt of niet en U eventueel buizen of U een schitterende loopbaan bezorgen. Zij zullen U ook testen, vooral wanneer ge begint, op de toegeeflijkheid met dewelke ge ziekte vertaalt en uitdrukt in dagen of weken werkonbekwaamheid. Dit kan U een gemakkelijk, weinig verdienstelijk en een snel voorbijgaand succes bezorgen. Zij zullen U verleiden, niet noodzakelijkerwijze met slechte bedoelingen, maar vanuit een ongegronde bekommernis voor hun eigen gezondheid, of omwille van hun vlucht naar de illusie vanuit een realiteit, die ze niet aankunnen, om gezonde mensen als zieken te behandelen. De behandeling van chronische ziekten of van ziekten voor dewelke er geen afdoende behandeling is of niet meer is, zal het soms moeilijk maken om aan de verleiding te weerstaan van overprestatie. De vrijheid van behandeling, die noodzakelijk is voor een goede geneeskunde, kan leiden tot bekoring en zoals wij vroeger leerden, de bekoring tot zonde.
Ik zal niet verder prediken, en U veel succes toewensen in uw loopbaan. Ge weet beter dan ik dat de meesten onder U het moeilijk zullen hebben. Het herenhuis van de dokter, zijn buitenverblijf in Spanje, een luxueuze wagen en een hoop zwart geld behoren tot het verleden.
Zoals de andere afgestudeerden zult ge moeten zoeken naar een plaats om uw brood te verdienen of om U verder te specialiseren. Er zijn
| |
| |
eenvoudigweg nog te veel dokters en deze situatie zal nog verslechteren. Gij behoort tot de eerste generatiejaren die lijden onder overdreven aanbod van medische verzorging. Gij hebt wel als groot voordeel tegenover de anderen dat ge meester blijft van uw eigen bestemming, dat ge zelf eigenmachtig kunt beslissen over diagnose en behandeling, dat uw taak er alleen in bestaat mensen te helpen en dat ge hiervoor gewapend zijt. Daarvoor werdt ge hier gevormd, niet altijd op de manier die ge zoudt gewenst hebben, maar die ge later waarschijnlijk beter zult appreciëren, op afstand van de professoren, die wel vakkennis hadden maar niet konden doceren, die vervelend konden zagen, die geen onderscheid kenden tussen wat belangrijk is en niet, die uw hersenen volstaken met knobbeltjes van beenderen, zenuwbanen, scheikundige en wiskundige formules, uitgestorven microben en parasieten, die ge nooit zult terugvinden - te veel theorie en te weinig praktijk.
Veel van die theorieën hebt ge sinds lang vergeten, maar ze laten meer sporen na dan ge vermoedt, ze hebben U een manier van denken gegeven, een wetenschappelijke benadering van de problemen die aan de basis liggen van uw beroep. Wat kunst was of nog is in de geneeskunde, wordt langzaam verdrongen door wetenschap en techniek. Ondanks de enorme vooruitgang blijven nog de vele onbekenden, een braakliggend terrein, waar welig het onkruid tiert van de homeotherapie, de acupunctuur, de kruidengeneeskunde, de astrologie - zovele embryonale overblijfselen van een prehistorische geneeskunde, die steunen op een naïef bijgeloof en een soort religieuze mystiek. De verleiding is groot - de feiten bewijzen het - voor dokters op zoek naar praktijk, om te gaan ronddwalen in deze mysterieuze wereld, waar patiënten bedrogen worden en uitgebuit.
Beste Oud-Studenten, Een laatste wens vooraleer ge uw universiteit verlaat. Blijf zoveel mogelijk getrouw aan wat ge te Leuven waart - sociaal bekommerd, kritisch tegenover wat uw voorgangers van uw beroep gemaakt hebben, tegenover uw professoren en uw universiteit, tegenover politieke en economische structuren; werkt genoeg maar niet te veel, laat tijd over voor ontspanning; met andere woorden blijft student, behoudt uw zelfkritiek en wordt vooral niet de zelfvoldane bourgeois die zich zelf belangrijk vindt en gearriveerd. Het gevaar dat ge vanuit uw jeugd te veel progressief denken en handelen zult overhouden is niet groot, wel dat ge als een lam zult meelopen in de processie van de zwijgende meerderheid, die lijdzaam ondergaat.
Blijf trouw aan uw universiteit, aan Leuven. Ge werdt hier gebrandmerkt en gestempeld. Soms zal deze stempel deuren voor U openen, in
| |
| |
andere gevallen deuren sluiten. In elk geval draagt ge de kleur van onze Alma Mater, het wit en het blauw. Zet onze traditie voort en geef de vlag over aan uw kinderen - stuur ze naar Leuven.
Ik wens U een mooie toekomst, een degelijk inkomen en een mooi gezin.
Ik wens U geen vaarwel, maar wel tot weerziens in uw universiteit.
|
|