't Kleyn lust-hofje vol van bruyloft-zangen, echt-liedekens, houwlijcx-baken en feest-gedichten
(1649)–Hendrik Jacobz. Soetenboom– Auteursrechtvrij
[pagina 233]
| |
Stemme: O Nederlandt, &c.DE tijdt is hier, dat wy 't playsier,
Ons Bruyloft nu gaen staken,
De nacht is schier, al over stier,
Phoebus komt hem op-maken,
Sijn schoon-schijnende stralen licht,
Bieden het aerdtrijck haer gesicht:
Elck Dier, seer fier, in zijn quartier,
Begint te waken.
2. De stille nacht, die wel bedacht,
Geschapen is tot rusten,
Is weer door-bracht, eerm' er op acht,
In vrolijckheydt met lusten;
| |
[pagina 234]
| |
Niemant hem te beklagen heeft,
Dan die 't krackeel behagen geeft,
't Krackeel, en scheel, geheel,
Wijckt van ons kusten.
3. Princen, by naem, vroom en bequaem,
Nu aen wy wederkeeren,
Hebben wy t'saem, al na 't betaem,
Voldaen uwer begeeren?
Bruydegom en Bruydt:
Wy dancken u Gespeelen goedt,
Die u dit niet verveelen doet,
En zijt ons Feest, geweest,
Speelnoots met eeren.
Een is meer dan al. |
|