Luister: de gewone samenkoppeling der feiten beschouw ik als de beurs met geld, de schoone hemden en het potje zalf van Don Quichot, die beweerde dit alles niet noodig te hebben om ‘dolend ridder’ te zijn, aangezien hij nooit in de ridder-romans gelezen had, dat dolende ridders zoo iets bij zich droegen; maar de meer prozaïsche waard der herberg antwoordde hierop: ‘Verondersteld, dat er in de geschiedenissen niets van was geschreven, omdat het haren schrijvers was toegeschenen, dat het niet noodig was zulk eene duidelijke en noodige zaak op te schrijven, als daar was het meênemen van geld en schoone hemden, men daarom niet moest gelooven dat zij het niet bij zich hadden.’
Ik houd dus vol dat de kleine samenknoopsels, die ‘duidelijke en noodige zaak’ zijn, welke ik niet behoef te schrijven, en als u nogmaals eenige leemte hindert, denk dan niet dat ik mij aan vergetelheid heb plichtig gemaakt, maar dat het niet-geschrevene tot de algemeene reisbagaadje behoort, even als de beurs met geld, de schoone hemden en den zalfpot van den ridder der Mancha.
Zoo spring ik dan ook eensklaps van het huis der Vest, in dat van mijnheer Bareel-Van Dinter.