Die brief was koel en van het standpunt van den markies genomen, blijkbaar met berekening geschreven. De gezantschaps-secretaris wilde daarin niets van het vroegere gebeurde, tusschen hem en de jonge gravin, laten doorstralen.
Dat verledene was dood en moest dood blijven, en zelfs het lied den avond te voren gezongen, was enkel een middel van inleiding voor hem geweest.
Anne Dieu-le-Veut was weleer door den vader tot zijne bruid bestemd.
Plotseling verdween echter het meisje; men doorzocht het park, de bosschen, men vischte in de grachten - geen spoor deed zich op.
De schoone zestienjarige bruid moest, zeide men, door den booze, en door hem alleen, ontvoerd zijn, dewijl op den grond nergens een spoor van haar te vinden was.
't Moest wel zoo zijn, beweerde men, want aan het kruis van den naburigen dorpstoren meende men iets wits te zien wapperen, en dat moest een stuk van den bruidssluier zijn!
In de luchtvaart had gewis - men ziet, de legende werd meer en meer volledig - de bruid zich te vergeefs aan het kruis willen vastklampen en zich alzoo redden; de sluier werd er door gescheurd.
Wat echter de zaak zeer bedenkelijk maakte, was, dat tevens een deel van de kostbare gewijde vaten uit de slotkapel verdwenen waren.
Heiligschennis en diefstal dus!
Stonden deze twee misdaden met de verdwijning der jonge gravin in verband? Niemand kon daarover eenige opheldering geven.
Toen men eenige dagen later in het bosch kwam, om den jager van het kasteel eenige bevelen te geven, was het jachthuis ledig en alle spoor van den bewoner verdwenen.
Henri d'Ambrelle deed zich meer praktische vragen dan wel de wereld der kortzichtigen, over dat plotseling verdwijnen.
Was Anne afkeerig van haren bruidegom?
Wilde zij den man niet huwen, dien haar vader haar aanwees?
Of wel, was de reden te vinden in het gedrag des vaders, die sedert eenigen tijd tot het aangaan van een tweede huwelijk, en dit beneden zijn stand, scheen over te hellen? Was het misnoegen omtrent die nieuwe verbintenis, welke als de reden van de verwijdering zijner dochter uit het ouderlijke huis, moest beschouwd worden?
De laatste reden had den markies altijd het meest nabij de waarheid geschenen; doch in de familie Dieu-le-Veut nam men, ten minste uiterlijk, meer de eerste, namelijk den afkeer voor den markies, aan.
Hoe het zij, Henri d'Ambrelle trachtte het hinderlijke van zijn toestand, evenals zijne wispelturige bruid, te vergeten en slaagde daarin voortreffelijk.
De markies bleef echter altijd een levendig belang in de familie