‘Ja, och, maar er zijn hier de laatste dagen veel droevige dingen gebeurd: er komen hier veel vreemde dieren door mij en het is misschien wel goed, als ik eens een poos weg ga.’
‘Nu, kom dan dadelijk mee. Wat zal Klaproosje verrast zijn, ze weet nog niet, dat ik je gevonden heb!’
‘Ja, ik ga mee!’ juichte Korenbloempje, ‘maar vertel mij eerst, hoe het Klaproosje gaat. Laten we naar buiten gaan, het is hier wat benauwd voor ons beiden!’
Buiten gekomen begon de vink:
‘Klaproosje was wanhopig, toen ze merkte, dat je weg was. De eekhoorn zocht overal in de buurt, totdat vrouw kraai verklapte, wat er gebeurd was.
Daarna zijn wij vogels er op uit gegaan, maar je was moeilijk te vinden.
De kraaienfamilie is al lang verhuisd, die voelde zich niet meer op hun gemak bij ons in het bosch.’
‘En Klaproosje?’ vroeg Korenbloempje.
‘Klaproosje is in hooge eere gekomen:
Eenige dagen nadat je gemist werd, was er groote vogelenvergadering. Er was in den laatsten tijd heel wat gekeven en