Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.(1869)–F.A. Snellaert– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Vanden .VII. hoeft sonden. C. XXX. NU willic u te hant vermonden 2585[regelnummer] Al hier die .VII. hoeft sonden: Hoverde / oncuuscheyt / nidecheyt / Vrecheyt / manslacht / gramscap / gulsecheyt. Ute desen zevenen allene Spruten alle hartheden ghemene / 2590[regelnummer] Maer hoverde en̄ ghierecheyt sijn Van hen allen dquaetste fenijn; Want alle quaetheyt daer wt springt / En̄ es met nidecheden gheminght. En̄ die de twee heeft inden sen 2595[regelnummer] Draghet den derden over hem; En̄ hi die den nijt draeght / Hi werdt daer selve af gheknaeght: Men derf hem niet meer vloeke gheven Dan datmen hem bidt om lanc leven; [pagina 225] [p. 225] 2600[regelnummer] Want so die nideghe langher leeft / So hi meer sijns onwillen heeft; Aldus so en werdt sijn torment Niegherinc nemmermeer gheent Voer sine doet noch daer naer. 2605[regelnummer] Dat ic u segghe dat es waer. En̄ des es hi wel weert / Om dat hem in sijn herte deert Dat enen andren goet ghesciet / Dat hem en cost no en scaedt niet / 2610[regelnummer] Noch noyt hem gheen arch en dede. In sie gheen meerre onsalichede. En̄ dese nijt es bina Al ghemeyne / alsic versta / In alle dese werelt wijt / 2615[regelnummer] En̄ heeft gheweest in alder tijt Vanden yrsten beghinne / Alsic u voer gaf te kinne. En̄ dat es swaer elken man / Dat nieman gheweten en can 2620[regelnummer] Wie hem nijt draghet ofte en doet Alse hi es in voerspoet / Hoe vrient datmen hem schijnt; Want dats om niet ghepijnt. Wie in voerspoede of in ghelucke steet / 2625[regelnummer] Hi heeft niders meer dan hi weet / Die sijn vriende schinen nochtan. Daer om seget een wijs man: Hoedt u meer ieghen vrients nijt Dan voer viants laghe talre tijt. Vorige Volgende