Poëzy(1753)–Hendrik Snakenburg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 255] [p. 255] Dood, waer is uw prikkel? SCherminkel, vreeslyk spook, die, met uw holle blikken, Uw nare gryns en schim, den sterveling vervaert, En, zonder iemants klagt te hooren, niemant spaert, Maer al, wat adem heeft, voor uw geweld doet schrikken. De zonde geeft u wel een doelwit, om te mikken, Die, in 't verbysterd hart, zich met uw woede paert, En meenig een', die u niet kent in uwen aert, Doet onverhoeds vergaen, en hopeloos verstikken. Uw prikkel, 'k weet het wel, ontziet noch God, noch mensch, De zonde gaf u macht, om onbepa eld te woeden. Gods Zoon, als 's menschen kind, kon zich voor u niet hoeden. Dus kreegt ge, in zegeprael, zelfs alles, naer uw' wensch. Val aen dan ook op my; 'k zal u gerust verwachten; Want myn vermogen steunt op's Heilands kruis en krachten. Vorige Volgende