| |
| |
| |
Hoofdstuk 9
Tricht
In 1840 stonden in het dorp Tricht, behorende tot de gemeente Buurmalsen - thans met andere dorpen vormende de gemeente Geldermalsen - 154 huizen bewoond door circa 700 personen. De inwoners waren op ruim 20 na, allen Hervormd; er woonden 12 Rooms-Katho-lieken. Het voornaamste middel van bestaan was de landbouw.Ga naar voetnoot1
| |
1. De Afgescheiden gemeente circa 1835-1838
In het EERSTE DEEL handelden we reeds over de Afgescheiden gemeente te Tricht.Ga naar voetnoot2 Voor de goede orde vatten we het daar geschrevene dat het tijdvak 1835 tot 1838 omvat, samen. Ook is een enkele aanvulling op haar plaats.
Te Tricht begon de Afscheiding op 21 maart 1835, toen enige van de hieronder te noemen personen, schriftelijk braken met de Hervormde kerk.Ga naar voetnoot3 Voor zover we weten heeft deze kleine Afgescheiden gemeente - afgezien van de kinderen -de volgende leden gekend.
Woonachtig te Tricht: |
Hendrik Timmer van Asch |
Jacobus W. Burgeren zijn vrouw Dirkje van Asch |
Izaac Johannes DrostGa naar voetnoot4 |
Jilis Drost, (geb. 1801), koopman |
Adrianus den Hartog (geb. 1798 Asperen), koopman / winkelier en zijn vrouw |
Aaltje Putters |
Adrianus Neijsen (geb, 1804), kooiman / arbeider |
Heintje (Hendrika) Verburg |
Hendrik Verweij Cz. (geb. 1815), dagloner |
Woonachtig te Waardenburg-Neerijnen: |
Peter van Mourik |
Tieleman den Otter |
Hendrika van Tricht |
Er zijn ter plaatse geen archiefstukken van de gemeente bewaard. Wellicht hebben ook anderen dan de hierboven genoemden tot haar behoord, maar hun namen zijn ons niet bekend.
Adrianus den Hartog is het meest op de voorgrond tredende lid geweest. Hij werd in 1832 tot diaken gekozen in de Hervormde kerk te Tricht, maar niet bevestigd, aangezien hij zich ‘een wederstrever der kerkelijke verordeningen en verzuimer der openbare Godsdienst zou hebben betoond’. Volgens het bevolkingsregister Tricht 1839-1849 verhuist hij met vrouw en kinderen in 1841 naar het nabij Asperen gelegen Heukelum. In 1846 gaat hij met vrouw en drie kinderen (Elizabeth, Adriaantje en Stijntje) naar de Verenigde Staten, in een
| |
| |
kleine groep emigranten die als voorhoede (‘vanguard’) de komst van ds. H.P. Scholte en zijn 800 volgelingen - in 1847 - moest voorbereiden.Ga naar voetnoot5
In 1847 emigreerde Hendrik Verweij Cz. met vrouw en één kind naar de Verenigde Staten; in 1848 Adrianus Neijsen met vrouw en tien kinderen; in 1849 Jilis Drost met vrouw en drie kinderen.Ga naar voetnoot6
Op zaterdag 1 augustus 1835 arriveerde ds. H.P. Scholte te Tricht en begaf zich naar het huis van Adrianus den Hartog; er werd een kind gedoopt van Adrianus Neijsen ‘In heet Buurmalsensche Veld woonachtig’ en twee personen legde belijdenis des geloofs af. De volgende morgen - 2 augustus - preekte Scholte op het erf van Den Hartog voor een menigte van ongeveer 1300 personen ‘die van alle oorden derwaarts waren toegevloeid’. Vanwege de ‘hagepreek’ werd Scholte op 29 augustus 1835 door de rechtbank te Tiel veroordeeld tot ƒ 90,- boete, Den Hartog tot ƒ 60,-.Ga naar voetnoot7
Reeds in 1836 zijn er te Tricht moeilijkheden. Op de provinciale vergadering van ‘Beneden-Gelderland’Ga naar voetnoot8 gehouden 16 april, wordt besloten dat twee ouderlingen naar genoemde plaats zullen gaan teneinde ‘de bestaande verwarring’ te doen verdwijnen. Uit de notulen van de kerkelijke vergaderingen - voor zover bewaard - blijkt de aard van de moeilijkheden niet. Blijkbaar zijn zij niet opgelost, want op 7 juni 1836 wordt te Gorinchem een provinciale vergadering gehouden ‘in de zaak des verkorenen kerkeraads’ te Tricht.Ga naar voetnoot9 Het blijkt dat A. den Hartog en H. Timmer van Asch ‘verkorene ouderlingen’ zijn. Als ‘getuigen’ treden op Peter van Mourik (Neerijnen), Hendrika van Tricht (Waardenburg) en Heintje Verburg (Tricht). Opnieuw kunnen we niet vinden welke de aard van de controverse is. De vergadering spreekt uit, dat de beide gekozen ambtsdragers kunnen worden bevestigd; dit is kort daarna gebeurd. Bij deze zaken wordt niet gerept van een diaken.
Ook begin 1837 zijn er moeilijkheden. In de notulen van de provinciale vergadering van 8 maart lezen we in artikel 14:
‘De commissie in de zaak Tricht doet verslag van de Trichtsche verwarring, en meldt, dat het duidelijk gebleken is, dat de zaken zoo in de war zijn, dat er zonder personeel onderzoek der gehele gemeente, geen eind aan de zaak gemaakt kan worden. De commissie oordeelt dat ds. Scholte, zoo spoedig dit mogelijk zal zijn, de gemeente persoonlijk zal onderzoeken.’
Scholte heeft 10 mei 1837 Tricht bezocht. We lezen hierover in zijn ‘Lijst der texten’Ga naar voetnoot10: ‘de gemeente onderzocht en 2 kinderen gedoopt’. De uitslag van het onderzoek is ons niet bekend; evenmin wat precies het verdere wedervaren
| |
| |
van de kleine gemeente is geweest. Zij moet in 1837 of 1838 zijn ontbonden. Want in de notulen van de Afgescheiden gemeente te Leerdam vinden we dat eind 1838 H. Timmer van Asch lid is van de kerkeraad aldaar en dat er onder de leden die te Tricht c.a. wonen twee partijen zijn.Ga naar voetnoot11 In een ledenlijst van ‘Leerdam’ die in 1841 zal zijn aangelegd, wordt vermeld dat te Tricht zijn aangesloten: Jilis Drost, Adrianus den Hartog, Adrianus Neijsen, Hendrik Timmer van Asch en Hendrika Verburg; te Waardenburg-Neerijnen: Peter van Mourik, Tieleman den Otter en Hendrika van Tricht. Het is duidelijk dat de Afgescheiden gemeente te Tricht eind 1837 of in 1838 is ‘opgegaan’ in die te Leerdam. Bij dit feit dient te worden gevoegd - als reeds aangestipt - de verhuizing van I.J. Drost in 1841 naar Gorinchem; de verhuizing van het gezin Den Hartog naar Heukelum in 1841 en de emigratie in 1846; alsmede het vertrek van de gezinnen Verweij, Neijsen en J. Drost in de jaren 1847-1849. Het aantal Afgescheidenen te Tricht en omgeving in de veertiger-jaren moet uitermate klein zijn geweest.Ga naar voetnoot12
| |
2. De Kruisgemeente te Tricht
Deze gemeente die we de opvolgster van die van de jaren 1835-1838 zouden kunnen noemen, bestaat thans onder de naam Gereformeerde gemeente te Tricht-Geldermalsen.Ga naar voetnoot13
Haar archief bevat, wat de beginjaren betreft, behalve enige stukken van notariële aard, een leden- en doopregister dat begint met 1850.Ga naar voetnoot14 Notulen van de kerkeraad over de jaren van het door ons behandelde tijdvak - 1834-1869 - zijn niet bewaard. Wèl vinden we in de notulen van de ‘Algemene vergaderingen’ (1844-1869) een aantal gegevens.
Het ontbreken van elke aanduiding van afscheiding in het archief van de Hervormde gemeente te Tricht gedurende de vijftiger en zestiger jaren, doet ons de vraag stellen of de leden van de beginjaren niet reeds vóór 1850 in feite met de Hervormde kerk hadden gebroken.
De eerste vraag die rijst is: wanneer is de gemeente ontstaan of geïnstitueerd? Dat dit laatste zou zijn gebeurd, wordt in geen enkele bron vermeld. Evenwel geeft het Kerkelijk Jaarboek van het kerkverband: ‘Geïnstitueerd 12 september 1845’.
Notariële stukken brengen ons geen uitsluitsel. In het archief van de gemeente wordt een acte bewaard van 13 oktober 1857 waarin staat dat Roelof den Diejen aan de raad van de Gereformeerde gemeente onder het kruis te Tricht, verkoopt een schuur staande in het dorp Tricht kadastraal Sectie E no. 765 groot 260 vierkante meter en een ‘tuin’ Sectie E no.766 groot 540 vierkante meter. Den Diejen heeft dit onroerend goed in eigendom verkregen op 16 november 1846. De plaats van de schuur met erf is die van het eerste kerkgebouw te Tricht (thans een fabriek, Kerkstraat 21).
| |
| |
Zonder de vraag naar het tijdstip van ontstaan of instituering afdoende te kunnen beantwoorden, constateren we: volgens de volkstelling 1849 woonden er te Tricht-Buurmalsen en in de onmiddellijke omgeving nog geen tien Afgescheidenen.Ga naar voetnoot15; leden- en doopregister beginnen met juni 1850; 1 juni 1850 werd Nicolaas Wedemeijer als lerend ouderling bevestigd door ds. Hermen de Vries, dan Kruisdominee te NaardenGa naar voetnoot16; ‘Tricht’ wordt in de notulen van de Algemene vergadering gehouden van 6 tot 8 mei 1851 voor het eerst genoemd.Ga naar voetnoot17
Het leden- en doopregister alsmede vermeldingen in de ‘lastbrieven’ voor de Algemene vergaderingen leren ons dat de volgende personen in de jaren 1850-1863 (of in een gedeelte van dit tijdvak) tot de gemeente hebben behoord.Ga naar voetnoot18
|
Een jaartal achter een naam - afgezien van het geboortejaar - betekent: jaar van aansluiting; T = wonende te Tricht, gem. Buurmalsen |
T |
Barbara H. van Beusichem 1857 |
T |
Hendrik B. van Beusichem (geb. 1824), landbouwer, 1857 en zijn vrouw: Dirkje van Schaardijk 1861 |
|
Maria den Boesterd 1850 |
|
Roelof den Boesterd,Ga naar voetnoot19 ‘particulier’ te Est |
T |
Roelof van Diejen, landbouwer, 1850 en zijn vrouw: |
|
Johanna van Reekum |
T |
Jacob van Doorn (geb. 1814), koopman / landbouwer, 1850 en zijn vrouw: Neeltje Hol |
|
Hendrik J. van Dunenk 1862 |
|
Jan Hol en zijn vrouw: Martha van de Water |
T |
Willem Hol (geb. 1810), klompenmaker |
|
Aart Kerkhof 1851 en zijn vrouw: Jannetje Suzanna Giliane van Zon |
|
Hermanus van Markenstein en zijn vrouw: Wilhelmina Wierks |
|
Willem Markus (Merkens) 1863 |
|
Cornelia Monhemius 1857 |
|
Aartje van Opijnen |
|
Teunis van Os en zijn vrouw: Maaike Apeldoorn |
T |
Frans Huibert Overdam (geb. 1827), arbeider, 1861 en zijn vrouw: Huibertje van Mourik (geb. 1825) |
T |
Adrianus PrijsGa naar voetnoot20 (geb. 1782), schoenmaker |
| |
| |
T |
Cornelis Schouten (geb. 1833), landbouwer, 1861 en zijn vrouw: Adriana Hendrika Buys |
T |
Grietje Turant (geb. 1832)Ga naar voetnoot21 |
|
Dirkje Verschoor |
|
|
T |
Dirk van de Water en zijn vrouw: Arnolda van Zetten |
T |
Willem van de Water (geb. 1829), landbouwer en zijn vrouw: Maaike Jansen |
T |
Klaas Wierks (geb. 1817), arbeider en zijn vrouw: Geertruida van Batenburg (geb. 1820) |
|
Willem Wierks (geb. 1812), arbeider, 1853 en zijn vrouw: Johanna Elvrink (geb. 1808); ook zijn tweede vrouw: Catharina Smits (geb. 1801) werd lid der gemeente 1862; woonden in het dorp Buurmalsen |
T |
Arie van Zetten (geb. 1825), landbouwer, 1856 en zijn vrouw: Cornelia van Markensteijn (geb. 1827), 1856 |
T |
Dirk Zondag,Ga naar voetnoot22 kleermaker |
|
Arie van Zuilichem 1851 en zijn vrouw: Cornelia Hakkert |
| |
3. Predikanten en oefenaars
De Kruisgemeente te Tricht werd bediend door de volgende personen. Nicolaas Wedemeijer (1814-1888). Zoals reeds vermeld, werd hij 1 juni 1850 bevestigd als ‘leerend ouderling’. Op een buitengewone Algemene vergadering van de Kruisgemeenten, 10 en 11 december 1851, werd Wedemeijer geëxamineerd en toegelaten als dienaar der Woords. Daar Tricht hem reeds had beroepen trad hij vanaf laatstgenoemde datum als zodaning op.Ga naar voetnoot23 Na de genoemde plechtigheden werd een afzonderlijke bevestiging te Tricht blijkbaar niet meer nodig geacht. In september 1853 vertrok hij naar de Kruisgemeente te Dordrecht.Ga naar voetnoot24
Wedemeijer werd opgevolgd door Pieter Siemense (1817-1897). Deze kwam 11 november 1855 en vertrok naar Oosterland begin november 1858. Evenals Wedemeijer vertegenwoordigde ds. Siemense de gemeente enige malen op de Algemene vergadering.Ga naar voetnoot25
Willem Eichhorn (1828-1872) kwam als predikant uit Zuthpen 18 november 1860; hij vertrok in 1864 naar Haarlem.Ga naar voetnoot26 In 1866 verbond Frederik Meijer (1833-1890) zich als ouderling en oefenaar aan de Trichtse gemeente. Hij was in 1865 met attestatie uit Zutphen gekomen. In de notulen van de Algemene vergadering van het jaar 1868 vinden we dat Meijer op advies van de ‘Commissie voor de zaken van het onderwijs’ - deze had bemoeienis met de opleiding tot predikant - zich tot de vergadering wendt met het verzoek op grond van artikel 8 van de Dordtse kerkenorde ‘onderzocht en toegelaten te worden tot den Heiligen dienst’. Staande de vergadering wordt het vereiste onderzoek verricht; tevens wordt door Meijer een preek gehouden. Maar het resultaat is dat men ‘geene vrijmoedigheid heeft hem tot de Heilige Bediening toe te laten’.Ga naar voetnoot27 Vooruitlo- | |
| |
pende op de ontwikkeling na 1868 delen we hier mede dat F. Meijer en C. Schouten, respectievelijk als ouderling en diaken, in 1869 òf samen òf met anderen ambtsdragers zijn als wordt besloten niet toe te treden tot de vereniging met de Christelijke Afgescheiden kerken. De gemeente te Tricht komt hierdoor in het isolement. In 1871 wordt contact gezocht met de groep van ‘Bakkeriaanse’ gemeenten, waarvan het centrum in de provincie Zeeland lag.Ga naar voetnoot28 In de notulen van haar 13e (landelijke) vergadering, 12 september 1871 te 's-Gravenpolder gehouden, lezen we (art.6)
‘Wordt gehandeld over de gemeente Tricht welke zich hebben aangeboden, om tot de kerke over te komen. Na hierover gehandeld te hebben is door stemming bepaald...Ga naar voetnoot29 naar die gemeente te zenden, ten einde ons met een en ander nader bekend te maken’.Ga naar voetnoot30
De notulen van de volgende vergadering vermelden
‘Wordt gevraagd aan de commissie die de vorige vergadering was gekozen... om op verzoek van den persoon Meijer wonende te Tricht, die verzocht had om als oefenaar bij de gemeente aan te sluiten, na het besluitGa naar voetnoot31 desaangaande ingewonnen, ongunstig te moeten berichten’.Ga naar voetnoot32
De zinsbouw in de laatste regels is niet doorzichtig. En vergelijking van beide citaten doet ons vragen: wilde de gemeente te Tricht zich voegen bij de Bakkerianen of gold dit slechts F. Meijer? Doch hoe dit zij, de gemeente te Tricht heeft zich niet bij bedoelde kerken-groep aangesloten en Meijer is niet als oefenaar aanvaard.
Frederik Meijer is tot 1881 lerend ouderling gebleven van de Kruisgemeente te Tricht; daarna was hij predikant van de Vrije Gereformeerde gemeente te Vlaardingen - hij werd aldaar 4 december 1881 door ds. E. Fransen bevestigd. Tot aan zijn overlijden bleef hij als consulent aan Tricht verbonden.Ga naar voetnoot33
| |
4. Leden van de kerkeraad en diakenen
Uit de ‘lastbrieven’ van ‘Tricht’ voor de Algemene vergaderingen over het tijdvak 1851 tot 1869,Ga naar voetnoot34 krijgen we de indruk dat de gemeente zich
| |
| |
rustig heeft ontwikkeld. De zaken die zij aan de orde stelt, hebben niet betrekking op interne moeilijkheden, maar uitsluitend op algemeen-kerkelijke zaken die hier niet behoeven te worden vermeld.
Uit de ondertekening van een aantal lastbrieven 1855-1869, leren we wie in dit tijdvak ouderling of / en diaken zijn geweest. We komen daarbij tot onderstaand resultaat, waarbij we niet kunnen concluderen dat een bepaald persoon buiten de genoemde jaren niet als ambtsdrager heeft gefungeerd.
ouderlingenGa naar voetnoot35Ga naar voetnoot35 |
R. den Boesterd |
1855-1866 |
W. Wierks |
1863-1866 |
F. Meijer |
1866-1869 |
|
‘Kerkmeester’ waren |
R. van Diejen |
1855-1862 |
D. Zondag |
1855-1860 |
H. van Beusichem |
1862-1863 |
|
diakenenGa naar voetnoot35 |
W. Wierks |
1855-1860 |
A. Prijs |
1855-1866 |
C. Schouten |
1862-1869 |
In 1869 en 1870 omvat de gemeente circa 70 zielen.
| |
5. Tricht breekt met de Christelijke Gereformeerde kerk
Op de synode 1869 zowel van de Afgescheiden kerken als van de Kruisgemeenten werd, zoals bekend, besloten dat beide kerkformaties zich zouden verenigen met als naam Christelijke Gereformeerde kerk. ‘Tricht’ was op laatstgenoemde synode vertegenwoordigd door F. Meijer - hij behoorde tot de deputatie van de classis Gelderland. Uit de notulen blijkt dat hij heeft ingestemd met het besluit der vereniging.Ga naar voetnoot36 De synode van de Kruisgezinden - voor het laatst bijeen - eindigde zaterdag 26 juni 1869. Mogelijk heeft Meijer het besluit zondag 27 juni 1869 aan de gemeente bekendgemaakt, zonder ruggespraak met diaken C. Schouten.Ga naar voetnoot37
Op 15 september 1869 zijn F. Meijer en C. Schouten als afgevaardigden van Tricht aanwezig in de vergadering van de classis Arnhem, gehouden te Arnhem. Zij worden welkom geheten door de praeses; hij voegt daaraan toe dat hij
| |
| |
‘hoopt dat Hun Eerwaarden met de andere broeders onder den zegen des Heeren steeds mogen werkzaam zijn tot Gods eer en tot heil Zijner gemeente, met welken wensch zich alle de broeders vereenigen’.Ga naar voetnoot38
We lezen verder:
‘Wordt gesproken of diaken C. Schouten uit Tricht zitting mag worden verleend. Volgens Klassikaal besluit (Notulen 14 mei 1867, Art. 12) mag zulks niet. Daar het strekken kan om de Kerkregering te verzwakken, en het nòch in Gods Woord nòch in eenige kerkorde is gegrond, mogen geene diakenen zitting hebben in Klassikale, Provinciale of Synodale Vergaderingen. Uitsluitend voor dit maal, wordt bij meerderheid van stemmen genoemde broeder als lid der vergadering zitting verleend.’.Ga naar voetnoot39
Nog vinden we:
‘De gemeente Tricht verzoekt bij de Provincie Zuid-Holland te worden ingedeeld. De Vergadering besluit dit verzoek niet in te willigen, met het oog op de geringe krachten dezer klasse. Tegen dit besluit verzoeken de afgevaardigden uit Tricht in de notulen vermelding protest te hebben aangeteekend.’.Ga naar voetnoot40
De afgevaardigden van ‘Tricht’ hebben het - zeker naar hun inzichten - niet getroffen op deze classicale bijeenkomst. In de eerste plaats vanwege de besluiten aangaande eigen gemeente, maar ook daar op deze vergadering de moeilijkheden met ds. J. Brummelkamp - door ons in het vorige hoofdstuk behandeld - hun hoogtepunt bereikten.
- vinden we vermeld dat er een schrijven is ingekomen van de Trichtse kerkeraad, hetwelk alsdus luidt.
‘Tricht 27 December 1869
Eerwaarde Broeders!
De kerkeraad der gereformeerde gemeente te Tricht, brengt ter Uwer kennis: le. Dat hij met de gemeente bezwaar heeft gevonden om op den ingeslagen weg der Vereeniging voort te gaan, en dat zijGa naar voetnoot41 voor God en menschen hare zonden heeft beleden, gelijk zij belijdt: dat zij zich heeft laten overrompelen om toe te treden tot eene Vereeniging die buiten God is geschied;
2e. dat zij met gemeen overleg besloten heeft om tot het oude standpunt terug te keeren, en dat aan dit besluit reeds gevolg heeft gegeven.
Biddende dat God verder de verdoolde gemeenten teregt brenge, bevelen wij U in de genade des Allerhoogsten.
Namens den kerkeraad
get. F. Meijer, Praeses
J. van Doorn, Scriba’Ga naar voetnoot42
| |
| |
De ‘correspondent’ van de classis, A. Meijer Hzn te Arnhem, door wie de brief was ontvangen, heeft
‘genoemde gemeente nog zoeken te behouden en haren Kerkeraad in een ernstig en liefderijk schrijven vermaand en opgewekt om weder te keeren, en tot de eerstvolgende Klassikale Vergadering zijne afgevaardigden te zenden. Nòch het een nòch het ander heeft tot dusverre gebaat. In omvraag gebragt, oordeelt de Vergadering om zulks voor kennisgeving aan te nemen en in Bazuin en WekstemGa naar voetnoot43 te publiceeren.’.Ga naar voetnoot44
De Kruisgemeente te Tricht is ‘op zich zelve’ gebleven tot, zoals reeds vermeld, zij in 1907 toetrad tot het verband van de Gereformeerde gemeenten. Dit betekent niet, dat zij geen enkel contact onderhield. Immers, ook de Kruisgemeenten te Lisse en te Enkhuizen waren niet in de vereniging meegegaan.Ga naar voetnoot45 De eerste jaren na 1869 werd ‘Tricht’ voor de bediening van Woord en sacrament verzorgd door Johan Willem van den Broek (1820-1880)Ga naar voetnoot46 van 1869 tot 1880 predikant van de Vrije gemeente te Enkhuizen. In het doopregister van de gemeente Tricht vinden we van 22 december 1869 tot juni 1878 dat de doopsbedieningen uitsluitend werden verricht door laatstgenoemde predikant. Daarna door Elias Fransen (1827-1898), Cornelis Pieneman (1863-1912) en Hendrikus Roelofsen (1854-1930).Ga naar voetnoot47
|
-
voetnoot2
- EERSTE DEEL 286-290, 344-345. Andere literatuur: C. Smits, ‘Het gedenken van 's Heeren daden... - Uit de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeente te Tricht’, in Betuws Kerkblad (van de Gereformeerde Gemeenten Opheusden etc.) I-XI 18 dec. 1975-3febr. 1977.
-
voetnoot4
- Later ouderling te Gorinchem; EERSTE DEEL register.
-
voetnoot5
- Twee andere leden van de ‘vanguard’ waren Hendrik Barendrecht uit Zuid-Beijerland en Cornells van Nieuwenhuizen uit Vuren; men zie voor hen EERSTE en TWEEDE DEEL register. Meer bijzonderheden over de voorhoede: K. van Stigt, History of Pella, Iowa and Vicinity, Pella, Iowa 1897, 31-36.
Er zijn geen gegevens, waaruit blijkt dat het gezin Adrianus den Hartog zich te Pella, Iowa heeft gevestigd.
-
voetnoot6
- GA Geldermalsen ‘Staat van landverhuizingen’ in ‘Brievenboek’ Buurmalsen, resp. 1848, 1849 en 1850.
-
voetnoot7
- In EERSTE DEEL 290 is abusievelijk vermeld dat de ‘doopdienst’ óók werd gehouden 2 aug. 1835. In appel bij de rechtbank van eerste aanleg te Arnhem werd het vonnis op 15 oktober 1835 bevestigd. Men zie voor de ‘hagepreek’: Bos, Archiefstukken II, 379-380 en GA Geldermalsen ‘Brievenboek’ Buurmalsen 1835, onder 3 en 19 aug.
-
voetnoot8
- De in deze paragraaf bedoelde notulen van provinciale vergaderingen (‘Handelingen van de Opzieners...’ Gelderland etc. 1836-1840) worden bewaard in de Scholte Papers, Central College, Pella, Iowa (geen inv. no.).
-
voetnoot9
- Hieruit blijkt dat de kerkeraad nog niet was bevestigd. De burgemeester van Buurmalsen berichtte in aug. 1835 dat Scholte, voor zover hem bekend, op 2 en 3 aug. geen ambtsdragers heeft ‘aangesteld’ (‘Brievenboek’ Buurmalsen 1835, 19 aug.).
-
voetnoot10
- Manuscript bewaard in de ‘Scholte Papers’ inv. no. 33, Central College, Pella, Iowa.
-
voetnoot11
- Not. kerker. 14 dec. 1838, presentie en art. 3; 28 dec. 1838, art. 3; 16 aug. 1839, art. 4.
-
voetnoot12
- GA Geldermalsen,‘Brievenboek’ Buurmalsen - 11 febr.1847: eind 1846 4 Afgescheidenen;... febr.1848: eind 1847 idem. Men zie verder bijlage II, noot 12.
-
voetnoot13
- Behorende tot het verband van Gereformeerde gemeenten in Nederland en Noord-Amerika; zij is gevestigd te Geldermalsen.
-
voetnoot14
- Ledenregister: ‘R. van Diejen - Aangenomen en bevestigt in Junij 1850’. Doopregister: Aaltje van Doorn, gedoopt 27 Junij 1850 door ds. H. de Vries.
-
voetnoot15
- Vgl. bijlage II, noot 12. Niet onmogelijk is dat de Afgescheidenen zich niet als zodanig hebben opgegeven.
-
voetnoot17
- De Algemene vergadering daarvóór werd gehouden van 28 tot 30 mei 1850.
-
voetnoot18
- We ontleenden enige personalia aan de bevolkingsregisters van Buurmalsen (bewaard GA Geldermalsen). Van sommige personen werden geen nadere gegevens gevonden, als gevolg van het ontbreken in doop- en ledenregister van elke aanwijzing aangaande de woonplaats van een betrokkene. We vermoeden dat ‘Tricht’ een streekgemeente is geweest.
-
voetnoot19
- Niet in ledenregister; ouderling 1855-1866, wellicht ook daarvóór en daarná. Roelof den Boesterd werd in 1810 te Neerijnen geboren als zoon van Abraham den Boesterd en Hendrica van Zuilekom. Hij overleed 28 jan. 1869 te Neerijnen, van beroep landman. (RA Gelderland, Overlijden Waardenburg 1869, acte 29 jan.) Men zie voor het geslacht Den Boesterd: hoofdstuk 10, par.2.
-
voetnoot20
- Niet in ledenregister; diaken 1855-1866 etc.
-
voetnoot21
- Gehuwd met Jan Hendrik van Dungen (geen lid).
-
voetnoot22
- Niet genoemd in ledenregister; ‘kerkmeester’ 1855-1860; als noot 19.
-
voetnoot26
-
Ibidem 105. Een foto van N. Wedemeijer, P. Siemense en W. Eichhorn vinden we onder meer in NAVGK:respect. 633, 627 en 613.
-
voetnoot28
- Breder over de gemeenten die Daniël Bakker volgden: ZEVENDE DEEL 126-129. Later behoorden tot deze groep ook gemeenten te Neerijnen, Opheusden en Rhenen.
-
voetnoot30
- ‘Notulenboek voor de gereformeerde gemeente Neerijnen, c.a.’ (1865-1919). Iedere Bakkeriaanse gemeente ontving (bezat) zulk een boek dat de notulen van de Algemene vergaderingen behelsde. Daar het schrijver dezes niet bekend is, waar het origineel van dit boek zich thans bevindt, deelt hij mede in het bezit te zijn van een fotocopie. De Gereformeerde gemeente te Herkingen is eigenaresse van een notulenboek dat loopt tot 1922.
-
voetnoot32
- Notulen (vgl. noot 30) 14e vergadering 8 mei 1872, art.4.
-
voetnoot33
- M. den Admirant, Kerkmensen in Vlaardingen, Vlaardingen 1974, 96. Men zie verder voor F. Meijer, De Haas II, 247-248. We merken nog op dat de gemeente te Tricht - sedert 1907 behorende tot het verband van de Gereformeerde gemeenten - pas in 1964 opnieuw een predikant ontving in de persoon van H. van Gilst (1901-1966).
-
voetnoot34
- RA Utrecht; archief Gereformeerde kerken in Nederland, inv. no. 77.
-
voetnoot37
- Voor zover we kunnen nagaan was F. Meijer op dit tijdstip de enige ouderling en C. Schouten diaken. J. van Doorn was scriba, volgens een nog te noemen brief van 27 dec. 1869.
In A. van Stuyvenberg, W.C. Lamain, G.H. Kersten, Ledeboer herdacht, Rotterdam / Benthuizen 1938, vinden we: ‘In Tricht ontstond enige verwarring. De leeraar dier Kruisgemeente voerde des Zondags op den preekstoel het pleit voor de vereeniging. Maar ouderling Schouten betwistte hem het recht daartoe en eischte herroeping, niet van voornemen zijnde om de gemeente over te leveren en van den zuiveren grondslag af te trekken. Den volgenden Zondag herriep die predikant het.’. (19)
Met ‘leeraar’ en ‘predikant’ is bedoeld ouderling / oefenaar Meijer; Schouten was diaken. Verder is de inhoud van dit citaat niet geheel volgens de feiten. Ongetwijfeld is Schouten tegen de vereniging geweest, maar tot nov./dec. 1869 heeft ‘Tricht’ behoord tot de Christelijke Gereformeerde kerk.
-
voetnoot39
- Als vorige noot. Genoemd classicaal besluit sprak tevens uit dat een diaken desnoods wel aanwezig mocht zijn ‘om de zaken van zijne gemeente mede te deelen en advies te geven’.
-
voetnoot43
- Het weekblad De Wekstem onder redactie van de predikanten W. Diemer en J.H. Donner werd uitgegeven te Kampen. Het verscheen gedurende enige jaren, te beginnen met 1865. Men zie C. Veenhof, Prediking en uitverkiezing, Kampen 1950, 184.
-
voetnoot45
- Er waren in de jaren 1869-1907 meer vrije gemeenten. Men zie hiervoor H.A. Hofman, Ledeboerianen en kruisgezinden, Utrecht 1977, 83-123. Ook G.H. Kersten en J. van Zweden, Kort historisch overzicht van de Gereformeerde gemeenten in Nederland en Noord-Amerika, Utrecht 1947 - we vinden op blz. 69 vlg. dat zich bij Enkhuizen, Lisse en Tricht enige andere gemeenten voegden - evenwel zonder kerkverband: Westzaan, Beekbergen, Rijssen, Kampen, Twello, Barneveld, Opheusden etc.
-
voetnoot46
-
De Haas I, 49. Van den Broek was gehuwd met een dochter van de vermaarde oefenaar J.W. Vijgeboom: Elisabeth Henriëtte.
-
voetnoot47
- Tenslotte vermelden we dat er in 1885 een scheuring ontstond in de Kruisgemeente te Tricht. We lezen bij Hofman, a.w. 80:
‘In 1885 veroorzaakte onenigheid over de vraag of de val van Adam opgenomen was in Gods besluit een scheuring. De helft van de gemeente (die op dat moment 25 tot 30 gezinnen telde) maakte zich los uit het verband. Uit deze groep is later de Oud-Gereformeerde Gemeente [te Geldermalsen] ontstaan. De betrokkenen werden vermaand door E. Fransen omdat zij de algemeenheid van Gods besluit loochenden, en geroyeerd als lid totdat zij “in oprechtheid” van hun dwaling zouden terugkomen.’.
In het ledenregister vonden we bij 29 personen: geroyeerd (in 1884 of 1885).
|