De Afscheiding van 1834. Deel 9. Provincie Gelderland
(1991)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 4
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
begint met 1852, terwijl het eerste ledenregister dat werd aangetroffen circa 1900 zal zijn aangelegd. Tenslotte, bewaard is een in 1915 gemaakt manuscript aangaande de geschiedenis van bedoelde gemeente van de hand van R. Veldhoen, getiteld ‘Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Velp.’Ga naar voetnoot7 We vinden bij Jansen: ‘Het oudste notulenboek, dat ik in het archief van de Velpse kerk vond, begint op 26 oktober 1852. Natuurlijk zijn er wel archivalia geweest van de voorgaande jaren, maar die zijn helaas, behoudens enkele akten, door de naar Amerika vertrokken gemeenteleden meegenomen. De Rozendaalse korenmolenaar David van NeckGa naar voetnoot8 moet volgens Veldhoen, de schuldige zijn geweest. Zouden de landverhuizers van de gedachte zijn uitgegaan, dat het gemeenteleven in Amerika zou worden voortgezet? Dat Gods koninkrijk in Velp teneinde was? Men komt dit idee vaker bij de emigranten tegen; het moet ook één der redenen zijn geweest om te emigreren’.Ga naar voetnoot9 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Het beginDe oorsprong van de gemeente te Velp ligt - sterker dan van die te Arnhem - geheel in het duister. Het baat ons weinig te weten, dat in het midden van de vorige eeuw in een boerderij ‘Jeruzalem’ in de huidige Tramstraat, een gezelschap bijeenkwam ‘onder leiding van een zekere Ledeboer’.Ga naar voetnoot10 De Velpse Afgescheidenen hebben in de eerste tijd - we veronderstellen circa 1840 - vergaderd in een boerderij toebehorende aan Jan Eemsing en zijn vrouw Cornelia Bemener; deze stond op de hoek van de huidige Tuinstraat en Vianenstraat. Ds. K.M. WildeboerGa naar voetnoot11 zou daar eenmaal of bij herhaling zijn voorgegaan.Ga naar voetnoot12 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het verdient opmerking dat ‘Velp’ in de notulen van de provinciale vergadering van 27 april 1842Ga naar voetnoot13 niet wordt genoemd als wordt besloten tot splitsing van de classis Apeldoorn in de beide classes Apeldoorn en Varsseveld - de tot beide ressorten behorende gemeenten worden opgesomd. Op 7 december 1843 verschijnt de gemeente voor de eerste maal in de vergaderingen van de classis (Arnhem-)Apeldoorn; afgevaardigd zijn J.W. Sleyster, ouderling en R. Sleyster, diaken.Ga naar voetnoot14 We willen - in tegenspraak met de literatuurGa naar voetnoot15 - voorzichtig de veronderstelling lanceren, dat de gemeente te Velp werd geïnstitueerd rond 23 juli 1843, in de dagen dat Brummelkamp ook te Arnhem ‘orde op zaken heeft gesteld’ door aldaar een kerkeraad te bevestigen.Ga naar voetnoot16 Wij gaan dan voorbij aan vage mededelingen in de notulen van de gemeente Geesteren-Lochem c.a., door Jansen genoemdGa naar voetnoot17 en aan het feit dat in 1842-1843 enige Afgescheidenen uit Velp verschijnen in de ‘vergadering van mansleden’ te Arnhem, namelijk H. Hulshoff, J.W. Sleyster en E. Steentjes.Ga naar voetnoot18 We herhalen onze hypothese - met inachtneming van de regel van het gereformeerde kerkrecht: een gemeente wordt geïnstitueerd door instelling van de ambten - dat ‘Velp’ werd geïnstitueerd door ds. A. Brummelkamp circa 23 juli 1843. Vermoedelijk hebben de Velpse Afgescheidenen daarvóór op dezelfde wijze kerkelijk geleefd als die te Arnhem, namelijk als gezelschap dat af en toe werd bezocht door een predikant of een oefenaar. Uit de notulen van de Arnhemse kerkeraad blijkt dat na juli 1843 A. Brummelkamp (tot 1854), Van Raalte (tot 1846) en G.W. van Houte (1850-1859) zich - min of meer - als predikant aan Velp verbonden voelden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Request aan de Koning; kerkgebouw; eerste ledenEen request aan de Koning met het doel erkenning te vragen, gedateerd 31 augustus 1845, verschaft ons enige informatie over de jonge gemeente.Ga naar voetnoot19 Deze heeft gekozen voor het huishoudelijk reglement van Utrecht.Ga naar voetnoot20 Men begeert een gebouw te stichten op een stuk grond kadastraal Sectie D, no. 522, gelegen te Velp. Het recht van opstal op dit terrein, groot 18 are en 90 centiare - we zouden ook kunnen spreken van het recht van erfpacht - werd voor vier gulden per jaar verkregen van freule E.A. van der Burgh van Spierlingshoek die ‘des zomers de grote buitenplaats “De Schoonenberg” bewoonde.’Ga naar voetnoot21 Het stuk grond was gelegen op de hoek van de huidige Bergweg en Wilhelminastraat. Reeds in 1845 werd met de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bouw van de kerk begonnen en werd zij in gebruik genomen. Zij heeft dienst gedaan tot 1914Ga naar voetnoot22 De eerste kerk (1845-1914) na enige verbouwingen ten opzichte van de grondvorm. Het gebouw werd tijdens de oorlogshandelingen in 1944 verwoest; het stond aan de Bergweg, hoek Wilhelminastraat.
De ondertekening van het request, door 27 personen, geeft ons wellicht bij benadering, inzicht in de samenstelling van de gemeente in het derde jaar van haar bestaanGa naar voetnoot23.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J.W. Sleyster en H. Hulshoff tekenen het eerst, zonder vermelding van hun ambt van respectievelijk ouderling en diaken. Het trekt de aandacht dat diaken Roelof Sleyster niet tekent. De gemeente wordt erkend - of ‘toegelaten’ bij koninklijk besluit van 9 december 1845, no. 88.Ga naar voetnoot24 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Gemeentelijk leven 1845-1869Ga naar voetnoot25Op 5 juni 1846 vertrekt Roelof Sleyster uit Velp, op weg naar de Nieuwe wereld.Ga naar voetnoot26 Zijn taak is, tezamen met andere personen de komst van A.C. van Raalte en diens groep, voor te bereiden. Evenwel maakt Sleyster zich in Amerika los van deze voorhoede en vestigt zich in Alto, Wisconsin.Ga naar voetnoot27 Van Raalte gaat, zoals bekend, naar Michigan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De presentie in de notulen van de classis Arnhem leert ons dat de samenstelling van de kerkeraad gedurende het tijdvak 1847-1855 als volgt is geweest: Teunis Handelé (landbouwer), J.M. Dikker, ouderlingen. H. Hulshoff was diaken. In 1852 wordt ook J. Gerritsen diaken. Er is weinig mutatie; aftredenden konden worden herkozen - tot 1911 (!) waren de verkiezingen geheel vrij, dat wil zeggen zonder candidaat-stelling door de kerkeraad.Ga naar voetnoot28 Het oudste notulenboek dat bewaard gebleven is, begint met een vergadering van de kerkeraad en de overige ‘manslidmaten’ van 26 oktober 1852. Ook ds. A. Brummelkamp is aanwezig. We vermelden hieronder - met opzet - alle bezoekers, uitgezonderd laatstgenoemde, teneinde te doen zien, hoezeer de samenstelling der gemeente is gewijzigd ten opzichte van 1845 (ondertekening request). In dat jaar vinden we 27 namen; in 1852 zijn 18 mannelijke volwassenen, naar we aannemen nagenoeg allen, bijeen.
Tijdens genoemde vergadering stelt ds. Brummelkamp voor ‘of Velp niet zelf een Leeraar zou beroepen, ten einde in catechisatien en prediking te voorzien...’. Hij zelf kan moeilijk deze beide werkzaamheden blijvend verrichten.Ga naar voetnoot29 Gezien Brummelkamps zorg voor de gemeente te Arnhem en voor de predikantsopleiding aldaar, is dit voorstel alleszins redelijk. Merkwaardig is dat we na de notulen van deze ene vergadering in het boek een hiaat vinden over een tijdvak van zeven jaren. We lezen hierover bij Jansen ‘Na die vergadering van oktober 1852 zijn er jarenlang geen notulen gemaakt. Pas op 12 september 1859 worden in het notulenboek de verslagen der kerkeraadsvergaderingen hervat. Tijdens de kerkvisitatie op 1 september 1859 hebben ds. W.A. van der Kleij (Tiel) en ds. P. Kapteijn (Putten) dit verzuim ontdekt. Na vermaning wordt beloofd, in het vervolg weer geregeld notulen te maken. Volgens een aantekening van de Arnhemse scriba W. Otto zijn in de tijd dat ds. G.W. van Houte aldaar stond, geen notulen gelezen.Ga naar voetnoot30 Slechts wat losse aantekeningen bleven bewaard. Het feit dat ds. Van Houte geen prijs stelde op het maken van notulen kan heel goed de oorzaak zijn dat in Velp in die tijd eveneens de kerkeraadsverslagen ontbreken’.Ga naar voetnoot31 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 1859 is de samenstelling van de kerkeraad in de gemeente te Velp - zij is tot eind 1861 vacant - als volgt: J.M. Dikker, T. Handelé, ouderlingen. J. Gerritsen en G.F. Strikker waren diaken. De beide ouderlingen blijven dienen respectievelijk ver nà en tot 1869. In 1865 wordt M.A. MichonGa naar voetnoot32 als derde ouderling gekozen. In 1862 kiest de gemeente Steven G. Gerritsen als derde diaken. Als G.F. Strikker in 1863 overlijdt, wordt niet een derde diaken in zijn plaats aangesteld. Begin 1860 wordt onder leiding van de consulent H.H. Middel te Arnhem voor het eerst het beroepingswerk ter hand genomen. Tweemaal bedankt een predikant, maar 21 oktober 1861 mag de gemeente candidaat W.J. Thijssen in haar midden zien bevestigd als dienaar des Woords. Reeds 25 mei 1862 neemt deze predikant afscheid en vertrekt naar Smilde. Op de classicale vergadering gevraagd naar de oorzaak van dit spoedige vertrek, geeft Thijssen ten antwoord, dat er voor hem ‘drangredenen’ bestonden, welke hem tot de aanneming van het beroep van Smilde hadden gebracht, maar dat hij ‘deze voor de classis niet kan ontwikkelen’.Ga naar voetnoot33 De tweede ‘eigen’ predikant is ds. Israël Middel (1829-1896); hij staat te Velp van 24 augustus 1862 tot 28 april 1867. Als eind 1863 - tweede kerstdag - de traditionele vergadering van kerkeraad en ‘mansleden’ wordt gehouden, zijn er 26 broeders aanwezig en hebben er 4 bericht van verhindering gezonden. We mogen derhalve aannemen dat de gemeente dan 30 belijdende ‘mansleden’ omvat. In bedoelde vergadering worden - eveneens volgens traditie - zonder candidaat-stelling door de kerkeraad, een aftredende ouderling en diaken herkozen.Ga naar voetnoot34 |
|