Woord vooraf
Bij het gereedkomen van het manuscript voor ons NEGENDE DEEL over de Afscheiding van 1834 gaat in de eerste plaats onze dank uit naar de archiefambtenaren en kerkelijke archivarissen in de provincie Gelderland. Velen van hen hebben ons - behalve uiteraard met deskundigheid - met vriendelijkheid, ja zelfs hartelijkheid geholpen bij ons onderzoek, dat twee en een half jaar heeft gevergd.
Wij willen opnieuw uitspreken dat, naar onze diepe overtuiging, de Afscheiding van 1834 een reformatie van de kerk is geweest. Aan ons onderwerp is meer dan één zijde; maar de hoofdzaak blijft dat het overgrote deel van de Afgescheidenen zijn stap van het breken met de Hervormde kerk deed, omdat het wilde vasthouden aan Gods Woord en aan de met bloed geschreven belijdenisgeschriften der Reformatie.
We merken op dat we, evenals tot nu toe in deze serie, ons hebben beperkt tot het tijdvak 1834-1869. Het accent ligt voor een aantal gemeenten meer op het eerste gedeelte van deze periode dan op het laatste.
Dit boek kan los van de andere delen worden gelezen. Verwijzing naar deze werken heeft geen andere functie dan die naar de overige literatuur.
Over menige gemeente die in het beschreven gedeelte van Gelderland ligt, is een gedenkboekje verschenen. Teneinde herhaling te voorkomen, zullen we enige malen naar deze geschriften verwijzen, of hier en daar een samenvatting geven van een gedeelte van hun inhoud. Onze opzet was niet zozeer de bestaande literatuur te behandelen, als wel de tot nu toe niet-gepubliceerde bronnen te laten spreken.
Wat het gebruik van dit boek betreft, het volgende. Indien het archief van een gemeente (nog) door haar wordt beheerd, is dit veelal niet expliciet vermeld; in het andere geval is aangegeven in welke openbare verzameling het werd gedeponeerd.
Het opstellen van het eerste ledenregister van een gemeente leverde in een aantal gevallen moeilijkheden op. Bij herhaling bleek dat de ledenadministratie over het behandelde tijdvak of niet meer bestond of grote slordigheid en onvolledigheid vertoonde. De bevolkingsregisters van de desbetreffende burgerlijke gemeente beginnen soms later dan 1834 of geven slechts een deel van de gezochte informatie.
Evenals in het ZEVENDE DEEL hebben we in dít boek - bijlage III - het ‘Reglement der Christelijke Afgescheidene Gemeente te Rhijnsburg’ (1841) afgedrukt, aangezien ook in Gelderland enige gemeenten dit destijds, naast de Dordtse kerkenorde, aannamen.
In tal van Afgescheiden gemeenten in de provincie Gelderland bleek de factor van de emigratie naar de Verenigde Staten een ingrijpende te zijn geweest. Al onderzoekende en schrijvende meenden we te moeten afzien van ons aanvankelijke voornemen aan dit onderwerp uitvoerige aandacht te besteden; de omvang van deze studie zou anders te groot zijn geworden. Slechts enige algemene zaken, als het teruglopen van het aantal leden van een gemeente, en de levensloop van enige op de voorgrond tredende emigranten, werden genoemd. Voor het overige mogen we verwijzen naar de inmiddels grote verzameling werken aangaande de emigratie uit Nederland naar de Verenigde Staten in de vorige eeuw; in de literatuurlijst hebben we de belangrijkste titels genoemd. Overigens menen we dat er ten aanzien van de studie van bedoelde emigratie desiderata blijven bestaan.
Zegene God, de HEERE, onze arbeid.
Haren-Gn., december 1990
C. Smits