Ten geleide
Leven en werk van Cornelis Smits
De auteur van dit boek, doctor Cornelis Smits, heeft de publicatie niet mogen beleven. Onverwachts is hij op 16 december 1990 overleden. De familie verzocht mij enkele woorden over zijn leven en werk te schrijven. Aan dit verzoek wil ik heel graag voldoen.
Cornelis Smits werd 22 juli 1917 geboren te Gorinchem als zoon van Dirk Cornelis Smits en Heiltje Francina van Mill. Zijn vader was makelaar; beide ouders waren belijdend lid van de Gereformeerde kerk. Reeds vroeg heeft Kees hen moeten missen: toen hij zestien was overleed zijn moeder, twee jaar later zijn vader. In zijn geboortestad doorliep hij na de lagere school de HBS, met glansrijk eindresultaat. In 1935 werd hij ingeschreven in de faculteit van wis- en natuurkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 1939 legde hij het candidaats-, in 1942 het doctoraal examen af.
Inmiddels was hij samen met zijn oudste zuster naar Laren verhuisd. Daar leerde hij haar kennen, die tot zijn dood alle lief en leed met hem zou delen: Catharina Aleida (‘Tine’) van Keulen, geboren op 25 september 1917, met wie hij zich in 1939 verloofde. Na zijn benoeming aan de Hogere Technische School te Haarlem begin 1943, traden zij op 12 augustus van dat jaar in het huwelijk. Uit hun huwelijk zijn zeven kinderen geboren.
In januari 1944 werd op de school het vak ‘Nationaal-Socialistische Vorming’ ingevoerd. Smits verzette zich met woord en daad, werd gezocht door de SD en moest onderduiken. In de hongerwinter werd hij opgepakt bij een razzia en naar Duitsland gevoerd. Na zeer zware maanden wist hij te ontkomen en bevrijd gebied in Nederland te bereiken. De gezinshereniging eind mei 1945 luidde een nieuwe periode in zijn leven in.
Smits hervatte zijn arbeid in Haarlem, en promoveerde 24 mei 1946 aan de VU met een dissertatie over De Möbius-meetkunde van het platte vlak. Kort hierna volgde zijn benoeming aan de Christelijke HBS te Amsterdam, waar hij elf jaar aan verbonden bleef.
In de strijd die in de Gereformeerde kerken was ontbrand kozen hij en zijn vrouw met beslistheid voor de Vrijmaking. Wonend te Laren (kerkelijk ressorterend onder Hilversum) diende hij de gemeente als ouderling. Het Barthianisme, veld winnend ook in kringen van het christelijk onderwijs, bracht hem in deze jaren tot uitvoerige bestudering van Barths werken, en tot publicatie van Het Barthianisme in strijd met Schrift en Belijdenis. Hij begaf zich ook op het terrein van de politiek en was onder meer lid van de Verbondsraad van het GPV.
In 1957 aanvaardde hij de benoeming tot directeur van de juist opgerichte Gereformeerde HBS te Groningen. De aanvankelijk ongesubsidieerde instelling groeide onder zijn krachtige leiding uit tot een Gereformeerd Lyceum, met leerlingen uit heel het Noorden. In 1968