| |
| |
| |
Hoofdstuk 26
Heusden
In het stadje Heusden, rijk aan historie,Ga naar voetnoot1 woonden in 1844 circa 2100 personen, van wie ongeveer 200 militairen; er stonden 409 huizen, bewoond door 420 huisgezinnen. De inwoners vonden hun bestaan in de brouwerijen, handel in hop, het verzorgen van het garnizoen, winkelnering en de landbouw. Er waren ongeveer 850 Hervormden, enige Afgescheidenen, 1200 Rooms-Katholieken, 30 Evangelisch-Luthersen en 40 Israëlieten.Ga naar voetnoot2
De archief-balans voor ‘Heusden’ is sterk negatief. Spectaculaire gebeurtenissen waarin de stedelijke overheid of een rechtbank werd gemengd, zijn er niet geweest. De archieven van de Hervormde gemeenten te Heusden, Oud-Heusden en Herpt, te Aalburg en Heesbeen alsmede te Wijk, waaruit bij de stichting van de Afgescheiden gemeente haar leden kwamen, bevatten geen bijzonderheden aangaande ons onderwerp.Ga naar voetnoot3 Wat het archief van de Gereformeerde kerk te Heusden betreft: de notulen van de kerkeraad beginnen met 1877, het oudstbewaarde ‘Lidmatenboek’ is aangelegd 1 januari 1878.Ga naar voetnoot4 Daarnaast bevat dit archief enige stukken over gevarieerde onderwerpen, waarvan we er een paar zullen noemen.
| |
| |
| |
1. Stichting der gemeente
Volgens een afschrift van de ‘Oprichtings-acte Gereformeerde Kerk HeusdenGa naar voetnoot5 ...’, bewaard in haar archief,Ga naar voetnoot6 werd de gemeente vrijdag 8 februari 1841 gesticht ten huize van Arnoldus Fok, wonende aan de Botermarkt. Aanwezig waren de volgende personen
Inwoners van Heusden: Cornelis Duijser, Arnoldus Fok, Pieter Konings, Egbert Heykes Vrieze. |
Inwoners van Aalburg-Heesbeen: Peter de Bruijn, Pieter Lakerveld, Teunis Vos. |
Inwoners van Wijk: Jacob van Gameren,Ga naar voetnoot7 Willem Treffers, Jasper Verkuijl (‘wonende op den Biesheuvel onder Wijk’), Bastiaan Vos Jzn., Cornelis de Waal.Ga naar voetnoot8 |
De twaalf aanwezigen verklaren onder meer, dat zij ‘na daartoe kennis gegeven te hebben aan de Opzieners der Christelijke afgescheiden gemeente in de Classis van Veen’,Ga naar voetnoot9 zich verenigd te hebben tot een gemeente. Tot ouderling worden gekozen Arnoldus Fok en Bastiaan Vos Jzn.; de keuze van een diaken valt op Pieter Konings. In dit geval kunnen we eigenlijk niet spreken van ‘instituering’. Mogelijk zijn de ambtsdragers later bevestigd. We krijgen de indruk dat C. Duijser als secretaris (scriba) heeft gefungeerd. Hij tekent de ‘acte’ als eerste en ‘wettigt’ de ‘naamtekening’ - een kruisje - van C. de Waal.
In een nader te noemen stuk, namelijk van 24 februari 1850, staat dat ‘de te Wijk woonwachtige lidmaten zich aan de Christelijke Afgescheiden gemeente alhier hebben onttrokken’. Dit zal zijn gebeurd vóór of begin 1843, want in het request van 21 februari van dit jaar worden de genoemde personen uit Wijk niet vermeld. Niet onmogelijk is dat deze groep bezwaar had tegen het vragen van ‘vrijheid’ aan de Koning.
| |
2. Cornelis Duijser (1813-1875)
Het is hier de plaats enige aandacht te besteden aan Cornelis Duijser die in de Afscheiding te Heusden een centrale persoon mag worden genoemd.
| |
| |
Cornelis Duijser werd 27 september 1813 te Veen geboren als zoon van Daniël Duijser en Johanna Brouwers.Ga naar voetnoot10 Hij overleed te Heusden 3 maart 1875, oud 61 jaar, van beroep koopman, echtgenoot van Anna Hendrika Jong.Ga naar voetnoot11
Ook in hoofdstuk 16 (Veen) werd Duijser door ons genoemd. Ds. C.W. Pape te Heusden geeft in de tijd rond 1835 aangaande hem enige bijzonderheden.Ga naar voetnoot12 Op 7 september 1829 werd Duijser te Utrecht als student in de theologie ingeschreven; in 1835 was hij candidaat in de theologie, maar moest zijn kerkelijke examens nog afleggen. In Veen voegde hij zich bij de Afgescheidenen en gold daar - mede door zijn kennis - als één der voormannen. Aan op hem geoefende aandrang zich als predikant beschikbaar te stellen, werd door hem geen gevolg gegeven.Ga naar voetnoot13 Hij stelde zich tegenover Scholte in diens leer aangaande de doop.Ga naar voetnoot14
Duijser is te Heusden brouwer geweest, maar in het Bevolkingsregister van deze plaats, aangelegd in 1840, staat hij ook geboekt als ‘Directeur der Stoomboot’. Het gezin woont dan ‘Wijksch Eind’, wijk West, no. 99.Ga naar voetnoot15 Duijser was 15 augustus 1838 te Dordrecht gehuwd met Anna Hendrika Jong. Na 1841 wordt Duijser, volgens nader te noemen acten, getypeerd als ‘koopman’.Ga naar voetnoot16
Het echtpaar Duijser-Jong kreeg vier kinderen: Johanna, geb. 18 juni 1839; zij overleed te Heusden in 1916; Wilhelmina Frederika Maria, geb. 18 december 1841; Daniël, geb. 10 februari 1846 en Willem, geb. 1 september 1852.Ga naar voetnoot17
Johanna Duijser huwde 14 december 1859 Jacobus Burghout, landbouwer te HeusdenGa naar voetnoot18 en na diens overlijden Adrianus Gezelle Meerburg op 15 mei 1873.Ga naar voetnoot19 Willemina F.M. Duijser huwde 28 juni 1863 Simon Evenhuis (predikant te Heusden 1860-1862)Ga naar voetnoot20 en na diens overlijden (1867) op 21 mei 1869 Lucas Lindeboom, predikant te 's-Hertogenbosch; laatstgenoemde werd in 1883 docent aan de Theologische School te Kampen.Ga naar voetnoot21 Willemina F.M. Duijser overleed aldaar 9 mei 1900.Ga naar voetnoot22
Rond 1849 is er in de Afgescheiden gemeente te Heusden slechts één ouderling, de genoemde Arnoldus Fok, die ‘wegens ligchaamsgebreken en ouderdom niet tot zijne bediening in staat was’.Ga naar voetnoot23 Naast hem werd C. Duijser gekozen, maar deze vond het
| |
| |
bezwaarlijk dit ambt te aanvaarden ‘om dat hij de vereischte hoedanigheden als Ouderling in hem niet bevond, tot welker aanneming de Classie hem nog zou vermanen’.Ga naar voetnoot24 De classis gaat hiermee door, inzonderheid als tengevolge van het terugtreden van A. Fok de gemeente ‘zonder bestuur van Ouderling’ is.Ga naar voetnoot25 Duijser heeft blijkbaar eind 1851 het ouderlingschap aanvaard, want, terwijl in de november-vergadering van de classis geen afgevaardigde van Heusden aanwezig is,Ga naar voetnoot26 wordt hij van de december-vergadering 1851Ga naar voetnoot27 tot na 1870 ononderbroken als ouderling genoemd. In hoofdstuk 4 vermeldden we reeds dat C. Duijser scriba is geweest van de provinciale vergaderingen van 24 november 1858 tot 1 juli 1868; ook in de provinciale notulen wordt hij daarná als ouderling gekwalificeerd.
Deze vergaderingen werden in genoemd tijdvak bij herhaling in Heusden, te zijnen huize gehouden.Ga naar voetnoot28
Nadat begin 1856 diaken P. Konings is overleden, treedt David van Leeuwen in zijn plaats. Vanaf dit jaar tot na 1870 wordt de kerkeraad gevormd door Cornelis Duijser en laatstgenoemde, aan welk tweetal we voor 1860-1862 de naam van ds. S. Evenhuis moeten toevoegen.
| |
3. Erkenning
Gedateerd 21 februari 1843 wendt de gemeente zich tot de Koning met het verzoek te worden erkend.Ga naar voetnoot29 Onder meer wordt verklaard dat haar leden wonen te Heusden, HeesbeenGa naar voetnoot30 en Aalburg; dat de openbare godsdienst zal worden uitgeoefend ‘in het gebouw staande in de Gasthuisstraat tusschen de huizen No. 14 en 15, Wijk O’Ga naar voetnoot31; en, dat men het reglement van de erkende gemeente te Almkerk - een variant van het Utrechtse - heeft aangenomen.
De ondertekening vertoont - zoals we reeds opmerkten - verschillen met het lijstje namen van 1841 (paragraaf 1). We missen leden uit Wijk; de meesten van de negentien adressanten wonen te Heusden.
(De namen die cursief zijn gedrukt, worden in paragraaf 1, bij de oprichters vermeld.) |
Arnoldus Fok, winkelier, ouderlingGa naar voetnoot32 |
Pieter Konings, schipper, diakenGa naar voetnoot32
|
| |
| |
Het kerkgebouwtje van de Afgescheidenen te Heusden; thans Gasthuisstraat 3. In 1865 werd de voorgevel vernieuwd, getuige de gevelsteen ‘M.v.d. Mooren Kerkmeester 1865’
|
Klasina Bleijenberg (Wijk?) |
Hendrik Braspenning (Wijk?) |
Elizabeth de Bruijn (Wijk?) |
Cornelis Duijser, koopman |
Cornelia Fraterman (vrouw van A. Fok) |
Gijsbertje Garstman, vroedvrouw (ongehuwd, geb. 1773) |
Johanna Martina de Kok, zonder beroep (ongeh.) |
Adrianus Konings (zoon van P. Konings) |
Gerrit Lakerveld (Aalburg?) |
Pleter Lakerveld (Aalburg?) |
Adrianus van der Mooren (zoon van Matthijs) |
Antonie van der Mooren (idem) |
Matthijs van der Mooren, koopman |
Teunis Vos (Aalburg) |
| |
| |
Egbert Heykes Vrieze, schoenmaker en zijn vrouw Cuinira Janson |
Adriana van Wijk, zonder beroep (ongeh.) |
De gemeente wordt erkend bij koninklijk besluit van 14 juni 1843, no. 55.Ga naar voetnoot33
Ds. H.G. KlijnGa naar voetnoot34 is blijkbaar een goede bekende geweest van de Heusdense Afgescheidenen. In 1844 preekt hij, wonende te Kockengen, te Heusden zeven maal. Namelijk drie keer op 3 maart, twee keer op 17 september en twee keer op 19 september.Ga naar voetnoot35
| |
4. Ledenlijst per 24 februari 1850
Er is een ledenlijst bewaard - althans in afschrift - per genoemde datum.Ga naar voetnoot36 Wat de reden is geweest, haar op dit tijdstip te maken, onttrekt zich aan onze waarneming. Wellicht staat het in verband met de in de volgende paragraaf te noemen notariële acte. De lijst bevat onderstaande namen.Ga naar voetnoot37
Adriana Branderhorst |
Hendrik Braspenning |
Elizabeth de Bruijn |
Cornelis Duijser en zijn vrouw Anna Hendrika Jong met hun kinderen |
Daniël, Johanna, Wilhelmina Frederika Maria |
Arnoldus Fok, ouderling en zijn vrouw Cornelia Fraterman |
Gijsbertje Garstman |
Adriana Konings |
Adrianus Konings |
Helena Konings |
Pieter Konings, diaken |
Gerrit Lakerveld |
Gezina Lakerveld |
Johanna Lakerveld |
Otto Lindeman |
Pietje Millenaar (dienstbode bij familie Duijser) |
Antonie van der Mooren |
Cuinira van der Mooren |
Matthijs van der Mooren |
Gerrit Rombout en zijn vrouw Maria van der Kolk met hun dochter Susanna DingenaGa naar voetnoot38 |
| |
| |
Paulus Schermers |
Cornelis Versteegh |
Teunis Vos (Aalburg) |
Egbert Heykes Vrieze en zijn vrouw Cuinira Janson met hun kinderen |
Gijsbertje Vrieze, Machiel Heykes Vrieze |
Gerardina Zonneveld |
De gemeente omvatte derhalve begin 1850: 34 zielen.Ga naar voetnoot39
| |
5. Kerkgebouw
Op 18 mei 1850 wordt de gemeente eigenares van het kerkgebouwtje, Gasthuisstraat 3 - ook thans als zodanig in gebruik.
Aan de acte van koop en verkoopGa naar voetnoot40 ontlenen we, dat Arnoldus Fok, rentenier, te Heusden verkoopt aan de Afgescheiden gemeente, vertegenwoordigd door kerkmeester Matthijs van der Mooren, koopman, te Heusden, een gebouw en erf in de Gasthuisstraat, kadastraal Sectie A no. 187, groot 1 are en 72 centiare. Sedert enige jaren heeft de gemeente in dit gebouw haar godsdienst uitgeoefend. De koopsom bedraagt ƒ 500,-.Ga naar voetnoot41 De verkoper en zijn echtgenote Cornelia Fraterman, zullen in het kerkgebouw gedurende hun leven, mede voor hun huisgenoten en bloedverwanten bezitten en ‘ten hunnen gebruiken behouden de tweede of middelste zitbank aan de linkerzijde of wel ten noorden van den Predikstoel staande ...’.Ga naar voetnoot42
| |
6. Ds. S. Evenhuis
De reeds genoemde Simon Evenhuis werd 13 mei 1834 te Woltersum, gemeente Ten Boer, geboren. Al kort na de opening van de Theologische School te Kampen - in 1854 - ging hij aan deze instelling studeren. Het candidaatsexamen werd afgelegd 13 oktober 1859, en na 1 februari 1860 te zijn geëxamineerd door de Provinciale vergadering van Noord-Brabant,Ga naar voetnoot43 volgde 5 februari 1860 zijn bevestiging te Heusden. Hij stond aldaar tot 24 augustus 1862. Vervolgens was Evenhuis van 31 augustus 1862 tot 4 november 1863 predikant te Scharnegoutum. Zoals vermeld huwde hij 28 juli 1863 te Heusden Willemina F.M. Duijser. Op 11 november 1863 werd hij te Sneek bevestigd. Daar noodzaakte een ernstige vorm
| |
| |
van tuberculose - de artsen spraken van ‘een diepe ontsteking in de long’ - hem een half jaar ziekteverlof te vragen. Maar reeds voor deze periode om was, ging hij noodgedwongen met emeritaat: 11 oktober 1867. De kerkeraad van Sneek gaf hem een loffelijk getuigenis, waarin we onder meer lezen:
‘Op grond van eene bijna vierjarige ondervinding kunnen wij allen verklaren, dat zijn Eerw. als wetenschappelijk, ijverig, getrouw en Godzalig dienstknecht van Jezus Christus in deze Gemeente is werkzaam geweest en ons de leer der Waarheid naar Gods Woord en onze aangenomen formulieren heeft verkondigd’.Ga naar voetnoot44
Hij overleed te Heusden 6 december 1867. Dan schrijft de kerkeraad:
‘Nog hoopte en bad men zijne herstelling; - doch God heeft gewild, dat deze trouwe, ijverige en met vele gaven toegeruste dienaar vroegtijdig zou rusten in den schoot van Abraham. Zalig zal hem die ruste zijn; zwaar blijft echter ons het verlies’.
|
-
voetnoot1
- Men zie bijvoorbeeld Jacobus van Oudenhoven, Beschrijvinge der Stadt Heusden, Amsterdam 1743; (Ds.) C.W. Pape, De Staden het land van Heusden I-II, 's-Hertogenbosch 1824-1825.
-
voetnoot3
- Te Wijk stond de bekende predikant Bernardus Moorrees van 1815-1816 en van 1831 tot 1851 (emeritaat); men zie voor hem bijv. Bos I-IV register. In de notulen van de kerkeraad van 19 aug. 1824, art. 3, vinden we dat geen bijzonderheden aangaande het huisbezoek behoeven te worden vermeld, behalve
‘dat er een en andere leden waren die den openbaren godsdienst verzuimden, welke zij daar over vermaand hadden en besloten wierd hun verder te vermanen’.
Volgens de notulen van de kerkeraad van 1 sept. 1835, art. 4-7, 9 worden Jan Vos en Heiltje van Wijk vermaand, aangezien zij 's zondags bij Scholte of bij Gezelle Meerburg kerken, maar we vinden hen niet bij de Afgescheidenen. In het ‘Lidmatenregister 1724-1853’ wordt vermeld dat E.K. van der Hoven en H. Haakmeester zich vóór 1842 hadden ‘afgescheiden’ en in genoemd jaar terugkeren; het wordt niet duidelijk bij welk kerkverband Haakmeester zich had aangesloten (Waalse gemeente?).
Het archief van ‘Wijk’ wordt bewaard in StrA Heusden.
-
voetnoot4
- Jaartal en datum kunnen onzes inziens niet worden losgemaakt van het predikantschap van Jan van Andel. Deze bekwame theoloog en organisator stond te Heusden van 4 maart 1877 tot 28 sept. 1879. Men zie voor hem De Haas I, 14-16.
-
voetnoot5
- Het archief van de Gereformeerde kerk te Heusden wordt bewaard in StrA Heusden.
-
voetnoot7
- Naar wij menen is bedoeld: van Gammeren.
-
voetnoot8
- Van deze personen vinden we slechts Cornelis de Waal genoemd in de (zeer onvolledige) archiefstukken van ‘Veen’ (hoofdstuk 16).
-
voetnoot9
- Dit is het enige levensteken van de classis Veen (Veen, Giessen c.a.) na 1837; zij ging op in de classes Almkerk en Genderen.
-
voetnoot10
- RA Den Bosch, Geboorten Veen 1813, acte 28 sept.
-
voetnoot11
- RA Den Bosch, Overlijden Heusden 1875, acte 5 maart.
Volgens het reeds genoemde ‘Lidmatenboek’ (1878) werd Anna H. Jong in 1851 lid der gemeente. (Naar we aannemen legde zij toen belijdenis des geloofs af. Op 24 februari 1850 was zij reeds aangesloten, zoals we zullen zien). In 1880 vertrok zij als weduwe naar ‘de Gemeente Winterswijk’.
-
voetnoot13
- Men zie hiervoor VIJFDE DEEL 50, 96-98, 347.
-
voetnoot14
- Men zie voor C. Duijser ook: hoofdstuk 16, paragraaf 5.
-
voetnoot15
- StrA Heusden, Bev. reg. Heusden no. 3 (1840-1850). Het hiergenoemde ‘Wijksch Eind’ werd later (1849-1859) genoemd ‘Hoogedijkstraat’; thans Wijksestraat (voormalig huis van Duijser: nummer 42). Jarenlang heeft een stoomboot-dienst bestaan tussen Heusden en Gorinchem.
-
voetnoot16
- Door het verloren gaan van de ‘patentregisters’ van Heusden van de vorige eeuw, is het niet mogelijk precieze gegevens aangaande de werkzaamheden van C. Duijser te vinden, bijvoorbeeld de invulling van het beroep ‘koopman’.
-
voetnoot17
- RA Den Bosch, Geboorten Heusden, resp. acte 18 juni 1839, 20 dec. 1841, l0 febr. 1846, 1 sept. 1852. Het overlijden van Johanna Duijser in 1916 is vermeld op haar grafzerk (noot 29).
-
voetnoot19
- Idem 1873. Als naam van de bruidegom wordt vermeld Adrianus Meerburg.
-
voetnoot23
- NCGe 23 mei 1849, art. 6; ...sept. 1849, art. 2.
-
voetnoot28
- Drie gelijke en naast elkaar liggende grafzerken aan de noordzijde van de Catharijne kerk te Heusden laten zien dat daar begraven liggen de in het voorgaande genoemden: Jacobus Burghout; Simon Evenhuis; Adrianus Gezelle Meerburg en Johanna Duijser ‘eertijds weduwe van Jacobus Burghout’.
-
voetnoot30
- Burgerlijke gemeente Eethen, Genderen en Heesbeen.
Er was één Hervormde gemeente Aalburg en Heesbeen.
-
voetnoot31
- Thans Gasthuisstraat 3; de burgemeester omschrijft in een begeleidende brief de plaats van het gebouwtje met ‘(kadastraal) Sectie A No. 187’.
-
voetnoot32
- Ambt wordt niet vermeld; ook de beroepen en woonplaatsen - voor zover konden worden achterhaald - zijn door ons in dit lijstje toegevoegd. Indien geen plaatsnaam genoemd: woonachtig te Heusden.
-
voetnoot32
- Ambt wordt niet vermeld; ook de beroepen en woonplaatsen - voor zover konden worden achterhaald - zijn door ons in dit lijstje toegevoegd. Indien geen plaatsnaam genoemd: woonachtig te Heusden.
-
voetnoot35
- ‘Gepredikte Texten door H.G. Klijn ...’, manuscript bewaard Heritage Hall, Calvin College, Grand Rapids, Michigan.
-
voetnoot36
- Archief Gereformeerde kerk, inv. no. 8. Het afschrift bevat enige onvolkomenheden: Honings i.p.v. Konings, Van der Hoek i.p.v. Van der Kolk etc.
-
voetnoot37
- Volgens NCGe 23 mei 1849, 7 mochten de weinige Afgescheidenen wonend te Heesbeen zich aansluiten bij Heusden of bij Genderen.
-
voetnoot38
- Circa 1840 vonden we dit gezin in Dussen (hoofdstuk 25, paragraaf 2).
-
voetnoot39
- Volgens de volkstelling 1849 waren er in dit jaar te Heusden 31 Afgescheidenen (De Kok, Nederland op de breuklijn 437).
-
voetnoot40
- Archief Gereformeerde kerk, inv. no. 8.
-
voetnoot41
- De verkoper heeft het onroerend goed verkregen door aankoop van de erven Dirk Heckart Marinus op 21 april 1829. In 1774 werd het aangekocht door de Lutherse gemeente te Heusden. Daarvóór was het ‘de Oude 's Lands Hooftwaght’.
-
voetnoot42
- Er werden meer bepalingen gemaakt. bijvoorbeeld, dat de verkoper en zijn echtgenote niet zullen kunnen worden genoodzaakt tot het geven van bijdragen aan genoemde gemeente; en dat beiden zullen hebben het recht van vrije in- en uitgang via het erf van het verkochte naar het woonhuis van Fok en zijn vrouw, staande op de Botermarkt (thans nummer 22). Arnoldus Fok overlijdt te Heusden 1 juni 1854 (RA Den Bosch, Overlijden Heusden, 1854, acte 1 juni).
-
voetnoot44
- Men zie voor Evenhuis te Sneek Wesseling, De Afscheiding in Friesland III, 173-175. Ds. Jan van Andel schreef onder de titel ‘Simon Evenhuis, als student, aan Pieter Lanting’ een In memoriam in Zalsmans Jaarboekje voor Kerk, School en Zending in Nederland, Kampen 1873, 110-128. Men zie voor (ds.) Pieter Ariëns Lanting (1836-1915): De Haas II, 215. Over Evenhuis ook: J. van Gelderen, ‘Momenten uit het verleden (8)’, in Theologische Hogeschool jrg. 8, Kampen 1972, 46-50.
|