De Afscheiding van 1834. Deel 8. Provincie Noord-Brabant
(1988)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 235]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 19
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Ontstaan der gemeenteBij een poging tot reconstructie van de geschiedenis der gemeente, zijn we onder meer aangewezen op het ‘Kort Histories Overzicht der Gereformeerde Kerk van Andel 1834-1905’ - verder aan te halen als ‘Overzicht’ - een beknopt manuscript, dat als volgt eindigt ‘Tot hiertoe bij mondelinge overlevering van Bart Kraai’ - preciezer Albertus Craaij - ‘en opgeteekend door D. de Feijter Sr. 1906’.Ga naar voetnoot7 Bart Kraai, dan 78 jaar, was één van de eerste catechisanten van de latere ds. P.J. de Bruin.Ga naar voetnoot8 Naar wij menen bevat het manuscript waardevolle gegevens, maar ook enige - door ons aan te wijzen - onjuistheden. Dit laatste is niet verwonderlijk, daar Bart Kraai ten dele putte uit zijn herinnering aangaande gebeurtenissen van circa zestig à zeventig jaar geleden. Gezelle Meerburg heeft gedurende de eerste jaren de gemeente enigszins verzorgd. Dit blijkt onder meer uit een brief van burgemeester Gt. den Dekker, gedateerd 3 mei 1836.Ga naar voetnoot9 We vinden hier, dat ‘er heden namiddag, een persoon zich in deze gemeente heeft vertoond met name Meerburg, zijnde eenen afgezetten Domine van Almkerk. Denzelven is van de gemeente Veen gekomen, en is aan het boveneinde van de gemeente afgestapt ten huize van den Karreman Jan de Waal en aldaar hebben zich bij hem vervoegd onderscheidene mannen en vrouwen; en kleine kinderen zijn daar in huis gedragen die daar onder het houden van Godsdienst oefening die tot laat in den avond heeft geduurd, bij een zijn geweest; drie kinderen zijn daar ook gedoopt door den vernoemden persoon. En daar dit bijzonder geval in deze gemeente ook aanleiding gaf tot vele nieuwsgierige die zich op de Strate, en ook op den Dijk nabij de huizinge van voornoemde Jan de Waal bij een verzamelde om den afloop te hooren, zoo is er echter alles zonder de publieke rust te storen, afgeloopen...’. Op 29 januari 1837 schrijft de burgemeester aan de gouverneur onder meer ‘Ik heb de eer UHEdGestr. met deze kennis te geven, dat ik geïnformeerd ben, dat Meerburg, afgezette domine van Almkerk zich wederom binnen de gemeente heeft vertoond, en wel op den 25 Januarij 11. zoude hij in den namiddag na den voorgaanden nacht in de gemeente van Rijswijk te hebben doorgebracht, bij Jacob van Andel, lid van den raad dezer gemeente, zijn aangekomen, en aldaar laat in den avond het kind van denzelven gedoopt en vernacht hebben. Des morgens van den volgenden dag is hij naar Op-Andel gegaan in een afgelegen huis, en heeft daar zoo men zegt vergadering gehouden in bijwezen van acht personen bij Cs. Verbeek en daar ook van dien man een kind gedoopt hebben en een groot gedeelte van dien dag daar hebben doorgebragt en ook eene kerkenraad hebben aangesteld; doch dit alles vond plaats buiten mijn weten en alvorens ik er van werd onderrigt. Want alles ging met stilte en onder de grootste geheimhouding en met gesloten deuren en hij is in de namiddag vertrokken naar Veen, 't welk aanleiding tot veele gesprekken geeft’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In een request aan de Koning van 5 april 1853 - waarover nader - deelt de kerkeraad, in overeenstemming met het bovenstaande, mede dat de gemeente (donderdag) 26 januari 1837 werd geïnstitueerd. Volgens Kraai zouden bij deze gelegenheid Jacob van GinkelGa naar voetnoot10 en Cornelis Verbeek als ouderling zijn bevestigd; van een eerste diaken wordt niet gerept.Ga naar voetnoot11 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. VonnisGa naar voetnoot12Op 30 juli 1839 werd ten huize van Cornelis Verbeek (29) visser, geboren te Veen, wonende te Andel,Ga naar voetnoot13 een door Gezelle Meerburg geleide godsdienstoefening gehouden. In het proces-verbaal van de burgemeester, 31 juli, vinden we dat veldwachter Jan van Andel, 's avonds circa negen uur ‘zijne gewone route doende’ gekomen is te Op-Andel, bij het huis bewoond door Cornelis Verbeek. Een grote menigte - begroot op tweehonderd personen ‘van hier en elders’ -bevond zich gedeeltelijk om en gedeeltelijk in de woning. Cornelis Verbeek fungeerde als voorzanger. Van de aanwezigen wordt verder slechts genoemd Arie 't Hooft, eigenaar van genoemd huis, wonende te Veen. Drie marechaussees van de brigade Heusden, die reeds ter plaatse waren toen de veldwachter arriveerde, ‘welke door de groote menigte menschen in huis gedrongen zijnde, hebben de gemelde Meerburg aangesproken en verzocht als door hooger authoriteit daar toe gelast dat die onwettige vergadering uit een zoude gaan. Waar op het grootste gedeelte zich heeft verwijderd, buiten en om het huis en zijn daar verbleven tot dat die Godsdienst oefening welke laat in den nacht heeft geduurd, was afgeloopen’.Ga naar voetnoot14 Gezelle Meerburg wordt 31 augustus 1839 veroordeeld tot ƒ 100,-boete, Cornelis Verbeek tot ƒ 8,-.' | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Plaatsen van samenkomst; ds. P.J. de BruinSoms ging een deel van de gemeente naar Nieuwendijk om daar Gezelle Meerburg te horen of naar Poederoyen waar bakker Dirk van DuistGa naar voetnoot15 oefende. Al na korte tijd werd de woning van visser Verbeek te klein. Men kreeg een nieuwe vergaderruimte ten huize van Joost van der Vliet.Ga naar voetnoot16 Al spoedig was ook dit huis te klein, en lukte het een deel van een woning te huren in het Steegje, bij Jan Crielaard, iemand die niet tot de gemeente behoorde. Verdere groei maakte een verhuizing nodig naar een huis dat eigendom was van de erven van burgemeester G. den Dekker. Gratis stond de familie het af en de kerkeraad kon het tot kerk en pastorie laten verbouwen. Naar het schijnt is er daarna - in 1850 - nog een verhuizing geweest naar een gebouw dat eveneens in kerk met pastorie werd getransformeerd. In 1885 werd het tochtige bedehuis verlaten en werd een ‘echte’ kerk gebouwd aan de tegenwoordige Julianastraat, die, na enige verbouwingen en uitbreidingen ook thans dienst doet.Ga naar voetnoot17 Vanwaar deze groei? Zij kan niet worden losgemaakt van de komst van P.J. de Bruin. Deze kwam in 1838 te Andel wonen. De Bruin is ongetwijfeld een merkwaardige man en een ‘mens in de schaduw’ geweest. Aangaande zijn levensloop het volgende. Pieter Johannes de Bruin werd 30 september 1817 te Waalwijk geboren, als zoon van Pieter Adrianus de Bruin (28) schipper en van Jacoba Johanna van der Saaken (28), beiden wonende te Waalwijk.Ga naar voetnoot18 Na enige jaren ondermeester te zijn geweest en na het overlijden van zijn vader, vestigde hij zich met zijn moeder te Andel. Niet onwaarschijnlijk lijkt het ons dat dit is gebeurd teneinde door Gezelle Meerburg te worden opgeleid tot predikant.Ga naar voetnoot19 Al spoedig bood De Bruin zich aan catechisatie te geven. Hij begon met zes jongeren: Matthijs Baks, Arie van Berkel, Huibert Crielaard, Cornelis Klop, Bart Kraai (Craaij) en Huibert van Waardhuizen, maar in korte tijd groeide dit aantal tot een flinke groep. De volgende stap was dat hij de gemeente voorging. De Bruin werd in de eerste helft van 1843 geëxamineerd teneinde te mogen staan naar de ‘heilige bediening’. Zijn examen zou zijn afgenomen te Veen in de woning van de reeds genoemde Arie 't Hooft; ds. A. Brummelkamp, G.F. Gezelle Meerburg en A. Verkuijl, ouderling te Genderen, zouden zijn opgetreden als examinatoren. ‘Zonder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door de gemeente van Andel beroepen te zijn trad hij nu op als haar predikant; over een tractement werd niet gerept.’Ga naar voetnoot20 Dientengevolge kon hij 16 augustus 1843 de Νoord-Brabantse Kerkenorde tekenen als één van de drie ‘Bedienaren des Goddelijken Woords’.Ga naar voetnoot21 Het is goed op laatstgenoemd jaartal (en datum) te letten aangezien in de literatuur wordt vermeld dat De Bruin in 1849 predikant werd.Ga naar voetnoot22 Dat dit onjuist is, wordt ook bevestigd door de, in de ‘Inleiding’ van dit boek reeds genoemde, notulen van de classis Genderen 3 januari 1843, artikel 4: ‘Is er met meerderheid van stemme bepaald Do. Scholte te verzoeke om de Bruin mede het examen af te nemen’. Volgens Kraai diende hij - naar we aannemen gedurende de eerste jaren - de gemeente zonder tractement. ‘Ds. de Bruin had zelf middelen van bestaan en de Andelse gemeente bestond geheel uit mingegoeden.’Ga naar voetnoot23 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Eerste ambtsdragersVolgens Kraai en in overeenstemming daarmee volgens de classicale notulen (tenminste vanaf 1857) zijn gedurende de eerste jaren ouderling geweest: Jacob van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ginkel (1837), Cornelis Verbeek (1837-1855),Ga naar voetnoot25 Huibert van Waardhuizen (1858 en daarna), A. van AndelGa naar voetnoot26 (1859 en daarna), Huibert Crielaard (circa 1862)Ga naar voetnoot27; verder weten we dat in 1853 G.P.H. ZahnGa naar voetnoot28 diaken was en dat eind 1858 Huibert Crielaard als zodanig werd gekozen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Request 1853In de jaren rond 1841 had de gemeente geen erkenning gevraagd. In een request van 5 april 1853 wendt de kerkeraad zich tot de Koning om deze alsnog te verzoeken.Ga naar voetnoot29 We lezen daarin dat de gemeente 26 januari 1837 werd ‘gevestigd’ - zoals in paragraaf 1 vermeld - maar dat zij destijds meende dat het onjuist zou zijn erkenning te vragen vanwege lid c en d van het koninklijk besluit van 9 januari 1841, no. 2.Ga naar voetnoot30 Aangezien deze beide leden door het koninklijk besluit van 17 oktober 1852, no. 43, zijn ingetrokken,Ga naar voetnoot31 heeft de kerkeraad thans de vrijmoedigheid zich over bedoelde zaak tot de landsoverheid te richten. Het adres is echter slechts getekend door P.J. de Bruin; C. Verbeek, ouderling en Gerhard Paulus Hector Zahn, diaken. Er is geen twijfel aan dat dit drietal in 1853 de kerkeraad uitmaakte. Een plaats van eredienst wordt niet genoemd; wel verklaart de burgemeester dat de plek van het kerkgebouw geen bezwaren oplevert. Het adres wordt van de hand gewezen; Hervormde Eredienst verklaart dat vereist is een door de gemeente individueel getekend verzoekschrift en dat een reglement zal moeten worden overgelegd.Ga naar voetnoot32 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een nieuw request wordt echter niet ingediend; ‘Andel’ heeft blijkbaar pas in 1869 rechtspersoonlijkheid gekregen, toen na de vereniging van dat jaar met de Kruisgemeenten, een aantal kerken op de simpele indiening van een ‘billet’ van aanmelding werd erkend. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Nog niet genoemde ledenUit een vijftal bronnen vermelden we de namen van tien nog niet genoemde personen die in het tijdvak 1837-1869 lid van de gemeente zijn geweest. De volgorde is alphabetisch.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. ‘Ledenregister’ circa 1850In de Bevolkingsboekhouding Andel 1850-1870 vinden we een min of meer compleet ‘Ledenregister’ van de Afgescheiden gemeente in de eerste jaren na 1850. Bij 51 personen met tezamen 87 kinderen - in totaal 138 zielen - is aangetekend ‘Chr. Afgescheiden’.Ga naar voetnoot40 Gelet op de reeds genoemde resultaten van de volkstelling 1849, waarbij 81 zielen geregistreerd werden, is het waarschijnlijk dat de 146 personen in de onderstaande opsomming vermeld, niet allen tegelijk lid zijn geweest.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|