gezondheid en geen papier voorzien van wijsheid en oordeel, wat van vrouwspersonen niet te verwachten is, maar een papier gevuld met genegenheid, waarin zij voor mannen niet behoeven onder te doen. Deze brief kan u dan zonder spreken vertellen dat ik leef en gezond leef en met genegenheid voor u leef en tevreden hoop te leven.
Nu zou dit schrijfsel ten einde zijn, maar u eist veel, om te zien, denk ik, hoeveel schoon papier ik vuil kan maken. Ik zal aan uw verlangen proberen te voldoen, maar verbaas u niet als het hiermee gaat zoals het gewoonlijk gaat met lieden van mijn geslacht, die hoe meer ze spreken en schrijven, hoe meer ze hun onverstand tonen. Om dan mijn feilen niet voor u te verbergen, zal ik u laten zien dat ik niet minder een zeurkous ben dan de rest van mijn orde, die ik gemakkelijk op mijn nek zou krijgen en die mij zeker zouden wegjagen als ik me van hen zou onderscheiden.
Als ik nu iets bijzonders had gedaan, zou u het horen, maar er zijn zo weinig dagen dat ik alleen ben dat ze een even getal vormen, waarvan ik de ene in uw dienst gevuld heb met het samenvoegen van dominee Poelenburghs haken en ogen. Ik ben daar zo goed in als een snoek op zolder. U zult daaruit kunnen opmaken dat men beter een domina dan een dominee van mij zou kunnen maken. Ik beken graag dat het mannenwerk is en dat er zonder hen geen goed verband of samenhang tot stand kan komen.
Gisteren ben ik met mijn lichaam bij de juffers Van der Hoeve geweest, maar met mijn geest en gedachten bij u. Mijnheer Van der Hoeve, die net thuisgekomen was, vertelde mij over het leven dat hij met zijn compagnon had geleid en vroeg mij wat ik daarvan dacht. Ik antwoordde hem dat men zo met kalkoenen en andere dieren omgaat wanneer men die de keel wil afsnijden, want wij weten toch wel dat een lui en lekker leven verderfelijk is voor de mens. Ik vroeg of zij niets anders gedaan hadden dan eten en drinken. En het leek of mijnheer mijn ge-