| |
| |
| |
Dorothea van Dorp
Aan Constantijn Huygens, Den Haag, 24 maart 1624
Songetje,
ik ben blij dat je nog leeft, nadat je in doodsgevaar geweest bent. Ik hoop dat je er je voordeel mee doen zult. Ik heb nogal wat angst om je gehad, want hier hoorde men allemaal slechte berichten. Ik zal je niet zeggen hoe bedroefd ik was; je weet wel hoe ik ben, vol moed. Het deed je arme moeder verdriet om mij zo droevig te zien. Lof aan God die het ten goede heeft gekeerd.
Ik vind het heel aardig van je dat je mij waardig genoeg acht om me wat over politieke zaken te vertellen. Je weet ook wel dat het welzijn van het land mij ter harte gaat en vooral Gods kerk. God geve dat het goed mag blijven gaan tot Gods eer en ons aller vreugde; Hem die toch alle harten in Zijn hand heeft zal ik daarom naar mijn beste vermogen bidden.
Vandaag is het zondag en ik ben met je zusters naar de kerk geweest. D'Espagne heeft een wonderschone en troostrijke preek gehouden. Het goede mannetje gaat naar Orange, waar ik bedroefd om ben en hij blijft wel zeven of acht maanden weg. Cats heeft hem vandaag ook gehoord; de preek was hem bevallen en hij is zeer onder de indruk van zijn welsprekendheid. Die lieve Cats, hij bevalt mij heel goed. Als hij geen vrouw had, dan liep hij door mij gevaar. Je broer is mij vanmiddag komen bezoeken. Hij zegt dat hij te lui is om te schrijven. Dus schrijf ik je namens hem dat een zekere Pompeius (zijn achternaam ben ik vergeten; ik geloof dat hij een van de klerken van de Raad van State is) een jongen voor je heeft opgespoord die Latijn kent, een van zijn connecties. Je broer zal nog informeren of hij ook heel goed lezen kan en dat zal hij je dan zo snel mogelijk laten weten. Hij laat dit aan je schrijven omdat je misschien daar iemand anders aan zou nemen en hij meent dat deze je goed die- | |
| |
nen zal. Hij is zestien jaar oud. Ik ben nu secretaris van de secretaris.
Nu Song, nu moet je weten dat ik na je vertrek bijna bij je familie gewoond heb; ik heb er bijna elke dag gegeten, wat mij zeer goed heeft gedaan, om het uit eten gaan hier te ontlopen. Ik doe het graag, omdat ik geloof dat ik goed gezelschap ben en omdat jij het graag hebt. Als je het durft, Song, schrijf mij dan ook eens zo'n lange brief. Het is net alsof ik met Song praat, als ik schrijf. Ik ben wel boos dat je de kornalijnen niet gestuurd hebt. Ben je vergeten dat hij die snel geeft, tweemaal geeft? Nu, stuur ze en dan is het klaar; ik wil zolang niet wachten. En vergeet ook niet alles wat je mij beloofd hebt. Ik zou nog wel wat meer willen hebben. Ik zou wel willen dat mevrouw Killigrew mij een klein ringetje zou sturen, om om de pink te dragen of aan een koordje om de hals, met haar naam daarin, dat ik dan voortdurend zou kunnen dragen, net als dat van de Song. Want alles wat ik van haar heb, dat doe ik 's nachts af.
- Ik had hier wat geschreven waar ik spijt van had. -
Ik lach erom dat zij mij beklaagt dat ik zolang wacht met trouwen. Hoe vreemd gaan de dingen. De enen beklaagt men omdat ze niet getrouwd zijn en de anderen dat ze het zijn; het is nooit goed. Had ik alles wat ik begeerde behalve dat, ik zou dankbaar zijn. - Schrijf mij veel over haar, of ze nog dezelfde is, en breng mijn groeten over en zeg haar dat ik haar nu in gebruik geef en leen (welteverstaan) dat wat mij bijna het liefste is in de wereld, en dat ik op haar discretie vertrouw dat het niet in mijn nadeel zal werken...
Song, blijf altijd song en wijs; spreek niet over hoeren, hoor je wel, Songetje. Wen ook niet al te veel aan de zijden gordijnen, je weet hoe povertjes het er hier bij hangt...
Ik zou dit nog wel wat langer kunnen maken, maar het wordt donker en ik ga bij je familie eten. Je broer komt mij halen; mijnheer Sypenes is er ook, de zoete prater. - Het is voorbij met de man met de vierhonderdduizend gulden. Het was geen goed
| |
| |
idee, zoals ik je nog wel zal vertellen. Er is alweer een ander in zicht, maar die is zo rijk niet. Eens zal ik gevangen zijn, eer je het weet. Maar hoe het ook is, ik blijf altijd de song van de Song; ook al hoorde ik dat je de mooiste vrijster van Engeland het hof zou maken, toch zou ik daar niet eens jaloers om zijn, want die liefde die jij voor haar zou koesteren, die verlang ik niet eens. Als je er plezier in hebt, word dan wat verliefd. Ik zou wel het plezier willen smaken dat ik het kon zien. Het zou je zo goed passen. - Dag Song, ik ben in een malle stemming.
Song
Vergeet niet te schrijven wanneer je denkt terug te komen. Tot mei geef ik je verlof. Ik gun ze daar jouw gezelschap wel, als het niet te lang duurt. Constantijn van Lier gaat naar West-Indië. Men zegt dat prins Hendrik met Pasen zeker zal trouwen met freule van Solms. Clevile is gekomen. Er is al nieuw personeel. Trello komt naar Den Haag. Dimmer zal ik van de hond vertellen. Drost Dimmer, de oudste De Bie en Nassau zijn benoemd tot overste van een compagnie. Neef Vick is overgeslagen. Als je schrijft, doe het dan in het Engels, je weet wel waarom, en vergeet het Engelse boekje niet.
| |
Aan Constantijn Huygens, Den Haag, 30 april 1624
Song,
ik heb twee brieven van jou aan mij gekregen, maar zij zijn al zo oud, dat ik alweer naar nieuwe verlang. Als je toch tijd hebt, wacht dan beslist niet op mijn brieven. Ik zal hetzelfde doen. De laatste brief heb ik voor de eerste gekregen. Ik dank je dat je mij vertelt over het politieke nieuws, maar naar ik nu hoor zeggen, gaat het niet zo goed verder als het begonnen is. Moge God het tot Zijn eer laten eindigen.
| |
| |
Ik ben blij dat het zo goed met je gaat en dat je dik wordt, maar dat vind ik niet vreemd, en ook als je mager zou worden zou ik mij niet verbazen. Voor allebei heb ik mijn redenen. Je schrijft niet eens over je terugkomst. Het zullen zes lange weken worden. Wat goed voor de een is, is slecht voor de ander. Wat mij betreft, ik gun je alle plezier en ook diegene aan wie ik zeer verplicht ben. Luister Song, ik wil niets meer horen van het geheim waar je over schrijft, en ook niet over de hoeren. Ik krijg de indruk dat je daar steeds moet spreken over dergelijke zaken. Ik wil best geloven dat er daar nogal wat van zijn. Song, word, of beter gezegd, blijf wijs. Ik vraag je, doe mijn beleefde groeten aan mevrouw Killigrew en zeg dat ik haar hartelijk dank voor de kornalijnen die zij mij zo vriendelijk heeft gestuurd. Ze zijn erg mooi. Ik zet het allemaal op jouw rekening. Ik verdien dat en meer, omdat ik haar al zolang leen wat ik zo moeilijk missen kan. Ik zal haar ook mijn portret toesturen, maar dat van meester Michiel moet eerst klaar zijn en dat kost tijd. Ik weet niet waarom zij dit hebben wil. De beste schilder die mij zou kunnen schilderen heeft zij daar. Zeg haar dat de huid lelijk is en als er iets moois is zou zij dat van jou moeten horen. Het gezicht dient alleen om lelijk af te steken bij de rest.
Ik heb al voor de hond gezorgd. Ik heb al twee of drie pijlen op mijn boog. Ik zal wel zorgen dat er een is tegen de tijd dat je terugkomt. Song, gisteren ben ik bij jouw familie op je kamer geweest! Als een prins zo zal je daar wonen, ook al lijkt het niets bij de bekleding in Engeland. Je moeder is gezonder dan ooit. Moge God dat lang laten duren. Ik verzoek je mij vier of vijf ellen van deze kleur lint te sturen (het is hier niet te krijgen), maar wat breder dan dit.
Vraag eens na wat de kornalijnen hebben gekost die mevrouw Killegrew mij gestuurd heeft, ik heb er mijn redenen voor. Het lijkt mij dat je wat gekonfijte vruchten zou moeten vragen tegen de tijd dat je terugkomt: van berberis, want dat is hier niet te krijgen.
| |
| |
Song, als nieuwtje moet ik je vertellen dat mijn goede broer Philips thuis is gekomen met eer en roem. Hij is van La Rochelle gekomen met een konvooi van dertig schepen van de koopvaardij. Onderweg zijn er vijf schepen met Duinkerkers aan boord gekomen. Hij heeft de admiraal aan boord genomen en zij hebben zo dapper gevochten dat het vreselijk is om te horen. Zij zijn om acht uur bij hem gekomen en zij hebben hem niet verlaten eer het donker werd. Twee uur hebben ze aan elkaar vastgezeten. Had mijn broer geen andere zeilen gehad, dan was zijn schip in gevaar geweest. Hij was in zijn eentje tegen vijf. Hij heeft maar drie doden en veertien gewonden. De vijand heeft veel volk verloren. Zelfs zijn vijanden spreken met grote achting over hem. God zij geloofd, die hem door zijn goedheid bewaard heeft. Hij gaat terug naar zee met Haultain. Ik hoop dat dezelfde God hem bewaren zal. Al de koopvaarders zijn onbeschadigd overgekomen, behalve één, waar men twijfels over heeft, die uit zijn koers is geraakt. Hij heeft van tevoren nog een Frans schip verlost uit handen van de rovers. Na de zeeslag heeft hij de graaf van Mansfeld van Boulogne naar Dover gevoerd. Het lijkt me, dat jij dit weten moet, want ik weet dat het jou ook aangaat vanwege mij. Gisteren heeft de goede Cats mij bezocht. Wij hebben veel over je gesproken. Nu, Song, vergeet me niet. Schrijf als je kunt. God zij met jou en met ons allen. Song, van de Song,
Song
| |
Aan Constantijn Huygens, Den Haag, 12 mei 1624
Song,
had ik even vaak gelegenheid om te schrijven als zin, dan kreeg je iedere week een brief van mij. Ik heb, zolang als je weg bent, vier brieven gehad en dit is ook de vierde. Vaak schrijft men naar je huis waar ik niets van weet. Over het schilderij heb
| |
| |
ik je in een vorige brief geschreven. Ik vraag je, als je die lieve brus ziet, om haar toch mijn beleefde groeten te doen. Ik vond dat lieve mens heel aardig. Vind haar ook erg aardig, want zij is het waard. Je schrijft niet eens wanneer je denkt terug te komen. Ik denk dat je het daar prettig vindt. Ik denk ook dat je daar meer gekoesterd wordt dan hier.
Nu, ik zorg wel voor de hond, al zou je er vier willen hebben. Dimmer laat je hartelijk groeten. Zij heeft Fijtje Reyers daarom expres naar Rotterdam gestuurd. Ze zegt dat ze daarmee wel een sachet verdiend heeft. Want als je komt dan zul je een keur aan honden hebben. Je broer zal wel voor de jongen zorgen. Juffrouw Colve doet je de hartelijke groeten en zij zou je wel graag willen vragen of je toch wat meer voor haar zou willen doen. Zij is een achternicht van mijnheer Caron en zij gaat trouwen met mons. Beaufort, die nu commissaris is in de plaats van mons. Franchemont. En zij begreep dat als iemand van zijn nichten trouwt, dat hij dan wel wat aan hen geeft, dus heeft zij besloten zelf aan mijnheer Caron te schrijven. Zo zal ook mijnheer Mannemaker voor haar aan hem schrijven en daarom wil zij wel dat intussen de weg wat bereid zou worden, iets dat jij, als haar goede vriend, wanneer de gelegenheid zich voordoet, zou kunnen doen; ze heeft mij gevraagd dat aan jou te willen schrijven. Je kent haar deugd en Beauforts deugdzaamheid, de liefde heeft lang geduurd. Kun je iets voor het goede kind doen, doe het dan. Zij vertrouwt op zoveel goeds van je.
Songetje, ik kan je niet zeggen hoe bedroefd ik ben dat de ambassadeur met zijn vrouw vanhier vertrokken zijn. We hebben alle drie gehuild toen we afscheid van elkaar namen. Wat mij aangaat weet ik wel dat jij je daar niet erg over verbaast, want je weet hoe makkelijk ik dat doe, maar de ambassadeur zelf zei dat hij van niemand met meer verdriet afscheid had genomen dan van mij. De eer en vriendschap die ik van hen heb gekregen is niet onder woorden te brengen. Al die lieve kinderen deden mij zo'n verdriet.
| |
| |
Ik ga nu alleen maar met ambassadeurs om. Ik ben nu erg goed met Mylady. Ik ben tijdens de kermis met mijn twee broers daar gaan eten. Zij heeft mij twee jonge honden gegeven, die voor jou bestemd zijn. Zij sleepte mij mee naar de koningin. Daar was ik de hele dag. Ik snakte naar adem van moeheid. Het hele hof is in de rouw om de broer van de koning van Denemarken, de hertog van Holstein. Mijn broer Philips laat je zeer groeten. Hij is alweer naar Amsterdam toe om van daaruit verder naar zee te gaan met admiraal Haultain, met vijftien schepen om de Duinkerkers te zoeken. Ik denk dat mijn broer wel vice-admiraal zal worden. De heren van de admiraliteit hebben hem een keten van achthonderd gulden gegeven, wat een grote eer voor hem is. Moge God de Heer hem beschermen en hem gezond weer thuis laten komen. Wij hebben op dit moment meer hoop dan ooit voor zijn carrière. Er vertoont zich niemand met duidelijke vooruitzichten als concurrent, behalve jonkheer Willem, voorzover ik kan zien. Prins Hendrik heeft het zeer hartelijk op zich genomen om voor hem een goed woordje te doen. De tijd moet het uitwijzen. God zal geven wat het beste is. - Song, ik wil graag weten hoe het er in Engeland aan toegaat. Ik denk dat je al gehoord hebt van het huwelijk van Van Uffelen met je nicht Vogelaers; zij is wel degelijk aan de man geraakt. Dag Song, schrijf dikwijls en vergeet niet mijn beleefde groeten te doen aan mijn geliefde onbekende mevrouw, aan wie ik meer verplicht ben dan zij zelf weet. Vergeet Song niet, zul je, Song?
Drie vrijers, maar zo lelijk, dat ze niet noemenswaard zijn. Trello is in Den Haag.
| |
Aan Constantijn Huygens, Den Haag, 23 mei 1624
Song, ik ben erg bedroefd geweest uit je brief te begrijpen dat je niet in orde bent, omdat je daar alleen bent. Ik noem iemand alleen als hij niet thuis is. Wees ervan verzekerd dat er iemand
| |
| |
is die God voor je zal bidden. Schrijf me, zo gauw je kunt, hoe het met je is. Arme Song, al je geest verteert je vlees. Je zou gezonder zijn als je wat botter was of een beetje gek. Je ziek zijn gaat me niet zo aan het hart als het feit dat je zo gauw melancholisch bent. Courage, Songetje, het komt goed. God zorgt overal voor ons. Als we maar vertrouwen kunnen hebben en geloven, dan is alles goed. Moge God de Heer je wat ziel en lijf betreft bewaren. Ik ben wel verbaasd geweest om dat vreemde bericht uit Engeland te horen. Ik heb er mijn speciale ideeën over. God geve dat het moge uitpakken tot eer van Gods naam en ten gunste van de kerk, waar we allemaal om moeten bidden. Als ik je zei wat ik ervan denk, dan zou je zeggen dat het uit stalen hersens kwam, maar ik heb geen tijd om je te laten lachen.
Liefste Song, ik vraag je dringend om toch te denken aan de zaken van het goede Colfje, als dat mogelijk is. - Bedenk eens: ik ga met juffrouw Dedel naar Amsterdam naar het bruiloftsfeest van Van Uffelen. Ik heb er nog iets anders te doen. Op de vierde juni zal het zijn. Denk er op die avond eens aan hoe ik daar zal zitten. Daar zal alleen jouw goede gezelschap ontbreken. Baereltje en ik zullen op je gezondheid drinken.
Ik stuur je de barnstenen armband voor mevrouw Killigrew. Ik ben blij dat er iets is dat zij van mij wil hebben. Dat en alles wat ik op de wereld heb is om haar van dienst te zijn. Zij zal mij te veel eer doen als zij die wil dragen, waarmee zij mij in hoge mate aan haar zal verplichten. Zeg haar dat het van iemand komt die meer haar dienares is dan ooit iemand geweest is, ondanks alle mensen die van haar houden. Het doet me verdriet dat zij uit Londen is vertrokken, omdat je er plezier in hebt daar in huis mensen te kennen. Doe toch mijn dienstwillige beleefde groeten aan Haar Genade. Zeg dat ze wel geloven mag dat ik van haar houd, want ik gun haar van harte dezelfde vreugde als ik mezelf gun, en ik wil wel mijn eigen tevredenheid missen ter wille van haar. Zeg het haar toch. Ik bid je: vergeet niet het ringetje dat zij mij beloofd heeft.
| |
| |
Als je komt zul je honden te kust en te keur hebben. Edmond is hier met zijn vrouw. Zij is zo lelijk geworden dat het niet te geloven is. Hij ziet er nogal getrouwd of berouwd uit. - Anna Roemers is hier met haar man. Juffrouw Dimmer heeft haar gezien. Ze is zo verguld met de man alsof ze een jonge mallote was. Al zwanger, de misselijke vrouw. Ik zal het niet verdragen haar te zien. Ik zou niet goed worden als ik zo'n oud kreng zo zot zag. Trello is hier, nog vol begeerte naar de man. Mijnheer Meganck ligt op sterven van het water. Dat komt ervan, van een slechte vrouw. - Zijne Exc. is in Breda met de koningin en de hele hofhouding, maar ze komen over drie dagen weer terug. Duyck van 's-Gravesande, de luitenant, heeft het bevel over een compagnie gekregen en de oudste zoon van mijnheer De Bie richt een nieuwe op. Pieter Dimmer is zijn luitenant.
Dit is alles wat ik je deze keer weet te schrijven. Blijf dan Gode bevolen en schrijf gauw terug, maar kom liever zelf bij
Song
Song, verover voor mij nog een paar kornalijnen (mijn armband is te smal), maar alleen als je er gemakkelijk aan zou kunnen komen.
|
|