kamer en de Nederduytsche Academie vindt men in de studie van Hummelen over het Amsterdams toneel (zie onder 1.). Het oudere standaardwerk over de Schouwburg is J.A. Worp, Geschiedenis van den Amsterdamschen Schouwburg 1492-1772. Ed. J.F.M. Sterck. Amsterdam 1920. Veel gegevens vindt men in verschillende studies van B. Albach, als ‘De schouwburg van Jacob van Campen’ (in: Oud Holland 85 (1970), 85-109 en Langs kermissen en hoven. Zutphen 1977 (hierin ook veel informatie over het fenomeen der reizende toneelgezelschappen).
Gegevens over het toneel van de Hollandse rederijkerskamers buiten Amsterdam in de renaissanceperiode vindt men o.a. in de publikaties van F.C. van Boheemen en Th.C.J. van der Heijden: De Delftse rederijkers ‘Wy rapen gheneucht’ (Amsterdam 1982) en De Westlandse rederijkerskamers in de 16e en 17e eeuw. (Amsterdam 1985).