Dichtwerken
(1887)–Michaël Smiets– Auteursrecht onbekend
[pagina 221]
| |
Aan Amsterdam.Ga naar voetnoot*)
Heil, Steden-Koningin, die 't grootste volk verzadigt!
Die steeds, in noeste vlijt, de vrede-olijven draagt!
Heil, Waternimf, door God zoo wonder begenadigd,
Bij al de wondren, die gij hier verschijnen zaagt!
o Stad, wier kaden door der welvaart wielen kraken!
Waar eerste Mannen u tot baken zijn geweest!
Waar de oude Vondel slaapt, en nieuwe Vondels waken!
Uw leest is 't beeld der kracht; nog machtiger, uw geest!
Houd Hollands rechte taal en Hollands echte zeden
Door werken van Geloof in 't kloeke hart geprent!
't Gewonde Christus-Hart koos u uit al de steden,
En heiligde Amsterdam tot Stad van 't Sakrament.
|
|