Dichtwerken
(1887)–Michaël Smiets– Auteursrecht onbekend
[pagina 216]
| |
Vergeet-mij-nietjes
| |
[pagina 217]
| |
Daar ligt de groote Paus, de man van alle smarten,
De Paus der tranen, voor zijn vijanden gestort!
Het weldoend middelpunt van alle Christen harten,
Zelf bloedge lijdensroos, ligt als een roos verdord!
Daar rust het heilig hoofd, gekroond met zooveel doornen!
Daar zwijgt die waarheid-mond, die zooveel lessen gaf!
Gevallen is de kroon van 't hoofd des uitverkoornen;
Als weezen staren wij op 't versch gesloten graf.
Gestuit is thans de gang van die apostel-schreden,
Wier indruk Rome's grond zoo vaak gezegend heeft;
Gestaakt is thans op aard dat psalmlied van gebeden,
Dat met den laatsten snik van zijne lippen zweeft.
Verstijfd is thans die hand, die zegen placht te spreiden
Op wie zijn hulde bood in 't kunstrijk Vatikaan;
En koud, dat warme hart, door liefde slechts te leiden,
En dat voor 't gansch heelal van liefde steeds bleef slaan.
De groote zon der eeuw, die in haar hemelstreven
Ons lichtte, is dan getaand in aller tranen plas,
De groote Priester-Vorst, die in zijn Herders-leven
Een nieuwe Petrus en een tweede Paulus was.
De Mozes onzes tijds, die op de zeven heuvelen
De wetten van de deugd aan 't menschdom heeft verkond,
En in den Syllabus, bij 't noemen aller euvelen,
Aan rechten van den Mensch de rechten Gods verbond.
De Vriend der Heiligen, wien de eere der altaren
Door zijn belijdenis, op de aard geschonken werd;
| |
[pagina 218]
| |
De Leeraar, die de vlucht der wijsheids-adelaren
De richting wees op 't spoor, door dwalingen versperd.
't Is alles heen!... Zijn leer en daden blijven werken;
Zijn beeltnis zij bewaard in marmer of in brons;
Maar ieder Christen hart zal in 't gebed zich sterken:
o Heilge Vader, bid, o Pius, bid voor ons!
|
|