Doch Rhynsburg gun my rust; daar in haar Kloosterkerk
Men de Eerste Willem dekt, met een geringe serk.
I. Vader; graaf Floris de III, van welke 87 bl. en dus ook de broeder van graaf Diderik de VII; van welke, 60 bl.
II. Moeder; Ada, een Schotse princess, dochter niet van een koning, (gelyk Snoyus, Barlandus en Bokkenbergh, durven stellen) maar alleen van een soon; teweeten van koning David de I. Scriverius, in de Aanteekeningen op syn Graven, 150 bl.
III. Vrouw; Adelheid of Alyt van Gelder, de dochter van graaf Ott; welke overleden en te Rhynsburg in het klooster begraven synde, syn tweede vrouw was Marie van Lankaster, de dochter van hertogh Edmond.
IV. Kinderen; Floris, syn navolger in de graaflyke regeeringe, Otto, Willem, Ada en Richardis. Scriverius, ook aldaar, 179 bl.
V. Bedryven; graaf Diderik de VII, A. 1203, te Dordrecht krank leggende, had Willem, syn broeder, de graaf van Oost-Friesland gaaren by hem gesien, om Ada (van welke boven, 7 bl.) hem ten huwelyk op te dragen. Doch Alyt, haar man hier in voorkomende, heeftse Lodewyk, de graaf van Loon, ten bruid gegeven. Ondertussen was de graaf niet overleden, of van Loon komt van het Huis Altena te Dordrecht. De bruilost wierd gehouden (sie weder boven, 61 bl.) self noch voor den uitvaard. Maar graaf Willem, synes broeders overlyden verstaan hebbende, repte sich om in Holland te koomen. Te vergeefs; want al in de Zype synde, wierd hem van de gravin geleide geweigerd. Hy blyft dan aldaar leggen, en keert, den uitvaard afgedaan synde, weder naar Oost-Friesland. Doch de saak veranderde met een eedgespan van veele grooten, die hem weder naar Holland riepen. Hy wierd door een tegenwind van Holland afgekeerd, en naar Zeeland gevoerd. Voorts Willem aldaar tot graaf verheven synde, is van Loon en Adelheid, nevens eenige ridderschap, van Haarlem naar Uitrecht gevlucht; maar Ada heeft sich met eenigen aanhang naar Leiden begeven. Hier op komt hy in Holland; krygt Ada, op den Leidssen Burg beset (weder boven, 200 bl.) en send haar (noch eens boven, 335 bl.) naar Tessel. Ondertussen set van Loon sich schrap, om Willem punt te bien. Willem vertoond geen mindere kloekheid om tegens hem te kampen.